117 resultaten
Blokland, van | 1502
R.A.H. Coll Aanw 143 fol 160
Achternamenindex
tafel van alle lenen Caput Zuidholland: ⅓ deel van het dorp Nederbloclant, een hoeve met huisinge, ¼ en ⅙ deel van de tienden van Blaskinsgrave; 1567-08-02: (Libro Karolus A Cap ZH fol 2) jvr Agniese Bruenisdochter (Libro A.P. Archidux Caput Z.H fol 35, 36); 1521: Wouter van Blockland (Libro Zwarte Ruige Register Caput Z.H fol 25)
1489-05-24 |
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 19v/Reg Max. Philips fol 6v
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Claes van Thorenburch Adriaensz hun heeft opgedragen tbv Willem van Rietwijck een stucke lants gehieten Laech Thorenburch, gelegen ander principale hoefstede van Thorenburch bij onser stede van Alcmaer, groot wesende 8 koeijenweijden, dair Bertoult van Thorenburch, des voirs. Claes oom, dat sevendeel of toebehoirt, gelyck hij dat van ons hield. Zij belenen hem er vervolgens mede tot een erfleen, te verheergewaden met een goede heecte of 10 schell Holl. Dit stuck lants is eygen goet alst blijckt libro III fol LXIX op Henrick Thorenburch, ende dit was bij quader advertentie weder ontfaen, ende om andere te veronrechten ende mitsdien soe heeft dese Willem van Rietwijk sijn actie hiervan quytgeschonden tot behouf van Dirck Claes Korfsz. Videt libro A.P. Archidux Capitulo Kenemerlant fol 10. Marginale aantekening op fol 6v
Ruyven, van | 1457-02-10
R.A.H. Coll Aanw afd Kennemerland
Achternamenindex
3 halve hoeven, naast de Hooftacker: hertog Philips beleent Claes van Ruyven Willemsz na dode van zijn vader met 1 ½ hoeve en 3 halve hoeven land te Heemskerk, tussen Kerkweg en aan de Hooftacker (102 afd Kennemerland fol 35/Reg Princ fol 28v); 1493-04-25: Anthonis van Ruyven na dode van zijn vader Claes van Ruyven (110 afd Kennemerland fol 8, 14v); 1504-07-06: Willem van Ruyven, na dode van zijn broer Anthonis (no 112 fol 81/Reg Archidux)
Heemskerk, naast de Hoofdacker
1487-02-14 (1486) |
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 13, 14, 15v/Reg Max. Philips fol 4, 4v, 5v
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat wijlen hertog Karel aan Jan van Swieten, Jan van Nortich en Floris van Nortich ongedeeld de heerlijkheden Opmeer, Spanbrouck, Opdam en Heensbrouck in leen gegeven had. Zij belenen vervolgens Floris van Noirtich Danielsz met ½ ambachtsheerlijkheid van Spanbroeck met alle tienden, boeten, renten, thijnsen, visscherijen, vogelrijen, tot een erfleen. Ende dit uyt crachte van die overgifte, die wijlen Daniel van Nortich, des voors. Floris vader, gedaen is geweest van ¼ van al den goeden voors. bij Jan van Bouchorst desselfs Daniels vader ende Florys voorn. oudevader. Item met de andere helft van de ambachtsheerlijkheid van Spanbrouck, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een roode valk of 2 Vrancr schilde, ende dit uyt crachte van sulck ¼ deel als den voirs. Daniel anbestarf bij doode Jans van der Bouchorst voirs. Floris maakt de helft van de ambachtsheerlijkheid van Spanbrouck tot douarie voor zijn vrouw jvr Lysbeth Luydolf Claessoonsdochter. Floris vestigt hierop een rente van 5£ tbv zijn schoonvader Luydolf Claesz. In margine staat dat Luydolf Claesz deze rente heeft opgedragen tbv de graaf van Egmont, ut patet libro P Archidux Vrieslant folio secundo, ergo hier desen brief duerstecken
Foreest, van | 1502-03-15 (1501)
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 129v/Reg Archidux fol 30v
Achternamenindex
hertog Philips beleent Maria van Foreest, middelste dochter van Herbaren van Foreest, met: 1) het ambacht van Middelburch, gelegen bij der Goude met landen, tienden, renten en heerlijkheden hiertoe behorende; 2) de helft van 19 maden land, buitendijks bij Saenderdam. Beide lenen van Holland. Sterft jvr Maria kinderloos vóór jvr Anna, haar jongste zuster, dan zal deze die lenen erven. Jvr Maria wordt beleend tot een erfleen, na dode van haar vader Harper van Foreest. Crispijn Jansz [van Boschuysen] haar gecoren voogd, doet hulde voor haar
present: Tielman van Dullecum, Dirc van Boneem, Pieter de Grebber, cleene Jan Bruin
klopt de verdeling ? Zie de belening van Anna en Ursula
Foreest, van | 1502-03-15 (1501; 1502-03-18)
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 131v/Reg Archidux fol 30v
Achternamenindex
