Bedoelde u soms?
afgeeist | afgelost | agelost | arghelist | arglist

14 resultaten

1374~ |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 130/Reg B Bloys Cas D fol 149
Jaartallenindex

Jan van Chastillon oorkondt: dat wi gegeven hebben Willem Hont Witteldenz en sine nacomelingen al dat ambocht dat men ons diken sal in dat eerste Nuwelant tussen Dreysscier ende Scouwen, dat is te verstaen maelrie, vogelrie, visschrie, alle boet en ban tot tyender ponden toe ende daer beneden ende al ambacht gevolget. En al dit voers. ambacht met al sinen gevolge sal Willem Hont ende sine nacomelingen houden tot een recht leen. Voert sal ons Willem Hont dienen mit desen voirs. ambacht gelyc als Dreysscier van den grote van den lande en alle poncten sonder argelist (zonder datum, tussen twee akten van 1374)

1527-12-12 | Arkel

Carth in Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 5a/St Geertruidenberg
Jaartallenindex

schepenen in Gorcum oorkonden dat Heynrick Aert Nerdenzoen opdroeg aan de Carthuisers buten St Geerdenberg, 8 morgen lands gelegen op t Rietvelt, daer Heynrick voers. nu ter tyt op woent, sonder die timmeringe daerop staende, oost: Ghysbert Willemsz en Dirck Claesz die Bruun, west: Zegher Hesselsz, streckende voer van den Lingestroom totten Nulantsen opslach toe. Dies geloofde broeder Jan Gavez procurator van de Cartusers voern. altyt metten voorscr. landen buerrecht te houden, sonder argelist. Onder staat: item hebben wij gecoft eodem anno op 12 mergen lants gelegen op Rietvelt, toebehorende de voors. Heynrick Aert Nerdenz 28 Kar gld etc

1407-08-03 | Oosterhout

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 91v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in Oosterhout oorkonden dat Jan van Emmichoven erkende verkocht te hebben aan het convent van de Sartroysen bij St Geerdenberg enen erffwech welyck te bruycken dwers over zyn lant op Craenschot gelegen, aff gemeten en affgegraven op haren cost, also breet als die wech is dit tot zynen lande voorn. comt, omdat zij haer lang dat zy van jvr van Loven, domicelle Angnete de Lovanio, vercregen hebben vryliken en erfliken hier over bruken mogen, behoudelyck Jans lant synen wech hierover altoes te houden. Ende dat zij oic ghebuer recht van den voirs. weg doen sellen ende al zonder argelist

Henric van Loen en Gheldolf Haec, schepenen

1531-05-19 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Gelre, Woerden fol 27v
Jaartallenindex

Marten van Rossem, heer tot Puderoyen, marscalck, als momber der nagelaten kinderen des erentvesten ind vroemen Wilhem Gheynt [Gent] den God genedige doe cond ende bekenne mits desen openen placaten brief dat ic constatere en believe der kinderen voors. sulcke constitutie van procuratie ind machtichscap als de eerbare juffr. Machtelt weduwe Wilhems van Ghenth voirs. gedaen heeft Wyer Seijghersen voor mannen van leen den eerbaren Johan Goltsteijn en Steven Velinck, und mede vor schepenen tot Doetinchem, Derick Slabbaert en Herman Poijse, also danen leen te ontfangen den huyse van Rynenburg, ofze ick dat vur mannen van leen ind schepenen selven ind persoonlick mede gedaen hebbe. Sonder argelist (1531-05-13, 1531-05-24)

1394-05-13 |

R.A.H. Coll Aanw 65 fol 155v/Mem B.D. fol 99
Haarlem Algemeen

item op St Servaesdach anno 94 geloofden in Haerlemmerbosch daer men jaechde, an Ghystgens hand van Diepenburch, tot mijns heren behoef, Gherijt heren Reynersz, bastard, en Dirc Jansz op hoer lyf en op hoer goed Andries Stevensz in te brengen in mijns heren stien in den Hage also sculdich en also onsculdich als hi doe was binnen 2 dagen na mijns heren vermanen, sonder argelist

1423-05-04 | Alkmaar en Haarlem

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland no 167 p 211/Memoriale XIII fol 89v
Haarlem Algemeen

up 4 Mei so loifden ende zekerden bi horen eede dese personen (zie op 1423-05-04) dat sij van hoirre stede sulke scepenenbrieven werven sullen als die uutscriften inhouden die him in die Raetcamer gelezen worden van den clerc van den Hage off sy souden weder in comen en leveren mr Jan in den Hage in sulken schyn als hi nu was. Alle argelist utgescheyden

