11 resultaten

1517-01-31 |

Leenregister Ackoy fol 8
Jaartallenindex

Floris tot Egmont beleent Jan van Aelst met 8 morgen in de heerlijkheid Ackoy geheten Doenkershoeve, streckende van den thiendwech totten Afterwech toe, belend boven: Korste van den Berch en Jans kinderen van den Berch, en beneden Dirck Ottesz of wie daer naest met recht gelant mach wesen. Item noch 3½ morgen in dezelfde heerlijkheid, geheten de derthien morgen, streckende van de Thientwech af totten Afterwech, belend boven: Jan Ottesz ende beneden: Aernt Claesz. Tot een onversterfelijk erfleen ten Zutphenschen rechte, te verheergewaden met 10 schell. De belening geschiedt namens den heer door Aelbert Storm, drost van Ackoy (1536-06-18)

Boschuysen, van | 1487-01-31

Arch Kerken Leiden regest 368/Arch St Pieterskerk Inv 116
Achternamenindex

Florys Symon Pouwelsz erkent voor schepenen van Leiden verkocht te hebben aan Jacop van Bosschuysen 1 morgen land tussen de Afterwech en de Banwetering en 5 ½ hond aan de Heerwech in Noortich; vgl 1507-02-27

1491-05-10 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem bij Schoonhoven Inv no 119 I fol 125, Inv 119 II fol 157
Jaartallenindex

scepenen binnen der stede van Ammers oorkonden dat Jan Florijsz erkende schuldig te zijn aan Wouter Claesz die twee deelen van 28 stuvers an eeuwige renten houdende op zyn huys en hofstede daer hij [Jan Florysz] nu ter tijt in woent, belend oost: Baert Florysz, west: Jacop Evartsz, noord: den Afterwech (vgl 1497-06-13)

Jan Gheritsz, Wouter Jansz, Maerten Willemsz en Gherijt Dircsz, scepenen

1587-04-11 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 47
Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Cornelis Jansz alias Nees Noomis transporteert aan Cornelis Jansz, moller, wonende op St Pancrasgeest binnen onsen banne, 4 snees lants gedolven van een stuk land genaamd "Camerscampke", gelegen binnen onsen banne, zuid: wijlen Reyer Gerritsz erf, west: die Rynsloot van de Vroondergeestmeer, noord: Nees Noomis voors. Onderpand een acker lants genaemt "het Block", groot 5 sneesen, zuid: die gemeen leen [laan ?], oost: die Afterwech, noord: de grafelijks vroonlanden

Jan Gerritsz, schout, Jan Cornelisz en Reyer Jansz, schepenen

1489-02-03 |

Reg H. Geest Naaldwijk fol 58/Copie v.d. Marel p 121
Jaartallenindex

scepenen in sGravesande oorkonden dat Pieter Lambrechtsz, onse mede poerter, erkende verkocht te hebben aan Conegunt Heynric Spronckzoons wedewij 1 £ Holl sjaers losrenten "versekert op zijn huijs ende erve staende binnen onser stede vriheyt voers an die Lange straet", belend zuid: Adriaen Jansz pester [priester ?], noord: Pieter Jacobsz die wielmaker, oost: des heren heerstraet, west: die Afterwech. Dit huis was reeds belast met 9 groten sjaars. Deze rente tot alre tijt losbaar met 12£ Holl

Olivier Jacobsz ende Arent Jansz, schepenen, bezegeld door Jan Symonsz, onsen scout van s Gravesande

Alkemade, van | 1455-07-26

Arch Kloosters Leiden regest 1084/Marienhave Inv no 1311
Achternamenindex

Florys van Alcmade erkent voor schepenen van Leiden verkocht te hebben aan prior en convent van de H Barnaartsorde te Warmond ¼ kamp land genaamd de Roescamp, ¼ camp genaamd dat Langelant, aan de Maessloot en ¼ morgen aan de Afterwech en de Heerwech in Noirtich; 1455-07-07: verkopen Pieter Dirc Ghysbrechtsz en Dirc Wouter Danelsz stukken land met precies dezelfde omschrijving

1469-03-20 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 152
Jaartallenindex

schepenen in die Nijpoert oorkonden dat heer Henric Aelbrechtsz, prior van het convent van de Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven, bij scatting en oordeel van zeven scepenen in die Nypoert, verkregen heeft vyf quartier van een Beyers gld sjaars an ewige en erfelijke renten op een hofstad en niet op die husinge aldaer Willem Jansz nu ter tijt op woent, gelegen over den Afterwech, belend noord: Ghysbert Jacobsz mit erve en husinge, zuid: Gherijt Jansz mit erve en husinge. Deze rente heeft hij gewonnen met een ouden brief dd 1414 op St Agnietendach (1414-01-21)

