1508-05-23 | piscaria

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 132/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

ick Adriaen Zeghersz, rechter in den ambacht van Raemsdonck en heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat broeder Dirck, prior van de Carthuizers aldaar, en broeder Jan van Amsterdam, procurator van dit klooster, erkennen dat zij eendrachtelyk overcomen zijn met myn heer van Donghen van Dalem [!] Roeloefszoon ende jouffrouwe Adriaen van Monnes, zyne huysvrouw, met haar voocht, op alle recht en aenspraken der visscheryen daer twist tussen myn here voors. en dat clooster voirs. langhe tijt af geweest is. Soo ist voirwaerde dat alle sake doot en tenyet zullen zyn behoudelic dies dat wij prior en procurator des convents voirs. geven zullen myn heer voirs. 200 pooten willigen, wij 100 en Gysbert Henricsz 100 een reys. Ende voort alle jaer zolang myn heer voirs leeft beloven wy hem 100 willigen pooten geven. Ende noch ist voirwaert dat wij eens eene beest zullen weyen ende Ghysbert Henricxen Buysenz zal hem oic enen beest weyen ende dat oic mer eens. Behoudelyken dijes so heeft myn heer hemselven hierin overgegeven en zyn huysvrouw oic met hoeren voocht vorn. voer den rechter ende heemraet voirs. ende dat in den ambacht van Raemsdonc voors, dat wij prior en procurator voirs. enen heemraetsbrief daeraf mogen doen maken, hoe dat myn heer van Donghen voirs. en zyn huysvrou mit allen zyn erffgenamen ofte vrynden nemmermeer den voirs. cloister hinderlic, scadelic of lastelic te wesen, mer alle hoer recht met deser compositie sullen wesen doot ende teniet. Omdat wij rechter en heemraders geen gemeen zegel hebben, zegelt Adriaen Zeghersz als rechter voor ons. Gegeven anno 1508, 23 Mei

Adriaen Zeghersz, rechter, Gysbrecht Henricsz, Geerbrant Clauwaertsz, Ancelmus Willemsz, Cornelis Jansz, Andries Gysbrechtsz, Cleys Meeusz, Cornelis Adriaensz, heemraders