1348-06-23 |

A.R.A. Leenkamer 47 fol 52 no 373a/Reg in Beijeren v. R. no 25
Haarlem Algemeen

hertog Willem oorkondt: dat Willem Costijnsz ons een bestant ghegheven heeft voir hem, sinen maghen ende helpers, tot onser trouwer luden behoef, scout, scepenen, Raet ende ghemene port van Haerlem ende hueren hulperen, tot Sente Jacobsdaghe naest comende, ende dien dat dach, al sonder arghelist, utgheset Symoen van Saenden ende Claus Varincrijc ende hueren maghen, ende die te bliven in alzulken vrede als daerof ghemaect is of ghemaect wort. Ende hier bi so en zullen Willem Costynsz ende sijn broeder Dirric dit bestant ghedurende, binnen onser port van Haerlem niet comen om onraet te scutten die daer of comen mochte. Welc bestant in allen manieren als voorscr. sonder argelist. In orconde etc ghegheven in den Haghe op St Jansavond middezomers anno 1348

Beets, van der | 1419-05-27

Rechtspraak Graaf van Holland III p 287
Achternamenindex

lofnisse Bartout Pietersz van der Beetz: " item des saterdages upten 27 dach in Mey is gecomen voir den tresorier here Florens van Borssel, Bartout Pietersz ende Pieter Gaefszoen ende heeft gelooft an dez tresoriershant tot mijns heren behoef up sijn lijf ende op sijn goet te beteren bi den tresorier, bi Willem van Brederode ende bij andere mins heren rade, die de tresorier dairbij neme sal, sulke brueken als dair him die scout van Yedam up en Manendage naistcomende van mijns heren wegen of toegesproken soude hebben. Ende heeft him vorder verwilkoert, dat hi dair geen weer tegen doen en sal met genen rechte geestlic noch waerlic sonder argelist. Mit vorwairden worde Bartout niet toegesproken tusschen dit en St Lambrechtsdage naistcomende, so souden zij van den borgtochte vrij ende gecwyt wesen"

borgen: Wouter Willemsz, Gherijt Willemsz, Jan Willemsz., Gheryt van der Beetse, Andries Claesz en Jan Claes

Wyffliet, van | 1341-05-24

Van Mieris II p 650
Achternamenindex

hertog Jan van Brabant oorkondt "dat wij oever een gedraagen zijn met onsen lieven weerden man Jan van Drongelen heer van Eethen ende van Meeuwen alse van eenrehande punden, die hem Jan van Wyflet op die tijt onse borchgrave van Huesden eyschende was, ende seggende dat hij niet schuldigh waar te gebruycken na zijn brieven in die gerechte van Eethen, Meeuwen ende Drongelen, waaraf hem die voers. Jan heeft met goede verscende raaden ..... ende bekendt heeft dat heer Jan van Wyflet, onse borchgraven van Huesden ofte diegene, die na hem borchgrave van onser weghe wesen sal, rechten ende opbueren magh .... in den gerichte van Drongelen vallen, boven 9sc toe; ende daer beneden die roeren hem te berechten sonder argelist. Voert heeft hem bekent de vors. Jan, dat Jan heer van Wyflet, onse Borchgrave ....."

1473-04-14 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 77/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat broeder Jacop Ruijt [v.d. Haer leest ten onrechte: Zuijt], prior v.d. Regulieren buiten Haarlem, met Pieter Jordensz als voogd, en Eedsburch Meynaert Hughenz weduwe met haar zoon Huyge Meynaertsz als voogd, verklaren dat zij overeengekomen zijn dat de prior namens broeder Pouwels Jacopsz, broeder in voornoemd convent, en Eedsburch namens haar zelve, geen aanspraak meer zullen maken op de goederen als aan Aernt Claes Florysz.z als man en voogd van Kerstine Pieter Janszdochter van der Zee toebedeeld is zoals in de transfixe scheidbrief verklaard staat. Op een boete van 150 £ gr Vls, te weten ⅓ deel tbv de hertog, ⅓ deel totter tymmeringe behoef an der parochiekerk binnen Haerlem, alzo als Claes Florisz den principalen brief, daer dit vidimus off spreeckt op dezen brief ende verbant de voors prior en Eedsburch overgegeven heeft, alle dinck sonder argelist. Met transfix dd 1473-04-14 bevattende een vidimus van een schepenbrief dd 1431-03-22 (1430)

Jan van Spankeren en Adam Gerijtsz, schepenen