19 resultaten
Arenberch |
Ned Leeuw jg 1925 p 152 e.v.
Achternamenindex
genealogie: bastaarden uit het geslacht van der Marck; zie ook op van der Marck
1510-11-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 82
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat jvr Machtelt, oudste dochter des heren van Montfoerde, jvr van Arenberch, met haar man en voogd jhr Robbrecht graeve van der Merke en van Arenberch opdroeg tbv Ghysbrecht van Loevesteyn, die hofsteden en landen van Santhorst met 4 morgen lands, als Dirck van Zanthorst die te houden placht tot een erfleen. En dat zij vervolgens Gysbrecht van Loevesteyn hiermede beleend hebben
present: heer Cornelis Cruesinck, ridder, Jan van Treslong, Crispyn van Boshuizen, Pieter Plumion, Jordaen van Raemsdonck
1540-07-09 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 126v, 129v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, bisschop van Ludick, oorkondt dat hij ter goeder trouwe met heer Robbrecht grave van der Merck, Arenberch, als exec. test. van wijlen heer Erard van der Marcke, Cardinaal van Ludick, onse predecesseur, tbv Robbert van Arenberch, zoon van wijlen Robbert van Arenberch, ende denselven contenteren van der somme van 22845 Kar gld van 40 gr Vls, die hij ons eischende is ter sake van seker silverwerk, tapyten, lynwaet etc, ende ook van gerede penn. bij ons van denselven heer geheven. En uit cracht van zekere conventie met hem gemaakt, verkoopt hij hem nu een jaarlijkse rente 1142 Kar gld en 5½ st, verzekerd op onze heerlijkheid van Zevenbergen. Hij geeft vervolgens volmacht aan Robbrecht de la Nesse, mr Balthasar van Hogenlande, advocaat in den Hage en Jan mitte kinderen, onse procureurs in den Hove van Holland, om namens hem een brief van verlydinge van deze rente te verzoeken. Op 9 juli oorkondt de keizer dat voor zijn stadhouder van lenen Robbrecht van Nesse heeft opgedragen tbv jhr Robbrecht van Arenberge een rente van 1142 gouden Kar gld 5½ st, losbaar met 22875 Kar gld, verzekerd op de heerlijkheid Zevenbergen en dat hij jhr Robbrecht ermee beleend heeft. Daar jhr Robbrecht nog onmondig is, doet zijn grootvader Fop Willemsz, rentmeester van de heer van Arenberch, de eed voor hem
leenmannen: mr Jan de Jonge, griffier van Holland, Jan Splinter, Cornelis Barthouts, Anthonne Lebucq
1521-03-04 |
R.A.H. Coll Aanw 243 fol 108/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Jan Dircksz en Claes Jansz, poorters van Leyden, erkennen schuldig te zijn aan de heer Robbrecht grave van der Marck heer van Arenberch, Naaldwyk, Nieuwerkerk, de somma van 455 R gld van 40 gr Vls per stuk, ter cause van de coop van een zeker bosch en de hout tot Nyeuwerkerk. Zij mogen dit geld 6 jaar onder zich houden om te doen volgens de koopbrief van 1520-08-02
1510-07-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 68
Jaartallenindex
Karel beleent jonse welgeminde jonckvrouwe Machtelt oudste dochter des Heeren van Montfoort, jonckvrouwe van Airenburch, na dode van vrouwe Willem van Naeltwyck, vrouwe van Montfoort, haar vrouwe moeder, met: 1) een coornthiende in den ambacht van Monster, 2) die goeden van der Made met allen hoeren toebehoeren in landen ende in thienden, 3) dat overtocht tot Voerburch c.a. Tot een onversterfelijk erfleen. Haar man jhr Robbrecht grave van der Marcke en van Arenberch doet de eed voor haar
