2 resultaten
1467-10-09~ |
R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 70/Leenregister Egmond A
Jaartallenindex
wij Willem, broeder tot Gelre, oorkonden dat Symon van Adrikom mit sijne altste soon Floris van Adrichem als een leenvolger, hem heeft opgedragen den vryen eigendom van eenre smaltiende gelegen in Monsterambacht, mede streckende in Wateringerambacht met al zijn toebehoren en gevolgen, glijk Symon en zijn ouders dat van hem in leen hielden. En dat hij vervolgens Arnt Touwe Henricszoon hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk leen, met dien verstande dat na Arnt's dood zijn zoon Gerrit Aerntsz ermede beleend zal worden. Nota: dat is uijt enen leen gespleten dat een jaer schaer pleegh te geven voor zijn heergewade, ende den smaltiende gelt op den dag dattet verlijd wert 5£ Holl, ende dat sal voor op staen te verheergewaden ten waerden dattet betaelt wert
mannen: Willem Gerritsz van Poelenburg, Jan Claesz
1453-04-06 |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 26v regest 131/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen alse scepenen ten cloester van den Zijle binnen Haerlem, daer voer ons quam Katrine Jan Pieterszdochter, priorinne des convents der Canonissen Regulierinnen ten Zyle voers, mit Pieter Claesz hant haers neven ende mombaer, ende geliede van haer convents wegen verkocht te hebben aan de Getydemeesters 4£ 15 scell goets gelts sjaars op tie husinge mitten erve die coman Willem Jansz voertyts plach toe te behoren en nu eygentlick toebehoert Jan Evertsz, leggende ende staende an die noordzijde van den groten kerchove, tussen an die een zijde: Jan van Adrikom, an die ander zijde: Rembrant Pietersz, afterwaerts streckende an Heynrick van Alcmaden ende an Jan van Adrikem voers.
Dirck Pietersz van Ylpendam en Joost Jacobsz, schepenen