14 resultaten
Wyffliet, van | 1474
Taxandria jg 38 p 118
Achternamenindex
"Thomas van Wyffliet als momboer ende besedt man van jouffr. Lysbetten, dochter wilen Anthoenis van Wyffliet, zynder, houdt die heerlicheit van den Haghe gelegen in der parochie van Eten met allen sinen toebehoerten"; tevoren was dit leen in het bezit van Dirk van der Merwede en zijn dochter Johanna
1569-05-18 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 86
Jaartallenindex
koning Philips beleent Anthoenis van Doornyck, wonende tot Campen in onsen lande van Overyssel, na dode van zijn vader Anthoenis van Doornijck, met: 1) 1/12 deel van der alinger heerlicheyt, ambochten en thienden des landts van Vosmaer, ende daertoe alsulcke erve ende vroonlande als Helmych van Doornijck daerinne bedijct heeft gehadt off hiernamaels daer aen bedijct zal worden, uytgescheyden alsulcke 42 gemeten vroonlands als Jan van Doornyck, des voors. Anthoenis over oude vader, daeruijt vercoft ende overgegeven heeft Claes Jacob Bartholomeusz.z ende Dammas Symonsz ende uijtgenomen ¼ deel van 1/12 deel van de voors. heerlykheid, ambacht en tienden des voirs. lants van Vosmaer, die wylen Jan van Doornijck, des voors. Anthoenis zyns vaders broeder, vercoft ende overgegeven heeft gehad Frederijck van Renesse here van Malle in den jare 1515 l.l, uytgenomen alleene die thiende van oude Vosmaer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 13 gemeten vroonland in de heerlijkheid Vosmaer, oost: Pieter Pietersz, oost (!): die kerckstraten wech, zuid: Pieter van Dalem, noord: de dyck aan de kerckpolder; 3) 9 gemeten vroonland, oost: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, zuid: die lange wech, west: Jan Willemsz, noord: Pieter van Dalem, 4) 14½ quartiere gemeeten Vroonlands, oost: Jan Willemsz, west: die kerckstratenwech, zuid: Gillis Danckaertsz, noord: die lange wech; 5) 5½ gemeten vroonland, oost; die kerckstraetwech, west: dat spadelant, zuid: hij zelve, noord: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Anthonis onmondig is, doet zijn schoonbroer Willem van Wynsen als testamentaire voogd, de eed voor hem. Op 1567-06-07 [!] doet Anthonis zelf de eed in handen van Cornelis Suijs, heer van Ryswyk en stadhouder van de lenen in Holland (vgl 1568-03-05)
heer Splinter van Hargen, ridder, heer van Oisterwyck, Raad in onsen leenhove van Holland, jhr Pieter van Bronchorst, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort, leenmannen; 1567-06-07 [!]: Jan van Winssen, Vranck van Berendrecht
1571-04-19 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel fol 158v, 108v
Jaartallenindex
compareerden voor leenmannen van de grafelijkheid Henrick van Nes, schoudt van Noordeloes ende Jan Gerytsz, Gerrit Damesz als man en voogd van Margriete Anthoenis Govertszdochter, ende heeft opgedragen tbv Cornelis Gerytsz 5 ½ morgen lands gelegen in Noordeloes, streckende van de Noordeloesche ter weteringe toe, belend boven: Cornelis Adriaensz, beneden: Jan Jansz. Welke 5½ morgen aan Gerrit Damensz in den name voors. aangecomen zijn overmits dode van haar zuster Annetzen Antoenis Govertszdochter, volgens leenbrief dd 1566-08-06; 1571-04-21: koning Philips oorkondt dat Geryt Damensz als man van Margriete Anthoenis Govertszdochter opdroeg tbv Cornelis Gerytsz, wonende op Noerdeloes, 5½ morgen land gelegen in Noerdeloes, streckende van den Noerdeloes ter Wateringe toe, en dat hij Cornelis Gerritsz daarmede vervolgens heeft beleend, tot een recht erfleen (1568-10-18)
