antheunis | antheunisz | anthoenis | anthonie | anthonis | anthonisz | anthounisz | anthuenis
2 resultaten
1519-05-08 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 23v, nogmaals fol 36
Jaartallenindex
wy officiaal van Ludick doen condt dat voor ons verschenen zijn die Edele welgeboeren heer heer Anthunis van Lalaing heer tot Montignij en grave tot Hoochstraten, zijn huisvrouw vrouwe Elisabeth [van Culemburg], ter eener- ende jvr Anna van Culemborg weduwe van Palant, ter ander zijde, te kennen gevende dat comparanten sub 1 huwelijkse voorwaarden gemaakt hadden, dat de overlevende aan het geheel zijn lijftocht hebben zou. Joncvrou Anna stemt hierin toe, aenmerckende veele merckelycke en groote diensten haer ende haeren kinderen van de voors. heer Anthunis geschiedt. Everart van der Marck, bisschop van Luik, stemt als voogd van haar kinderen hier ook mee in, en confirmeert dat heer Anthounis na de dood van zijn vrouw ook tot lijftocht ontvangen zal die heerlicheden, stadt ende landt van Culemborch, die heerlicheyt ende lant van Borsselen in Zeeland, mit allen haren hoocheden, gerechten etc. Op raad van de bisschop neemt jvr Anna tot haar procureurs mr Frans van der Hulst, mr Robbrecht de Pont, mr Balthasar van Vlierden en Wouteren van Olmen, om deze afgesproken zaken te bevestigen en te volbrengen, en de kinderen van jvr Anna te herstellen in hun rechten na de dood van heer Anthuenis. Onder tal van voorwaarden (vgl 1519-11-03)
present de eerbare mannen: Dires van Palant, Dierick Speckhouwer, mr Kerst van der Heggen, mr Jacob de Coene, heer Joris Muijnters, Johan Bardoul, als getuigen van beide zijden
1523-09-12 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 115-117
Jaartallenindex
burgemeesters, schepenen en raad der stad Bergen op Zoom schrijven aan de stadhouder en mannen van leen van Holland dat voor hen gecompareerd is heer Jan van Overhof, priester en Canonick v.d. Collegiale kerk aldaar, oudste zoon van wijlen Mercelis van Overhof, in zijn leven rentmeester en greijnmeester van de heer van Bergen, met Michiel Andriesz als voogd, ende heeft ons te kennen gegeven ende bij seecker accoord ende gelofte dd 1522-12-15, voor Jacob Jansz en mr Heindrick Bouwensz als schepenen dezer stad gepasseerd, doen blycken hoe dat hij ten tijde voors. met zijn voogd, Anthounis van Oyenbrugge als man en momber van juffr Katherine van Overhof, Franchoys van Lyekerke en Cornelis van Overhof als voochden en toesienderen van Mercelis van Overhof, bij consent en wille van schoutet ende scepenen ende Borchfliet als opper voichden daerinne vervangende de andere wettige kinderen van wijlen Mercelis van Overhof, achtervolgende seeckere accoorde ende slote van reeckeninge van ons voors. geduchte heeren graven, denselven onsen geuchten here of zijn rentmeester, nu: Gillis v.d. Cleeren, in dien name onder d'ander 2884 viertelen rogge. Ende dat hij comparant met consent van zijn mede erfgenamen in betaling en afcortinge van dien tot 1000 viertelen toe onser geduchte Heere overgedragen hadde 1/24e deel van de heerlijkheid van Vosmaer, dat wijlen Marcelis van Overhof bij zijn leven in leen gehouden had. Dat hij comparant daarna beleend was en het heergewade had voldaan, onder de belofte om behoorlijk transport te doen. Om dit te kunnen doen de voirs. heer Jan van Overhof met zijn voogd, en in presentie en met consent van Anthuenis van Oyenbrugge en Jan van der Lecke als mans en mombers van huere huisvrouwen, erfgenamen van wijlen Marcelis van Overhof, mede namens hun consorten, om aan de belofte van transport te kunnen voldoen, volmacht gegeven aan Jacob de Jonge, auditeur in de rekenkamer van Holland ende Janne van Stapels, procureur postulerende in den Hove van Holland om uit zijn naam mynen voirs. geduchten heere, heer Jan van Bergen of diens gemachtigde te transporteren het 1/24e deel in de heerlijkheid van Vosmaer (vgl 1523-09-07 en 1524-03-15)