14140 resultaten

Gro(n)duvel | 1363-1374

Rek Rentmeester Kennemerland 811, 809, 812, 816
Achternamenindex

mr Godevert Gronduvel: 1363-1364 van synre pensie 14 £ 8sc (811 fol 18v); 1361-1362: (809 fol 24v) van sijnre pensie van 1362 14 £ 8sc; 1366-1367: (812 fol 23v) mr Goedevert die Gronduvel van sine pensie 14 £ 8sc; 1373-1374: (816 fol 31) idem van zijn wedde van het jaar 1373 12 £ en 14 £ 8sc

Dure | 1360-1361

Rek Rentmeester Kennemerland 808 fol 19v
Achternamenindex

Heynric Durenz: van de stalen, de haven en de sloot te Enchusen 14 £; Reyndse Durenz: van de Gangael, het coergelt en sciptolle te Enghusen 16 £

Drij, van | 1423

Wapenheraut jg I: 13, 14, 57, 58
Achternamenindex

lid van het St Jorisgilde te Harderwijk: 1423 Pelgrim van Drij, 1438: Henrick van Drij, 1548: Gerrit van Drij, 1559: heer Gerrit van Drij

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dove | 1327-07-26

Ons Voorgeslacht 04-1986 p 308/Bijdr Hist Gen jg 1901 p 248/Reg EL fol 66r
Achternamenindex

huis en hofstede, waar de leenman op woont, binnen de gracht in Akersloot: Dove Willem Dovenz bij dode van zijn vader, die hield van Jan van Bergen; 1346-06-01: Dove Willem Doven in Akersloot, met de werf, belend noord: Thybaut ver Clarenz, west: Dove Willem Dovenz; 1390: Reynier Dovenz met de ledige hand; 1396-01-05: Dove Reiniersz bij dode van zijn vader Reinier Dovenz; 1401-04-23: Claes Symonsz krijgt na dode van Dove Reinersz dit leen ten eigen. Topografische aanduiding: 1390: in het zuideind van Molenbuurt

Dierout | 1337<

Lenen van Voorne no 684, 683
Achternamenindex

Aernd Dirout de jonghe, Wouter van den Berghe, Jan Dirout, Wotuer van Ghenderen, houden 13 morgen te Ackoy als leen van Voorne; 1372: relevaverunt; 1380: 8 morgen 1 hofstad over op Ghisebrecht die Grote Bruijstensz, stierf, en over op Jacobus f. Jacobi. Aantekening: Burghairt het deel van zijn broer Arnt Dirout die jonghe (no 684); (no 683) Arnd Dirout 4 morgen, stierf, gaat over op jonge Arnt Dirout. Relevavit anno 1372

Dierout | 1381~

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 525, 526
Achternamenindex

leen van Vianen: no 416) Arnout Dierout geeft zijn vrouw Clementia Cruvendochter 8 morgen land in Boeikop in heer Arnoudsgerecht, belend boven: Jan Jan Walichsdochter, beneden: Dibbout Dibboutsz; gesplitst in 416 A) en 416B); 416A): 1392-07-14 Wouter Rutgersz de helft van dit leen, bij overdracht door Arnout Dierout voor zijn vrouw Clementia, dochter van Arnout Cruve, belend boven: Jan dochter van Jan Walichsz, beneden: Wendelmoet dochter van Dibbout Sassenz, gehuwd met Jan Grote; Dirc Rutgersz door hen beleend met de andere helft van dit leen

Dierout | 1454-11-05

Indices op de Brugse poorterboeken II p 560
Achternamenindex

Ruebrecht Dirout filius Aernouds, van Leerdam, wordt poorter van Brugge

Arkel, van | 1379-02-18

Rek Bisdom Utrecht 1378-1573 I p 167
Achternamenindex

rekening van de bisschop van Utrecht, 1378-1379: "item des vridaghes na St Valentijnsdach doe had mijn heer ghewaent, dat die greve van Bloys, die vrouwe van Arkel ende anders veel vrouwen ghecomen soude hebben t Utrecht, ende hebben horen Vastelavont daer ghehouden"

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend