1 resultaten
1554 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 500
Jaartallenindex
Willem Thonisz voor zijn vrouw Maritgen, dochter van Gommaer Florisz en diens andere kinderen en erfgenamen; Anna Fransdochter weduwe van Gommaer Florisz en haar zuster Margriete Fransdochter, gevoegden, contra Lucie Cornelisdochter, weduwe van Hubrecht Henricsz, van Delft. Lucie Cornelisdochter had Gommaer Florisz, die optrad voor zijn vrouw Anna en haar zuster Margriete voor het gerecht van Delft gedaagd in een geschil over de nalatenschap van Jan Aelbrechtsz, oom van Anna en Margaretha. Lucie Cornelisdochter was de dochter van Maritgen, vrouw van Jan Aelbrechtsz. Schepenen van Delft beslisten dat Gommaer rekenschap over het beheer van de nalatenschap moest afleggen. Dit vonnis werd echter door het Hof van Holland op 1554-06-06 vernietigd, waarna eisers in appel gingen bij de Grote Raad. Bij request civile vroegen zij enkele bekentenissen o.a. gedaan bij de scheiding en deling en de afgifte van de inventaris te mogen intrekken. Verder vroegen zij dat het accepteren van een legaat hun niet zou worden aangerekend, evenmin als het feit dat zij de erfenis niet tijdig hadden aanvaard. Zij vroegen verder toestemming om hun eis te mogen veranderen. Zij vorderden nu 400£ Holl, welke som Jan Aelbrechtsz in dertijd bij zijn huwelijk met Maritgen, moeder van eiseres, had aangebracht en die Maritgen aan Lucie Cornelisdochter of haar man had gegeven; bovendien levering van inventaris van alle goederen en vorderingen door Jan Aelbrechtsz of Maritgen gedurende hun huwelijk verkregen en door Jan Aelbrechtsz nagelaten; scheiding en deling hiervan plus de helft van de vruchten. Dit met aftrek van wat zij bij legaat ontvangen hadden en de helft van de schulden (vgl 1503-11-29, 1512-08-03, 1513-02-15, 1514-12-05, 1518-06-01, 1519-12-13, 1526-10-09)