Willem Jansz, Vop Willemsz en Aert Daemsz, schepenen

Ackoy, van | 1536-06-18

Leenregister Ackoy fol 12v
Achternamenindex

de heer van Ackoy beleent, na opdracht door Johan van Aelst, Ghysbert Vallic [Valck] met 8 morgen geheten de Donckershoeve in de heerlijkheid van Ackoy, strekkende van den Thiendwech tot den Alterwech toe, belend boven Karsten [?] Ottesz en Jan Stessen. Ende noch 3½ morgen land genoempt die dertien morgen, streckende van den tiendwech totten afterwech toe, belend boven: Storm c.s, beneden: Claes Walich. Vervolgens wordt Ghysbert Vallics, onse drossaert tot Ackoy, ermede beleend (vgl 1517-01-31 en 1555-05-07)

mannen: …. Storm, Govert Storm, Aert Dircsz

1468-08-02 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 148v
Jaartallenindex

scepenen in die Nypoert oorkonden dat Ghysbert van Langheraeck als een scout ende rechter van der Nypoert ten goede gescouden heeft heren Henric Aelbrechtsz den prior in den Hem buiten Scoenhoven alsulcke scattinge als die prior ghescat heeft na utwisinge sijns briefs an die hofstede daer Ghijsbert van Langheraeck op plach te wonen, daer die bepalinghe van den ouden voirs. brief off houdt, noord: de Poertstraet, zuid: here Goessen Claesz mit erfnisse. Ende voert an enen hoff gelegen over den Afterwech, volgens de oude brief belend noord: Ghysbrecht Thonisz kinder mit erfnisse, zuid: Willem Claesz mit een hof, denwelke voirs hofstede ende hof de prior ut scatting begeerde na utwisinge syns briefs van 1½ jaar renten. De rente bedraagt 4 Dordr gld sjaers. ende van deser scattinge voors. heeft Gysbert van Langerak, scout ende rechter voirs, sijn hant of getogen ende heeft den prior van sheren weghen te goede gescouden ende overgegeven alle rechts ende toeseggen dat hi daeran hadde, alsoe die voirs pande verloren ghebleven sijn an des scouten hant voirs.

Willem Jansz, Danckert van Wercken en Jan Jansz, schepenen

1533-06-07 |

Arch Marquette 1106 no 232/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, oorkondt dat Dirck van Buyten Gerbrandszoon hem heeft opgedragen tbv heer Gherit heer van Assendelft, en dat hij deze heeft beleend met: 1) 4 hofsteden binnen der stede van Beverwijck opt Ropeynde, daer die twee of gebruycken Ghijs Meynoutsz, ende belend zuid: Jan Willemsz, noord: Gheryt Prickhouwers, oost: die Conincxwech, west: die afterwech. Ende die ander twee gebruyckt Cornelis Claesz, daer lenden van zijn an beyden zijden: Cornelis Claesz, ant oosteynde: die meer, ant westeynde: die Conincxwech, 2) 2£ sjaers gemeen metten Regularissen ofte nonnen in Beverwyk, belend zuid: de nonnen voorn, west: die wech die nae de moelen gaet, 3) een hofstede belend zuid: de Beghijnenstege, west: die wech after die nonnen, oost: die Conincxwech, noord: Gherit Willemsz, 4) die helft van 2 stucke landts mit een block daer toebehoorende, zuid: Her Wouterswech of Aerntswech, noord: Abdyenlant, west: die heerwech, oost: die beeck, 5) item [de helft ?] van noch een stuck lants dat belent hebben zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: die papelike prove in Beverwyk, west: Monickendaelsbeek, oost: die Wendeacker die de abdij toebehoort, 6) item die helft van noch een stucke landt in Midbrouck of Wyckerbrouck, west: St Aechtendijck, noord: Dirck Aerntszoons weduwe, oost: die nonnen van Beverwyck, zuid: dat Smallecamptgen. Te houde ntot een rechten leen ende anders niet (vgl 1532-04-05)

hierover waren: Meester joost Sasbout, raad ordinaris v.d. Keyzer, Phillips …... de Jonge, leenmannen van de abdij