Bedoelde u soms?
aleijt | alijdt | alijt | altijd | alting | altit | altius | awijt

20 resultaten

1514-01-13 (1513) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc p 46v
Jaartallenindex

Max. en Karel belenen Adriaen Schrijver Claesz met ½ van 1 ½ lynen, 22 roeden en 8 duimen land in Stollaertsdyk, ende daertoe in die westhiende tot Spyckenisse en Hegenisse na dode van zijn vader Claes Schrijver Adriaensz. Leen van Putten, tot een recht erfleen. Altijt te comen op een persoon ende op een jonger man voor dat ouder wijf

present: Pieter Plumion, Roeloff van Halter, Jan van Bueren

Pouwels Claesz | 1476

Renten St Bavo Haarlem fol 28
Voornamenindex

Hillegom op die Vennep: Pouwels Claesz een stuk land op de Vennep, 5 R gld per jaar, groot 3 morgen "ende hout altijt een jaar onder van de huur", nu gebruikt door oude Pieter Huygensz op die Vennep

1579-07-02 |

Ms Opstraeten III fol 1148
Jaartallenindex

ik ondergeschreven attestere dat Anthonis de Ridder eertyts wonende in Langbroeck op sijn hofstede genaemt Groenesteijn, altijt vrij geaent is van clockgeslachten, ten tijde dat ick het maerschalckampt van Overquartier bedient hebbe, gelyck ander edelluyden daeromtrent oijck op ridderhofsteden woonde. Soo ick oock verstaen hebbe terselver tijt dat de voorgaende maerschalck hem oijck vrij gekent hadde van de clockgeslachten als boven, onderteykend Beijer de Haren [?]

1506-05-20 |

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 21/Carthuizers Sint Geerdenberg
Jaartallenindex

Cappel, in Nederveen, in Zydewinde, tiende. Wij Willem Smijt, commandeur tot Scelluynen der Duitser heren orde, oorkondt dat ick verlyt en verleent heb den pater en convent van de Karthuizers buiten St Geerdenberg een thiende gelegen in aen den Zutwende, te leen te houden van de commandeur etc. Een weerlic man zal altijt leenman wesen. Behoudelic so wanneer myn heer van Nassouwene oflivich geworden is, so sal men dit leen versueken aen den huys van Scelluynen ghelyken men dat van Nassouwen den commandeur hult en eede doen

Arkel, van | 1566-07-09

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 242
Achternamenindex

schepenen verklaren dat de broers Otto en Kaerl van Arkell, "gelovende voor haar broeders en susters, maken machtich Jan b. van Arkell. Dirck van Meerten, drost belooft an handen des richters in te halden altijt tot begeren des heren van Huecelum ende Werdenborch, recht vonnisse te verwachten. Dirck Vermeerten lijst en begeert ende protesteert te blijven in synder possessie offte commissie als hij van mijn vrouw van Hueculum mombaersse horen soens Joris geseten was"

1493-03-25 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 101
Jaartallenindex

schout en schepenen in Baern berichten aan schout en schepenen van Amsterdam dat Louwerens Pieter Gripenz "onse burgher is tot Baern ende alsoe langhe als hij eenloep (?) is sijn burgherscap te Baern niet verwoenen en mach, ende ghelt tijns ende tafelghelt gheliken ons ghemeen burghers doen, waarom wij seer vruntliken begheren op uwer liefden dat gij denselven Louwerens voers. ontslaen wilt [?] van der becommernissen roerende van lijfrenten der stat weghen van Amersfoirt, want hij daer gheen reden [?] en heeft toe te betalen meer dan enighe van onsen burghers te Baern en hebben te betalen, hierin doende in gheliken saken als wij altijt om uwer liefden wille doen willen

Jacob Jansz (zegel: een 6 puntige ster), schout, Aernt Dirksz (afgesleten, bovenaan links is nog een spitsruit zichtbaar, rechtsboven een vrijkwartier [?]), Roelof Louwen en Goert Ewenzoen, schepenen

1507-02-12 (1506) |

R.A.H. Coll Aanw 516B fol 66v/Leenregister Egmond B
Jaartallenindex

Johan grave van Egmond oorkondt "alzoe wij t'anderen tijden uijt sonderlinge gonst ende vrientschap die Adriaen van der Woorde sal. ged. an ons bewezen hadde, ende oock omdat zijn leengoet heel afgevloijt was, dairomme wij in recompensatie van dien den voors. Adriaen alsdoen versegelden uijt onser heerlicheijd van Egmond alle jare ende eeuwelyk durende, seven paer conynen ende seven paer vogelen, die hij op gelegen tyden van den jare altijt van onse officier soude doen halen, ende van ons te houden tot een onversterfelijk erfleen, soo ist" dat wij na het overlijden van Adriaan voirs. diens zoon Adriaen van der Woorde met dit leen beleend hebben. Te verheergewaden met 2 capoenen en een Vlesch wijn

