1 resultaten
1534-12-28 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 112-114
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hem van wege onse lieve en getrouwe Raad en meester van onser reeckeninge in Brabant mr Maximiliaen Quarre, is vertoond en te kennen gegeven hoe dat wijlen vrouwe Barbara Cruesinck, weduwe van heer Loys Quarre, moeder van de voors. toonder, van ons verheven heeft seecker leen in Melissant, te weten ⅙ deel van de ambachtsheerlijkheid etc in Melissant, gehouden te leen van onsen Hove en heerlijkheid van onser lande van Voorne, welk ½ deel was gedevolveert op vrouwe Barbere Cruesincx bij overlijden van haar neve Jacob Cruesinx, zoon van wijlen haar broer Philips Cruesinx, welke Jacob overleed in het jaar 1525. Na diens dood is er een questie gerezen tussen de erfgenamen van de voors. Jacob van der vaderlicke zyde, ende een jonckman ook genoemt Jacob Cruesinck, die geboren was na de dood van de voors. Jacob, pretenderende te zijn wettige zoon en alleen erfgenaam van wijlen Jacob Cruesinck, en ist leen in zijn naam verheven geweest. Ende alsoe hebben wij dobbel relief en twee leenmannen gehad ter cause van hetselve leen in Melissant, ende de voors. vrouwe Barbara sustinerende ter contrarie, soe dat deselve vrouwe Barbara alleer de voors. saecke en questie is gedecideert geweest, is in de maant Meye 1531 ook deser werelt overleden, mits welcken het voors. leen is op de voors. thoenderen gesuccedeert als oudste zoon van wijlen vrouwe Barbara Cruesinck, zonder dat de thoonderen het leen binnen jaar en dag verheven hebben, daar de questie nog niet gedecideerd was, en dat de leenman van dit leen de voors. Jacob doen noch levende was, dewelke in de maand juli l.l. is overleden, waardoor de questie dood en teniet was. Belening door thoonder was geweigerd onder t ..... dat na dode van vrouwe Barbara geen belening gegeven was. De keizer beveelt hem thoonder te belenen zonder verzuimeness etc (vgl 1534-07-26, 1535-01-27)
get. L de Zoete