hertog Philips beleent jvr Anna van Foreest, jongste dochter van Herper van Foreest, met: 1) ½ van 19 maden land te Saenderdam, buitendijks, waarvan de andere helft aan Maria toekomt, 2) een camp land van 6 maden te Aelbrechtsberg, belend oost en west: Willem Snel, en nog een made aldaar, 3) ⅓ deel van een corentiende bij Delft, daar heer Philips van Polanen en Jan Heerman de andere twee delen van bezitten. Op een ander fiche staat nog: 4) 8 gemeten lants gelegen in Hoenrehouck Overmaas bij Geervliet, die men te leen houdt van de grave van Egmond. Hulde doet voor haar haar gecoren voogd Crispijn Jansz. In margine: op 1539-06-02 doet Herman Hermansz van Grootveld, gemachtgd bij brieven van procuratie gepasseerd in de griffie van het Hof van Holland, dd 1539-05-03, de eed voor jvr Anna van Foreest, weduwe van Aelbrecht van Egmondt, in plaats van wijlen Crispijn Jansz van Boschuysen
1539-06-02 present: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonis Lesburg [= le Bucq]
klopt de verdeling ? Zie de belening van Maria en Ursula
Spruyt | 1498-12-10
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 49/Reg Archidux
Achternamenindex
hertog Philips beleent Bruninc Spruyt, na dode van zijn neef mr Huyghe van Ruyven, met 3 weren lands in de ban van Heemskerk, uitgaande van de Kerkweg tot aan de Hofacker. Tot een erfleen binnen achtersusterkint niet te versterven
Heemskerk
Poelenburg, van | 1505-03-04 (1504)
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 216/Reg Archidux fol 50
Achternamenindex
hertog Philips beleent Ghijsbrecht van Poelenburg Willemsz na dode van zijn vader Willem van Poelenburg met een duijnken, omtrent 1 morgen groot liggende tussen twee venen, "mit die conijnen daerinne wesende ende voedende in den ban van Noertigerhout", belend zuid: Jan van de Waterie, noord: Willem zelf. Te houden tot een goed onversterfelijk erfleen te verheergewaden met een paar witte handschoen. Ghijsbrecht draagt dit leen op tbv Barthelmeus van Cattendijk, die ermee beleend wordt
present: Dirck van Boneem, Reyneer Willemsz, cleene Jan Bruijn
Foreest, van | 1502-03-18 (1501)
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 134, 135v/Reg Archidux fol 31v
Achternamenindex
hertog Philips beleent jvr Ursula, dochter van Herper van Foreest, met de lenen haar aanbestorven van haar vader: 1) ⅓ deel van de tienden van Schoten, waarvan de heer van Brederode ⅔ heeft; 2) tot Wafferveen [Waverveen] een corentiende en smaltiende; 3) in de ban van Aelbertsberge een camp land 6 maden groot wesende, oost en west: Willem Snel. Nog 1 mat land aldaar, onderdeeld met Lysbeth Rogiers weduwe met haar kinderen; 4)dat ambacht met het land van Schoterbosch, belend zuid: het kapittel uytter Hage, noord: Willem van Zaenden Symonsz en west: de wateringe die Delft geheten, strekkende oostwaarts in het Spaerne. Op het fiche staan ook nog, maar klopt dit wel, zie Anna en Maria: 5) 19 maden lants, gelegen buitendijks bij Saenderdam; 6) ⅓ deel van een corentiende bij Delft, daar heer Philips van Polanen en Jan Heerman dat ander deel of toe te behoren placht; 7) dat ambacht van Middelburgh, gelegen bij der Goude, mitten landen, tienden, renten en heerlijkheden, gelijk een ambachtshere toebehoort. Te houden tot een erfleen, en een camp land geheten die Hollander Aecken ende die hofstede die Hollanders was, ende mit 1 morgen lands dat men hiet Coppersmergen. Beide percelen tot Warmond. Leen van de heer van Naaltwyck. Haar man Jacob van Borssele doet de eed voor haar. In margine: op 1522-11-28 doet Herber van Borselen de eed voor zijn moeder Ursula van Foreest, weduwe van Jacob van Borsselen
present: Dirck van Boneem, cleene Jan Bruyn; 1522-11-28: Frederik van Nyvelt, mr Cornelis Antheunisz, secretaris v.d. Camer v.d. Rade, Cornelis Barthouds, leenmannen
klopt de verdeling ? Zie de belening van Maria en Anna
Ilpendam, van | 1502-10-27
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 171v, 172v/Reg Archidux fol 39v
Achternamenindex
leenmannen oorkonden dat mr Philips Ruygrock van den Werve Vranckenz heeft opgedragen tbv Pieter van Ylpendamme de helft van 5 morgen en 1 hont land in het ambacht van Rijswijk, samen met het kapittel van den Hage en het klooster van Koningsveld; belening door de hertog: 1502-11-22, tot een onversterfelijk leen