1538-05-12 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 48-50v

Jaartallenindex

Jorys van Egmondt, grave tot Bueren ende Leerdam, here tot Isselsteyn, Cranendonk, St Martinsdyk, Scerpenisse, lieutenant en capitein generaal van Zijne Majesteit, en zijn zoon Maximiliaen van Egmondt here tot Isselstein, oorkonden dat zij voor 10000 gld verkocht hebben aan heer Floris van Egmont grave tot Bueren en Leerdam, Robbrecht grave van der Marck en Aenburch en Philips Pienack, executeurs van het testament van wijlen des cardinaals tot Ludick ende mombers van Robbrecht jonge grave van den Marck en Arenburch, onmondige zoon van wijlen Robbrecht heer tot Egremondt, tot profyt van Robbrecht jonge grave van der Marck, een jaarlijkse rente van 500 gld tot 40 gr Vls, te betalen bij ons en onsen erven den voirs. graven van Bueren en van Arenberch als executeurs en momboirs voirs. Tot onderpand stellen zij de heerlijkheden van Ysselsteyn en St Martinsdyk. Zij geven volmacht aan mr Balthasar van den Hogelanden en Adriaen Bouwensz, rentmeester van Ysselsteyn, om de vestiging van deze rente tot stand te brengen; 1538-05-31: Karel oorkondt dat mr Balthasar van Hogelande als gemachtigde van heer Floris van Egmond, ridder van het Gulden Vlies en zijn zoon Maximiliaen, heeft getransporteerd aan joncker Robbrecht jonge grave van der Marck, Arenberg etc, een losrente van 500 gld per jaar, losbaer den penning 20, verzekerd als boven. En dat hij joncker Robbrecht hiermede heeft beleend. Fop Willemsz, rentmeester van de goeden van Naeltwyck doet de leeneed voor hem

Gerrit van Poelgeest, heer van Hoogmade, Heyman van de Ketel, Cornelis Barthouts, leenmannen