1594-06-21 (IX) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 75, 76

Jaartallenindex

Willem Cornelisz van der Oost, coeckebacker, wonende te Alkmaar, als gemachtigde van de eersame Cornelis de Witte, zoon van wijlen Sebastiaen de Witte (procuratie 1593-09-18 vooor notaris Cornelis van Swanenburch te Leiden). Voor deze notaris vertoonde Cornelis als erfgenaam van zijn vader zekere eigendomsbrief van 6 morgen 117 roeden land, genaamd "de Suijder weyde" in den ambacht van Coedyck, dewelcke bij Andries van Medenblick als gemachtigde van mr Gerrit Melisz, in leven pensionaris der stad Leiden, tbv hem soude sijn gecoft, beginnende naer dien bevonden is de Domeynen van Holland en wesende van dato 29 juli 1584. Comparant erkent nu dat de kooppenn. ad 4200 gld niet uit zijn beurs betaald is, noch uit die van zyn vader, maar komen van mr Gerrit Melisz uit diens eigen beurs, en dat hij comparant daarom nu volmacht geeft aan Harck Jansz tot Alcmair, Willem Cornelisz van der Oort en Jacob Jansz, coeckebackers aldaar, om het bedoelde land op te dragen tbv Aefgin Aelbertsdochter, weduwe van mr Gerrit Melisz. Uit kracht van deze procuratie transporteert Willem Cornelisz van der Oort nu aan Aefgen Aelbertsdochter, weduwe mr Gerrit Melisz, een stuck land genaamd "de suijder weyde", groot 6 morgen 117 roeden in de banne van Coedyck, daer eertyts bruycker van is geweest Aeriaen Claesz van Niedorp