16 resultaten

Lockhorst, van~ | 1631-05-13

R.A.H. Recht Arch no 2871 fol 25v/Transportregister Weesp
Achternamenindex

Hendrick Boudewynsz transporteert aan Marie Aerden weduwe van Reyer Symonsz, een huis, schuur en werf, strekkende uit de Oude Gracht tot achter in de Nieuwe Gracht, belend zuid: Isbrant Claesz metselaer en noord: Claes Jacobsz Visscher

Grevenbroek, van | 1482-02-15

Taxandria jg 21 p 282 en 31, jg 20 p 234/Inv Arch Heerlijkheid Loon op Zand 1610-12-18/Inv Arch Belgique 1884 2e dl p 186 no 2602
Achternamenindex

heer Adriaen van Grevenbroeck verkrijgt de heerlijkheid, slot en land van Grevenbroeck van heer Lodewijck van Bouillon, bisschop van Luik; 1483-05-13: luitenant Adriaen van Grevenbroeck; 1483-07-16: genoemd Aerden heer van Grevenbroeck; 1492-12-21: Robbrecht van Grevenbroeck verheffing heerlijkheid van Loon

1464-03-27 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 93/Reg Charolais fol 47
Jaartallenindex

Gheryt van Nyevelt als gemachtigde van de graaf van Charolais, beleent Enghell van Alckemaede met 4 morgen 3 hont lants gelegen in Maeslanderambacht, in Oest Bottendyck, gemeenre voere ghemenghder aerden in 12 morgen lands met mr Wouter Jan Roelofsz met zijn stiefkinderen an die westzijde, hem aangekomen bij dode van zijn vader Jacob van Alkemade. Leen van Arkel, te houden tot een onversterfelijk erfleen

present: Jan van Gommegijs van Nesse, Jan van Steenvoerde, leenmannen van Holland, bij gebreke van leenmannen van Arkel

Tumelaer | 1356

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Dirc Tumelaer: de de zeevond bewaart ter Wike, 1 winterroc 15sc (803 fol 13); (fol 16v) idem zeevond te Wyk op Zee, van 1 roc, 25 sc; 1355-1356: (802 fol 18) van 3 mannen te aerden tot Wyc op dat kerkhof 12sc; 1356-1357: (804 fol 22) de zeevonder ter Wyc, van zijn roc 28sc; 1357-1358: (805 fol 23v) Tumelaer, de zeevonder, van 1 roc 28sc; 1358-1359: (806 fol 21) van 8 dode mannen die aanspoelden te Wijk aan Zee te begraven 32 sc, van 5 mannen te aerden in der dunen 10 sc; (fol 27) Tumelaer die zeevonder van 1 roc 28sc

1567-04-30 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 20~
Jaartallenindex

leenmannen van Brabant te Antwerpen certificeren dat heer Jan heere van Merode, Westerlo, Peetershem etc competeren 600 £ Arthois sjaars erfelijke rente, gerekent van alsulke 1000 £ sjaars als voortyden bij wijlen heeren Aerden van Heurne in zynder tydt heere Gaesbeeck, Heeze en Leende etc bij huwelijksvoorwaerden geloeft syn geweest wylen heeren Ryckalden van Merode heren van Peterssem met vrouwe Margriet van Heurne, dochter van heer Aert van Heurne. Waartoe tot onderpand gesteld waren de heerlijkheden van Gaasbeek, Heeze en Leende, die heer Aerden in leen hield van Brabant. Waarvan de resterende 400£ hebben toebehoord aan zijn oom jhr Ryckalt van Merode, waarover nu questie is tussen hem comparant en Geertruydt de Crom en haar kinderen. Dat de prince heer Lamoraal van Egmond als bezitter van de heerlijkheden Gaasbeek, Heeze en Leende hem nu verzocht heeft de heerlijkheden Heeze en Leende uit het verband van de rente van 600 gld sjaars te ontslaan. Dat hij aan dit verzoek voldoet en voortaan alleen Gaasbeek als onderpand behoudt. Lamoraal stelt vervolgens Gaasbeek, het graafschap Egmond en de heerlijkheid van Beyerlandt tot onderpand. Hij geeft volmacht aan mr Claes Diert, advocaat, Frederick Ottensz en Jan Reynen de Jonghe om beide laatste heerlijkheden voor de stadhouder van leenen in Holland te verbinden (vgl 1569-09-19)

jhr Janne de Mol heere van Oetingen, stadhouder van de lenen van Brabant, heer Charles Hannaert, ridder, heere van Lickerode, borggrave van Brussel, mr Heynrick van der Ameyde, licentiaet in de rechten en advocaat postulerende in den Rade van Brabant, mr Jan Voiscot [Boiscot ?], licentiaet in de rechten en pensionaris van Brussel, Franchoys van den Eede, procureuer voor de Raad van Brabant, leenmannen van Brabant

