191 resultaten

Gro(n)duvel | 1363-1374

Rek Rentmeester Kennemerland 811, 809, 812, 816
Achternamenindex

mr Godevert Gronduvel: 1363-1364 van synre pensie 14 £ 8sc (811 fol 18v); 1361-1362: (809 fol 24v) van sijnre pensie van 1362 14 £ 8sc; 1366-1367: (812 fol 23v) mr Goedevert die Gronduvel van sine pensie 14 £ 8sc; 1373-1374: (816 fol 31) idem van zijn wedde van het jaar 1373 12 £ en 14 £ 8sc

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dabben, van | 1415

De Raadt I p 362
Achternamenindex

schepen van Heusden: Thierry van Dabben

Damman, Dammen |

Batavia Illustrata bl 1114, 1115
Achternamenindex

genoemd: Theophilus Damman, uit Vlaanderen x Maria van Swieten; Jacob Dammen, capitein uit Vlaanderen x Adriana van Swieten

Dobbe, van der | 1296-12-26

De Fremery no 313
Achternamenindex

schepenen van Leiden: Willaem van der Dubbe en Coppe van Alfen

Alphen, van | 1296-12-26

De Fremery no 313
Achternamenindex

vermeld Willem van der Dubbe en Coppe van Alfen als schepenen van Leiden

Steenberg, van | 1367

Quellen Stift Xanten p 201
Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: dominis Hermanno Duvel et Mijs, equitantibus Gogh ad Henricum de Steijnbergh, 27d

Goerle, van | 1470

Arch Belgique Inv 1884 p 164 no 1650
Achternamenindex

Jan zoon van Roelof de Goerle, leen in Goerle, waardoor hij dienst doet onder de graaf van Nassau, Damien van Gulick en Willem van Buchoven

Berwout | 1500~1600

Batavia Illustrata bl 881
Achternamenindex

N. Beerwouts in Brabant, vrouw, 16e eeuw x N. van Boschuysen, man. Hieruit: Adolph van Boschuysen x N. van Berkel

Damme, van | 1439-03-30 (1438)

Van Mieris Vervolg p 13
Achternamenindex

hertog Philips beleent de abt van Middelburg Pieter van Dammen met de lenen die de voorgaande abt van de grafelijkheid hield