present: heere Bouwen heere tot Abbenbroeck, ridder, Gerrit heere tot Assendelft, Ysbrant van Schoten, Gysbrecht van Schoten, Tielman van Dulleken, Pieter Plumion, Reynier Willemsz
tussen de Kerk- en de Grote Houtweg IX 93 | 1570
100e penn inv 74 II fol 21v
Maatboek Heemskerk
tussen de Kerk- en de Grote Houtweg IX 93
eigenaar: de gravin van Arenberch
huurder: Cornelis Pietersz
1529½ roeden geestland
9 £ 1 st
de castelein van Arenberch | 1570
100e penn inv 74 II fol 29
Maatboek Heemskerk
eigenaar: de castelein van Arenberch
huurder: Jan Pietersz
zijn huijs
4 £
1507-01-12 (1506) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 11v
Jaartallenindex
Karel beleent onse welgeminde jvr Machtelt, oudste dochter des heren van Montfoert, jonkvrouw van Arenberch met de lenen, haar aangekomen bij dode van haar moeder vrouwe Willeme van Naeltwijk vrouwe van Montfoort: 1) een stuk land, groot 12 morgen, in den ambacht van Nyerkerke, leen van Putten, tot een erfleen, 2) die heerlijkheid van Honssel met toebehoren en voerdt al datgene dat men van onser hofstad van Voorne schuldig is te lene te houden. Jan Potter de oude doet de eed voor haar
1545-01-02 (1544) |
Inv Arch Ambachtsheren van Cralingen regest 26
Jaartallenindex
Machtelt van Montfoert, gravin douwaigiere van der Merde en van Arenberch, vrouwe van Naeltwijk, Honsholl en Capel, verleent Geryt van Assendelft, die 2 paar zwanen hield bij het huis te Honingen, en twee paar in zijn heerlijkheid van Ouderschie, geheten de Hoogenban (vroeger genaamd Oedtziers ambacht van Cralingen), in leen van de burggraaf van Leyden, het recht om 4 paar zwanen te houden bij het huis Honingen, binnensdijk, maar nergens elders in Schieland, ook niet in Ouderschie, en het recht tot het aanstellen van een eigen pluimgraaf (transfix 1545-09-26)
1504-09-19 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden, Altena fol 2v, fol 3-5
Jaartallenindex
compareert voor aartshertog Philips Heer Jacob grave tot Hoorne, heer tot Altena en heeft met zijn vrye en eigen wille, en op alsulke conditie als seecker contract ende verscrevinge gemaeckt tussen edelen ende welgeboren joncheren Jacoppen jonckgrave tot Hoirne, ter eender- ende Everaerden van der Marck here tot Arenberch etc, ter andere zijde, dd 1504-09-01, ende beteijckent overmits handteyckenen hogeboeren fürsten heren Johan van Hoerne, heren Jacoppen graven tot Hoerne voors, beyden den voorgenoemden jonkeren heeren Cornelis van Berghen ende Richaerden Meriode dat breder begrypt ende uytwyst overgegeven ende opgedragen in handen mijns allergenadichsten heeren Eersthertogen voors. dat land van Altena met allen synen toebehoren gelyck hij dat nu in leen houdende is, ten behoeve des jonckgreven syns soons voorscr en dat laatstgenoemde vervolgens met dit leen beleend is. Actum tot 's Hertogenbosch. Maximiliaan bericht aan den eersten onsen deurwaarder of sergeant van wapenen "dat onse harde lieve en getrouwe neve, ridder van onser ordene van den Gulden Vlies heer Jacob jonckgrave van Hoorne vertoond heeft hoe zijn vader den 19e Sept 1504 hem volgens accoord gemaakt op 1 Sept met mr Everard v.d. Marck grave van Arenberch, had overgegeven het land van Altena en dat hij hiermede beleend was, doch de leenacte was niet ingeschreven". Hij wordt alsnog hiertoe toegelaten, 1509-04-30 te Mechelen
hier waren over: heer Cornelis van Bergen here tot Zevenbergen, jhr Floris van Egmont here tot St Martynsdyck, Lambrecht Millinck, leenamnnen van Holland, my present: Haneton