1551-12-09 | Overveen

Bissch Oud Arch Haarlem 8 kl A no 63/Cartul Michielsklooster Haarlem
Jaartallenindex

Cornelis Jansz, scout in den ban van Overveen, oorkondt dat Cornelys Symon erkende verkocht te hebben aan Jan Jansz poorter tot Haerlem, een jaarlycxe losrente van 12 Kar gld, losbaar met 200 Kar gld. Tot onderpand stelt hij een stuk lants groot 1 morgen, gelegen in de ban voors, belend west: de Heerenwech, noord: Meynaert van Hoessen sijn moeder, oost: die waert, zuid: dat gasthuyslant, ende een huijs betimmert met zijn erf ende crofte lants groot omtrent 4 morgen, gelegen aen t ent van de Aerden Hout, belend oost: de Heerenwech, zuid: Santvoerderwech, west en noord: het boos (vgl 1570-07-10)

Wouter Henderick, Cornelis Pieter, scepenen, bezegeld door Cornelis Jansz (zegel: klimmende leeuw)

1562

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Lysbeth, weduwe van Anthonis in den Aerden hout, gebruikt haer eigen woning, is gezet op 11 gld

folio nummer: fol 21v

vervolg nummer: Overveen

Dongen, van | 1522-12-24

Schepenregister Breda fol 131
Achternamenindex

Anthonie Roelofsdochter van Donghen weduwe Mercelis Henric Koecxz met haar voogd Aerden Bits, voor haarzelf en Thomaes van Breempt als voogd van de onmondige kinderen van Mercelis, om te voldoen een schuld van bier aan Heinric van Eyndinde, volgens de schuldbrief gepasseerd 1518-12-17, verkopen een rente van 6 R gld op het huis en erf genaamd de Aern, op de hoek van de Schoolstraat tegenover de kerk

1584-09-01

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 61
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Claes Harrixz die Vrijes opgaf ten vryen eigen aan Pieter Pietersz een huijs met 1 morgen land daeraen gelegen, gelegen bij den aerden Houdt, zuid: mr Pieter Hals c.s, noord: die Heerenwech, oost: Willem Bol, west: die wildernis. Belast met 2 Kar gld sjaars erfhuer. Met een notwech over die werf gaende bij de erfgenamen van Baef Jans (vgl 1589-04-12)

Dirck van Bronchorst van Batenburg, schout, Krijn Jansz en Willem Jansz, schepenen

1471-09-14 |

Reg H. Geest Naaldwijk fol 93/Copie v.d. Marel p 161 (16 ?)
Jaartallenindex

wij scepenen van Honselredijck oirconden mit desen letteren, dat voir ons gecomen zijn Jan Jansz, [N]atellije Jansdochter mit hoir gecosen voicht, ende Fije Cornelis Willemsz wedewij mit hoire voicht, ende verlyede voor ons hoe dat zij wittelijc ende waerlijck vercoft hebben zamender hant een voor al Gerrit Pietersz ende Jan Gerritsz als voichden van Harper Pietersz weeskinderen tot behoef der kinderen voirs. 5 hont lants leggende binnen den ambacht van Monster. Ende van dese voirs. 5 hont lants zijn daerof gelegen 3½ hont lants ghemengheder aerde ende ghemengheder voere mit Pieter Gerritsz, Jan Arentsz, Gerrit Harperz ende Pieter Jansz. Ende heeft beleghen oost: der cappelrien lant van Reynsburch, west: der cappelrien lant van Lauijsduynen, noord: die Gantel, zuid: die Merijendijck. Die ander 1½ hont lants zijn gelegen ghemengeder aerden ende voer mit der abdissen lant van Reynsburch. Belend aan beide zijden: der abdissen lant voirs, op t een eynde: die Merijendijck, opt ander eynde: die cleyne Gantel (vgl 1479-05-18)