56 resultaten
Vladeracken, van~ | 1591-06-07
Gens Nostra jg 25, 1970 p 294, 295
Achternamenindex
schout van Baccum: Gherrit Anthuenisz, zegel: een verlaagde keper over topt door een kruisje; 1652-07-15: begraven in de St Laurenskerk Gerrit Vink van Valderacken Gerritsz [zoon van Gerrit Anthuenisz en Eva Jans]
Muylwijk, van | 1529 (1530)
Rek Drossaard Land van Arkel no 3846 fol 7v
Achternamenindex
ontvangen van breuken: van een genoemt Aert Vos Anthuenisz omme dat hij Pieter van Muijwyck gestoken heeft een kuerwonde, hier af gedadinct mitten heer omme 30sc
1507-12-02 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 16v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij overmits sekere opdrachte door Anthuenis Aerndtsz tbv zijn zoon Jacob Anthuenisz van 1/16 deel van 3 ½ gemeten, gelegen bij de veste van Spiekenisse, voorn. Jacob Anthuenisz hiermede beleend heeft. Leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een stoop Rynwijn
present: Dirck van Boneem, Jorden van Raemsdonck, cleene Jan Bruin
1516-12-20 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 82v
Jaartallenindex
Karel beleent Balthem Jacob Anthuenisz na dode van zijn vader Jacob Anthuenisz met ⅙ deel van 3 ½ gemeten lands gelegen bij de Veste van Spyckenisse. Leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een stoop Rijnwijn. Daar hij nog onmondig is, doet zijn oom Claes Gerritsz de eed voor hem
mr Frans Sonck, onse Raedt, Tielman van Dullekem, onse Raedt en meester van onse reeckeninge in den Hage, Cornelis Barthouts, leenmannen
1536-07-19 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht fol 81v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Anthuenis Pietersz opdroeg tbv zijn zoon Dirrick Anthuenisz 4 morgen lands mit een hofstede daerop staende, liggende in den ambacht van Langerak, belend oost: Willem Claesz en Cornelis Jansz, west: Cornelis Dirksz. En dat hij Dirrick Anthuenisz hiermede vervolgens heeft beleend tot een erfleen
Warnaer v.d. Does, Cornelis Barthout Jansz, Pieter Willemsz Criep, Anthone le Bucq, Barthout van Outenae, leenmannen
Clamp | 1552
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 485, dl V dossier 487
Achternamenindex
Pieter Anthuenisz contra Claes Jacobsz Clamp, onderwerp niet bekend; 1551: Claes Jacobsz Clamp, wonende in Den Haag als gemachtigde van Thomas Broke uit Middlesex, fabriekmeester te Dover van de koning van Engeland
1565-01-10 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 277 regest 190/Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
notaris Heyndrick Anthuenisz van Meerhoudt instrumenteert het testament van Baergen Corssdochter, weduwe van Adriaen Claesz [van Adrichem] (vgl 1571-08-25, 1577-07-30)
1519-04-08 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 20v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij na opdracht door Servaes Anthuenisz diens broeder Symon Anthuenisz beleend heeft met het "recht van 5 hoecken tienden (debet dicere een recht ¼ deel) mitter rapinge by den koop mit hueren toebehoren, liggende in St Joostelant en Polre binnen onsen lande van der Tholen. Te weten den houck after Watervliet, den hoeck after Bouwen Piersz, den houck van die oestwalge, den houck after Huge Eewoutsz, ende daertoe die rapinghe daertoe behorende". Hij wordt met dit ¼ deel van deze 5 hoecken beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer
mr Jan Duvenvoorde, Raad ordinaris in der Camer v. onsen Rade, Pieter Scoock, Cornelis Barthout, Simon Jacobsz v.d. Goude, leenmannen
1536-04-19 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 128
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor de stadhouder van lenen Balten Jacob Anthuenisz opdroeg tbv Adriaen Starck Ysbrantsz, schout van Geervliet, ⅙ deel van 3 ½ gemeten lants gelegen bij de veste van Spykenisse. Leen van Putten. Adriaen wordt hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen
mr Jacob de Jonge, Raad en rekenmeester, Crispyn van Boschuysen, Raad en rentmeester generaal van Zuid Holland, Leenaert Boon van Coudenhove, onse tollenaer en baljuw van Geervliet, leenmannen
1508-08-12 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden, Arkel fol 6v
Jaartallenindex
Karel beleent mr Jan van Oudthuesden Henricksz na dode van zijn vader Henrick van Outhuesden Anthuenisz met 8 morgen land gelegen in den Veensgat in de ban van Outhuesden neven der muniken lande van Bairne [= Bern], streckende van der stegen tot der grasweijscher wateringe toe, te houden tot een onversterfelijk erfleen
present: die grave van Buiren here van Yselsteyn, die here van Brederode, Dirck van Boneem