18 resultaten
Amerongen, van | 1430
Thesauriersrekening Haarlem
Achternamenindex
Baertraet Vredericsdochter van Amerongen en haar zoon Jacob, Dordrecht: rente op Haarlem ½ jaar 4 £ 6sc (184 fol 87); 1440: 4 £ (198 fol 67); 1428-1429: op 1428-09-17 kopen zij deze lijfrente van 6 Wilh sc per jaar op Haarlem voor 85 £ 14sc (fol 54v); 1431-1432: (fol 40) haar rente 9£ 4sc; 1432-1433: 10£; 1433-1434: 10£ (fol 24v); 1434: (188 fol 19v) Baertraet en haar dochter Jannetge bij haar man Jan Kuyst, 3 Wilh sc, maakt 5£ 2sc; (fol 20) Baertraet en haar zoon Jacob bij haar man Jan Kuyst Gerytsz, 5£ 2sc, met Jannetge 3£ 14sc 7½d; 1435-1436: (fol 54v) met Jacob 3£ 14sc 7½d
1480-03-20 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 165/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
Vrederijc Symonsz, schout in den ban van Coedijck, oorkondt dat jvr Agnyese Ailbrechtsdochter van Raephorst met haar man en voogd Gheryt Jansz geliede dat zij uit minne ende liefe, die zij uit naam en van wege haar dochter Baertraet Daniel van Noirtichsdochter, toedraagt aan het Zylklooster te Haarlem, waar Baertraet al vele jaren gewoond heeft en nog woont, erkent schuldig te zijn aan genoemd klooster 10 R gld jaarlijkse erfrenten in een eeuwige erfpacht staende op ter helft van een sate lants ghelegen in den ban voirs te Sinte Pancraes, gheheten den binnencoech mitten oisteren dijck, leggende op die wairt, dien als nu int geheel bruijct Gherijt Dircxz, sjaars om 40 R gld, ende heeft se in huyre 10 jaar lang durende. Losbaar deze rente met 100 R gld. Bezegeld door de schout en door haar man Gheryt Jansz
1485-07-04 | Haarlemmerliede
R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 85 regest 68; zegels: G.A. Haarlem Inv 915 fol 76v hs van Alkemade en van der Schelling
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Baertraet Roepers Florys Willemsz weduwe met haar neef Dirck Potter als voogd, erkent verkocht te hebben aan Willem Engbrechtsz scoemaker, enige percelen in de ban van de Liede: 1) een stuk land van ± 7 hont in de Waert, an d'een zide: Claes Henricsz erfnamen, an d'ander: St Elisabethsgasthuis, 2) ⅛ deel van 2 morgen lands, onderdeeld met de voors. Willem, noord: Vechter Garbrantsz c.s, oost en west: de Zomerwech, zuid: Claes van der Meer, 3) ⅛ deel van 2 morgen lants gemeen met dezelve Willem, oost: Wiven van Veen, west: Magdaleen Pietersdochter, zuid: Willem Dircsz, noord: die Zomerwech
Floris Gael Claesz (alleen randschrift, zegel: 2 dwarsbalken beladen met 5 spitsruiten) en Willem van der Voerde (3 dwarsbalken beladen met 9 St Andrieskruisjes), leenmannen
Cranenburch, van | 1367-06-29
Ned Leeuw 1923 p 328/Twickel Leenregister Wassenaar AA fol 29
Achternamenindex
Dirc van Wassenaer, burggraaf van Leiden, beleent zijn neef Enghebrecht van Cranenburch met de woning tot Cranenburch met 7 morgen land en de tiende in het ambacht van der Haghe, waarvan jvr Baertraet uten Were de andere helft houdt; als er geen nageslacht is komt dit goed op jvr Aechte vrouw van Joenys van Ocshoirn [Oudshoorn], Enghebrechts zuster
1483-12-10 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 79 regest 66
Jaartallenindex
schepenen van Leiden oorkonden dat Thyman Jansz van Alcmaer verkocht heeft aan Claes Jan Claesz een brief waarbij Adriaen van Bakenesse Jacob van der Cousters zwager erkende aan Thyman Jansz verkocht te hebben zeker land te Heylo en dit weer in erfpacht nam dd 1478-09-14.In dorso: ic Claes Jan Claesz bekenne dat ic wel betaelt ben van alle recht ende toeseggen dat ic an desen brieffe ende alle ander brieven daer dese of spreket, ende ic scelde mr Jan Roeper tot behoeff van Baertraet van Bakenesse Adriaen Roepers [daarof quyt]. Actum 1486-08-20. Ende mr Jan voors. heeft mij den obligatie weder geleverd die Thyman van mij hadde. Dach en jaar als hiervoren. In kennisse geschreven met myns zelfs hand (vgl 1478-09-14)