in presentie van mannen van leen: Henrick van Nes, schout tot Noerdeloos, Jan Gerritsz; 1571-04-21: mr Reynier Moens, Raad en procureur Gen. v.h. Hof, Reyner v.d. Duyn, Raad in het Hof, Pieter van der Burch, Pieter Gerytsz, leenmannen
1551-01-20 |
R.A.H. Coll Aanw no 616
Jaartallenindex
schepenen in Harinckerspel oorkonden dat Anthoenis Maertsz alias Pater, buyrman in Outcarpsel op Langhedyck, transporteren aan Dierick Claesz, wonende binnen het schoutambacht van Barsingerhorn een stucke lants genaamd Hubertshorn in de ban van Harinckerspel in d'ooster waert molen, nu ter tijd belend west: de H. Geest van Noort Scherwoude, oost: Maertyn Ariaensz. Met vrijwaring door Anthonis voor de koper ten aanzien van de 10e penning van den grave van Egmond
bezegeld door Jacob Jansz, schout (zegel: een stoop met 2 oren); schepenen: Aldrick Pietersz en Aelbert Gherritsz
1566-06-08 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel, Putten fol 18, 19
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Hessel Zegersz, ingezetene poorter van Gorinchem, hun heeft opgedragen tbv Gerrit Jansz van Ziericksee, ook poorter van Gorinchem, 17 morgen land in Lange Nuwlant, in 4 campen, noord: Henrick Pietersz Vriese voorn, zuid: voor an den Leerbroucschen opslach: Anthoenis Jansz van Remmerswale, ende mitsen tusschen beyde de weteringe an deselve sijde: Anna Robbrecht Janszdochter, streckende voor van den Leerbrouckschen opslach aff after tot de halve afterweteringhe toe; 1566-09-19: Hessel Zegersz heeft dit land opgedragen tbv Gerrit Jansz van Zierickzee, die er mee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen. Leen van Arkel
Gerrit de Hooge Cristoffelsz en Henrick Pietersz Vriese, leenmannen van Holland; 1566-09-19: Cornelis Oem Hermansz, Pieter Herweyer, Thomas Pietersz
1568-04-01 (1567) |
R.A.H. Coll Aanw 137 Caput N.H. fol 47
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat mr Anthoenis Hoffslach, advocaet voor onsen Hove van Holland, volgens zijn procuratie dd 1565-01-06 voor hem gepasseerd door Herman van Zuylen, heeft opgedragen tbv mr Jacob Bol, wonende in den Haghe, die nabescreven percelen van leenen: 1) ¼ deel van een thiende gelegen tot Leiderdorp, 2) 9 morgen lands gelegen tot Acquoye, en dat hij mr Jacob Bol hiermede heeft beleend, de 9 morgen te Acquoy als een leen van Voorne. Op 1568-04-29 approbeert Herman van Zuylen deze opdracht in presentie van Symon Pyl, secretaris v.h. Hof van Holland, Jan Beuckevoort Jansz, leenmannen (vgl 1565-01-06)
mr Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, Cornelis Weylandt Loijsz, Pieter Herweijer, Jan van Doesborch, Jacob Heynricsz, leenmannen
1569-04-13 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 51v, 52
Jaartallenindex
koning Philips beleent Cornelis Woutersz na dode van zijn moeder Haze Heijnricsdochter met: 1) een huijs en hofstad tot Beesde achter der straten, 2) 6 morgen lands geheten "Fredericks acker", oost: die hertog van Gelre, west; Staes Quirynsz, streckende van der Gemerstege tot des Hartigen dyck toe, 3) 2 morgen geheten Breuckoms kampen, gelegen buitendijks, zuid: Otto van Lexwaerde, noord: de dyck, oost: Otto voors. Te houden als leen van Voorne. Ende mit dat waenverzuym hierinne gepleecht, heeft ons de voors. Cornelis Woutersz betaelt de helft van de hofrechten en heergewaden van de voors. leenen. Eodem die draagt Cornelis Woutersz dit leen op tbv Anthoenis Willemsz, wonende tot Beesde, die er vervolgens mede beleend wordt
mr Cornelis Oem, Cornelis Weylandt, Pieter Herweijer, Jan Beuckevoort, leenmannen
1538-08-27 |
P.N. van Doorninck: Inv Verz Charters v.d. Does regest 47/Mathenesse
Jaartallenindex
