21600 resultaten

Gro(n)duvel | 1363-1374

Rek Rentmeester Kennemerland 811, 809, 812, 816
Achternamenindex

mr Godevert Gronduvel: 1363-1364 van synre pensie 14 £ 8sc (811 fol 18v); 1361-1362: (809 fol 24v) van sijnre pensie van 1362 14 £ 8sc; 1366-1367: (812 fol 23v) mr Goedevert die Gronduvel van sine pensie 14 £ 8sc; 1373-1374: (816 fol 31) idem van zijn wedde van het jaar 1373 12 £ en 14 £ 8sc

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Duyk |

Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex

genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does

Dalem, van~ | 1574-12-20

R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Zeeland fol 17, 17v
Achternamenindex

Pieter Jaspersz, wonende te Goes, wordt met 1/36 deel van de heerlijkheid Vosmaer beleend na de dood van zijn oom mr Clement van Daele, licentiaat in de godheid, door Pieter Jaspersz van der Dalem te houden tot een onversterfelijk leen; 1574-10-21: machtigt Peter Jaspersen van den Daele, wonend te Goes, voor een notaris te Antwerpen, iemand om dit leen, hem aangekomen van mr Clement van der Daele, kanunnik van de Kathedrale Kerk te Middelburg, namens hem te verheffen

Dole | 1419-11-17

Leenregister Culemborg fol 86v
Achternamenindex

Hubert heer te Kulenborg ter Lecke en te Eckoye beleent Kerstant Roelenz met zijn lenen o.a. 11 morgen in het ambacht van der Weteringe [Wateringen] strekkende noordwaarts aan de banweg, zuidwaarts aan de banwetering geheten die Zweet, belend boven: Kerstant Roelenz, beneden: Jan Dolenz

Dure | 1360-1361

Rek Rentmeester Kennemerland 808 fol 19v
Achternamenindex

Heynric Durenz: van de stalen, de haven en de sloot te Enchusen 14 £; Reyndse Durenz: van de Gangael, het coergelt en sciptolle te Enghusen 16 £

Dele | 1410~

Leenregister Culemborg fol 29v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Claes Delenz 4 hont land gelegen ter Weijde ten man goede; heergewade ½ jaar rente

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)

Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex

twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"

Drij, van | 1423

Wapenheraut jg I: 13, 14, 57, 58
Achternamenindex

lid van het St Jorisgilde te Harderwijk: 1423 Pelgrim van Drij, 1438: Henrick van Drij, 1548: Gerrit van Drij, 1559: heer Gerrit van Drij