Geryt Rijswijc (met zijn zegel) en Geryt van Zonnevelt, schepenen
1401-03-19 (1400) | Heemstede
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 46/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan van Foreest Dircxsoen gheliede dat hij vercoft heeft aan Willem Gale als een gasthuismeester aldaar tbv het gasthuis, de helft van een camp lands gelegen an die Spaerne zide ghemeen ende onderdeel met Lijsbet Dirc Bannensoens weduwe, in de ban van Heemstede twisken dat gasthus voirs an die ene zide, Baertraet van der Huse an dander zide, streckende van den wech an Ghijsbert van Rietvelt
Claes Pouwelsz en Jan Hughenz, schepenen
1410-05-25 | Heemstede
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 29/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Aelbrecht Ban voor zich zelf en voor zijn zwagher Heynric Hermansz, dair hi voor loifde te waren, Florys Ban ende Hughe Dirxsoen voir hemselven, gheliden dat si vercoft hebben in ghesamenderhant den gasthuismeesters aldaar ½ van een camp lands die gelegen is binnen den ban van Heemstede in ghemengheder voere met den gasthuse voirscr, ende belent hebben mit erve noord: Baertraet van der Horst, Symon van der Sare [Scure ?] ende Philps Hughensoen, oost ende zuid: 't gasthuys voirscr, westwaerts streckende an die lane
Lottijn Gherytsz en Matheeus Jansz, schepenen
Weer, uter | 1367-06-29
Ned Leeuw 1923 p 328/Twickel Leenregister Wassenaar AA fol 29
Achternamenindex
Dirc van Wassenaer, burggraaf van Leiden, beleent zijn neef Enghebrecht van Cranenburch met de woning tot Cranenburch met 7 morgen land en de tiende in het ambacht van der Haghe, waarvan jvr Baertraet uten Were de andere helft van hem houdt, met een paar zwanen te houden in Winnendaelremeer; als er geen nageslacht is komt dit goed op zijn zuster jvr Aechte vrouw van Joenys van Ocshoirn [Oudshoorn]; 1324-04-29: beleende Philips zijn neef Philips Hughenz met de woning te Weer met 16½ morgen land, de tiende te Scheveninge, waar Jan Enghebrechtsz het andere deel van heeft
1485-11
folio 47v XLVII 1484-1486
Transportregister Haarlem
heer Jan van der Horst en mr Claes Zael van Hoern, priester en testamentoers van wijlen heer Symon van der Horst en Baertraet van der Horst, bagyn op ten Hof binnen Haerlem, recht zuster ende erfname van de voors. heer Symon met Adam Gerijtsz als voogd erkennen dat heer Symon bij zyn leven aan genoemd klooster [het bagynhof te Haarlem?] besproken heeft omtrent 10 hondt lants in de ban van Zassenem dat in voerleden tyden gebruijct heeft en noch bruyct Willem Florisz de coster te Sassenem, after wiens huijs dat land leijt
1316-01-02 (1315) |
Cartul St Jan Haarlem no 899
Haarlem Algemeen
Baertraet, beghine, dochter Willaems persoenre, daer God die ziele of hebben moet, oorkondt dat zij haar deel van den Crucelande dat aan ons gekomen is erfelijk van onzen lieven broeders Hughen weghen, daer God die ziele of hebben moet, dat gheleghen is bij den Poele, ende an Willaemslande van Leijden, des clercs, ende noch leyt met Aelbrecht Heynenzoens lande ghemene, heeft opgedragen tbv Jacob bisschop van Zuden, tbv het St Janshuis te Haerlem, na haar dood. Zoolang zij leeft zal men haar van het voorn. land geven 3½£ Holl sjaers, die wi voer Hughen ons broeders ziele voerseit jaerlix den armen delen moghen als ons best doncket
bezegeld met het zegel van haren Gheraert, deken van Kenemaerlant, heer Gheraerts zegel ons capellaens en Bruijns zegel ons zwaghers