onse mannen: Floris van Wyngaerden, Willem van Ruyven

1463-08-04 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 88v/Reg Charolais fol 45
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz beleent heer Jan Pietersz van Bairwairde, priester, met ½ van 3 lynen lants gelegen in Stollairtsdijck, en ½ van 3 lynen van der westhyende van Spikenisse. Hem aanbestorven bij dode van zijn broeder Claes Pietersz, ende daer denselven heren Jan dat wederdeel af toebehoort. Welcke Stollairtsdyck met zyn toebehoeren en thyenden men pleecht te deylen nae costumen ende ghewoenten elcs in 30½ lyne, leen van Putten, te houden tot een onversterfelijk erfleen, na heer Jan's dood te comen op eenen persoon den outsten ende den naesten in der maechscip, dairt of neder gecomen is, ende altijt op ten jongher man voir die ouder vrouwen vrouwspersoon, daer sij beyde in gelycken graede staan. Voor heer Jan doet hulde zijn broeder Willem Pietersz van Bairwairde

present: Jan van Noorich van der Boechorst, Willem Symon Vredericxz, Hendrik van der Laen

1490-12

folio 76v LXXVIII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Pieter Henricsz lijt zoe zyn moeder Nelle Pietersdochter Henric Willemsz weduwe belooft heeft hem niet te onterven maar hem zyns vaders erfenis altijt te geven en hem na hare dood zyn deel van haar erfenis te laten, dat hij daerom niet incomen noch haer moeijen en zal, hy en zal eerst ende alvoeren inbrengen dat hy uijt heeft, dat zij tesamen gerekent hebben, belopende voir ende na totter somme van 660 R gld toe

1422-04~ (2) |

R.A.H. Coll Aanw 77 fol 5/Mem Ducis Johannis fol 4
Haarlem Algemeen

(vervolg) Dese sal men gyselen in den Hage: Jan Suwenz, Pieter uijt den Holensloot, Claes Jan Berenz.z, Pieter Lubkensz, Meus Auwelsz, Jacob Pieter Hoecsz, Tybaut v. Rijpen scoemaker, Claes Aernt Jan die Wittenz.z, Vechter Gerbrantsz, Jan Willemsz backer, Andries Claesz, Jan Willemsz in de Pauwe, Pieter Willemsz, Ysbrant Willemsz, Henric Willemsz, gebroederen, Manneken, Ysbrant Jacob Huijsmansz, Gheryt Willemsz, Jacob Zebergenz, Gheryt Woutersz, Mathys die wielmaecker, Godevaert Ponssenz, Coman Louwe an t Sant, Gheryt Pietersz. Dese sal men gijselen in den Briele: Lambrecht Symon Dengelsz, Aelbrecht Scrienmaker, Willem Wolfaertsz, Ghijs die dat marctscip voert, Gheryt van Paesschen, Jacob v. Paesschen, Tybaut scoonmaker, Symon Symonsz, Claes Ghijsebrechtsz schoenmaker, Nanne Vredericsz, Aernt van Souwen, Harman Claesz backer, Baernt Andriesz, Jan Dircsz beldrager, Govert Andries, moij Pieter, Godeken Lambrechtsz, Jacob Bulle Hugen swager, Dirc Barwoutsz, Brandekijn v.d. Hoeve, Pieter Bertsz, Pieter Hase Pouwelsz, Gheryt v. Damme, Lottyn Gheryt Gherytszoen, Wouter van Wee, Jan Ghebbe, Jan Pieter Heijmansz. Item die brueken die die oude scutte mijn genad. Heere in desen rumore ende voir dat rumoir gedaen hebben, dat hout myn gend. Heer noch aen hem tot synen verclaren. Ende alsoe dat oude scut mynen gendadigen heer ende der stede verbonden sijn in hoire hantvesten bi sinen gerechte als des te doen waer altijt te coemen ende te wesen, soe heeft mijn genadige heer nochtans wail verstaen, dat sij hem niet wail dairin gequyt hebben. Ende dairom gebiet myn gen. Heer noch enen yegeliken van den scutten voirs. op hoer lijf ende goet dat sij altijt bij den gericht comen als des te doen sal wesen, ende hemluden stiden ende stercken als dair toebehoirt, en sij schuldich sijn te doen. Item voirt soe gebiet mijn heer alle den dekenen ende den vinders van den ghilden in Harelem dt sij bringen binnen sdages Sonnenscijn alle die hantvesten die sij hebben van der stede van Hairlem van hoeren gilden, want myn gen. here die mit synen Rade oversien sijn