1 resultaten
1559-03-17 |
V.R.O.A. 1909 p 133 no 130/Arch Detmold-Brederode/Staatarch. Detmold, Urkunden L 3 Holland no 130
Jaartallenindex
Henrick heer tot Brederode, vrijheer tot Vyanen etc, oorkondt zijn testament: 1) indien hij kinderloos overlijdt, zal mijn eenich erfgename wezen onse lieve broeder Robbrecht van Brederode. En bij gebreke van deze onse neven Charles van Mansvelt, en bij gebreke van deze Philippe van Mansfelt; 2) zijn erfgenaam zal geen van zijn steden, heerlijkheden en landen van Vianen, Ameide, Haverincourt etc, in Holland en elders mogen bezwaren met een bedrag hoger dan 25 000 gld, of die verkopen. Behalve indien deze erfgenaam eerlicken in t velt in een slach te belegge ofte anders zins van de vyanden gevangen zonder evenwel goederen te mogen vervreemden; 3) Als onse lieve geselline Amelia geb. gravinne van Nuenaer my overleeft, zal zij hebben alle onse meubele goeden van huijsraet, goud, silver, gemunt en ongemunt, met alle die horn- en anderen beesten behalve de paerden. Bovendien alle goederen waarover hij niet gedisponeerd heeft. Behoudelyk ook dat op elck van onsen huys en gelaten zal worden die munitien van oorlogen daertoe behorende. Noch oock de armoirie in ons cabinet. Mitsgaders haar woninghe op een van onsen huysen, tzij Vianen, Cleeff, off een ander daer zij die zal kiesen, mitsgaders visscherijen ende alle andere emolumenten ende opkomsten ter kuecken behoirende, van ghansen, hoenderen, cappoenen, krytende tienden (?) en alle andere inkomsten van eetbare waren, die wij tot onser kuecken plegen t appliceren. Indien zij het huis te Vianen tot woonplaats verkiest, dan zal daarbij behoren het bouwhuys en het bosch te Vianen, benevens alle die weylanden gelegen tussen hetzelve bosch ende den huyse voors. t cleyne water, ofte die Vaert op Gorcum, ende dien Leckendyk. Voorts de gehele grote weyweert buyten dyks achter neffens den huyse ter Lecke waert om die te gebruiken. Verder vermaakt hij haar een rente van 3000 gld op onse goederen van Vianen, jaarlijks haar leven lang. Alle aan haar vermaakte costelicke bayhen (?) ende juwelen van goude ende gesteente zullen na haar dood gerestitueerd moeten worden aan de erfgenamen, evenals de meubelen. De clederen mag zij behouden. Indien zij hertrouwt zullen alle genoemde goederen gerestitueerd moeten worden. Zij zal dan alleen ontvangen hetgeen haar bij huwelijksvoorwaarden beloofd is en hetgeen haar van haar vrienden aangekomen mocht zijn, en bovendien alle die goeden die ons behoirende oft aenkomen sullen nae den ofte door den overlijden van de vrouwe van Floyon ende haer zuster int lest haers levens wesende vrouwe van Latour, onse nichte, gheen daervan uytghesondert, mitsgaders alle die meubelen by ons staende huwelijke vercregen ofte geconquesteert ofte een rente van 1000 der gulden voors. jaerlicx tot haren lijve. Welcke staen sal tot haerder electie, ende die selve rente oeck te assigneren als van d'andere renten hier voor geseyt is, ende in sulken gevalle haer wooning te mogen nemen op onssen huyse Cleeff bij Haerlem, dieselve goeden ende huysinge met allen haren toebehoren haer leven lanck te gebruycken tot haer believen ende schoonsten alst behoort; 4) zijn erfgenaam moet aan het gasthuis te Vianen ten profijte van de armen jaarlijks 150 gld betalen; 5) aan onse stad van Vianen legateert hij tot reparatie en fortificatie van dien, boven hetgeen hij nog aan de stad schuldig mocht zijn van het testament van wijlen myn vader, nog 1000 gld; 6) bepalingen over de regering van de stad Vianen (vgl 1564-05-17)
Thomas van den Berghe, gemachtig schout, Cornelis van Santwyck, Frans Aertsz van Everdingen, Lambert Gijsbertsz van Everdingen, schepenen van Vianen, als getuigen. Door hen bezegeld op 18 maart in presentie van Franck van Ruemst van Weresteyn, drost van Vianen. Get. Pelgrims