huwelijksvoorwaarden tussen Antonys van Ysendoren heer tot Sterckenborch enz, geassisteerd met Anthoenis van Amstel van Mijnden, heer tot Cronenborch, en joffr. Otte van Tuijl, geassisteerd met haar vader Ghijsbert van Tuijl heer van Bulkensteyn en haar broeder Willem van Tuijl. Getuigen van de bruidegom: Johan van Isendoren, Jacob van Aemstel van Mynden, heer van Loenresloot, zijn omen, zijn neve Jacob van Zuylen van Nyevelt, heer van Hovelaicken, Herbert die Cock van Herwynen, Johan van Rossum heer tot Broickhuijsen, zijn zwagers. Getuigen voor de bruid: Adriaen van Renesse, Canonick en scholaster ten Dom, Anthonis van Amstel van Mynden, heer tot Cronenburch, Adriaen heer tot Mathenesse, Walraven heer tot Herwijnen, neven, Stees van Hemert, swager van de vader van de bruid
1572-09-11 |
drs P.C.J. v.d. Krogt: Testamenten verleden te Delft p 81 regest 302
Jaartallenindex
testamenten verleden voor schepenen van Delft, 1536-1691: juffrouw Cornelia van Zuylen van Nyevelt, professide zuster tot Coeninxvelt, ziek te bedde liggend, benoemd tot universeel erfgenaam juffr. Marye van Woerden van Vliet en diens broer Anthoenis van Vliet, wesende haar zusters kinderen. Deze twee erfgenamen moeten hun andere broer en 2 zusters, als jonker Johan van Woerden van Vliet, juffr. Emerentia, weduwe van Gysbrecht van Bronchorst, en juffr Jozyna van Vliet, professide juffr. tot Maryendaal omtrent Utrecht, een zekere erflosrentebrief van 9 Kar gld per jaar uitreiken, waarvan deze 3 legatarissen elk 3 Kar gld per jaar genieten zullen. Indien de juffrouwen van Coeninxvelt wederom kwamen binnen het convent van Coninxvelt (daar zij door deze turbulente tijd uitgeweken zijn) om daar hun residentie te houden zoals zij tevoren gedaan hebben, dan zal juffr. Wendelmoet van der A, met wie zij op een kamer huishoudende is, tot haar nemen al het zilverwerk dat zij tesamen bezitten, te weten ½ van 6 zilveren kroezen, van 10 à 12 lepels en een half schaaltje, alsmede ook het overige kamerhuisraad. Indien dit niet het geval is, komt het zilverwerk aan de voornoemde juffrouw Marye van Woerden van Vliet en Anthoenis van Vliet. Gepasseerd ten huize van Zybrand Cornelisz de Vries, waar zij ziek te bedde ligt, aan de Voldersgraft [te Delft], in presentie van Zybrand Cornelisz de Vries en Jan Musijs, cruydenier, beiden poorter van Delft. Juffr. Marye van Woerden van Vliet zal vooruit nemen een gouden ring met een punt (?) van diamant en een gouden ketting van 40 schakels. Haar neef Anthonis van Vliet zal nemen een gouden ring met 2 steentjes als een robyntje en een diamant
1571-07-03 |
R.A.H. Coll Aanw 136/137 Caput Arkel etc fol 118, 118v
Jaartallenindex
Cornelis Oem, griffier v.d. leenhove van Holland, oorkondt dat jvr Jacomyna Triest, weduwe jhr Aerent van Wassenhove, als moeder-voogdes van Loyse van Wassenhove, volmacht geeft aan haar neve Glaude de Glerges, secretaris van het Hof van Holland, ende mr Anthoenis Hoffslach, advocaet voor den Hove, om namens haar dochter voor de stadhouder van lenen te leen te verheffen dat haar van haar vader aangeerfd is; 1571-07-04: koning Philips beleent Loyse van Wassenhove na dode van haar vader met de ambachtsheerlicheijt van alinger parochie van s Heeraerntsberge ende Amerssen, met allen die bedrijven, forfaicten, opcoemen, vervallen sgravenschot etc, uytgenomen een blockthiende geheten die Nesse ende een visscherij geheten Coham. Leen van Arkel, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar Glaude de Glerges als daartoe gemachtigdt
mr Cornelis Oem, Cornelis Weylandt, Pieter van der Burch, leenmannen