3 resultaten

Cats, van | 1273-06-24

v.d. Bergh II no 253
Achternamenindex

Anthonis zoon van Pieter van Arnemuden, en Barthelomeus Gillemansz, Boudin Willemsz en Allard Hughenz verkopen al hun goed te Arnemuiden aan Floris van Henegouwen

Bezegeld: Tonis van Arnemuden, Bartholomeus, met het zegel van Pieter van Subburg , zijn oom, Willem Boudinssone, onder het zegel van zijn neef Tonis van Arnemuiden, Wisso van Coudekerke, Claise van Kads, Arnout van Coudekerke, Willem Janssone

Coudekerke, van | 1273-06-24

v.d. Bergh II no 253
Achternamenindex

Anthonis, zoon van Pieter van Arnemuden, Barthelomeus Gillemansz en Boudin Willemsz oorkonden over de verkoop van goederen te Arnemuiden aan Floris van Henegouwen en het goed van Allard Hughenz in tienden en ambachten

bezegeld: Tonis van Arnemuden, Bartholomeus, met het zegel van Pieter van Subburg, zijn oom, Willem Boudinssone, onder het zegel van zijn neef Tonis van Arnemuiden, Wisso van Coudekerke, Claise van Kads, Arnout van Coudekercke, Willem Janssone

1513-05-18 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 280 en 280 I
Jaartallenindex

Aernt van Haemstede contra Marinus van Haemstede. Tussen partijen was een geschil ontstaan over de verdeling van de boedel van hun vader Witte van Haemstede. De zoons hadden bij willige condemnatie beloofd een rente van 2x 40 £ per jaar, die Witte had toegedacht aan zijn dochters Franchoise en Anastasia, die nonnen waren in het klooster Thabor bij Mechelen, te zullen uitkeren. Hiervoor was o.a. land op Schouwen als zekerheid gesteld. Bij de definitieve boedelscheiding kreeg eiser het betreffende land toegewezen; de minderjarige broer Wittekin, had, zonder consent van zijn voogden, geaccepteerd de renten te zullen betalen. Toen de renten niet op tijd werden uitgekeerd ging het klooster over tot executie op land van Aernt (E.A. dossier 280). Intussen was tussen Aernt en zijn broeder Marinus een geschil ontstaan over de betaling van de pacht van land onder Bruinisse. Hierbij: c) mandement dd 1513-05-18 Mechelen aan een deurwaarder om aan Wittekyn van Haemstede op te dragen de rente aan zijn zusters uit te betalen; d) mandament dd idem aan de deurwaarder om aan Marinus van Haemstede te bevelen geen pachten, vervallen vóór 1509-06-29 in ontvangst te nemen en het teveel ontvangene aan eiser af te dragen; e) deurwaarder Anthonis Boudynsz legt dit mandament op 1513-06-20 te Bruinisse ten uitvoer, en beveelt aan Heyn Kerstiaensz als pachter om de pacht niet aan verweerder af te dragen; f) dezelfde draagt te Bruinisse een Zierikzee aan verweerder en voogden van Wittekin op, de rente aan zijn zusters uit te betalen; g)1512-03-19 Mechelen in het geschil tussen Cornelis Pietersz met de Proc. Gen. tegen Aernt van Haemstede, die te Mechelen gevangen zat; 1512-03-20: de Grote Raad besluit Aernt uit zijn gevangenschap te ontslaan. Aernt belooft aan de voorwaarden te voldoen; onder e) relaas van de deurwaarder Symon Indevelde die het mandament dd 1514-02-14 (inhoudende het bevel aan de voogden van Wittekyn te dagvaarden opdat zij de verklaring van hun pupil, dat hij tot betaling der renten gehouden was, zouden onderschrijven) te Zierikzee heeft ten uitvoer gelegd en de weesmeesters Barthelomeus Jansz, mr Jan Faes, Cornelis Jacobsz Baije als voogden van Wittekijn tegen 17 Mrt dagvaardde voor de Grote Raad; onder f) relaas van de deurwaarder Anthonis Boudynsz die het mandament op 1514-03-03 ten uitvoer legde en te Hulst Jos van Gistelle en te St Gillis (in het land van Waes) Marinus van Haemstede als voogden van Wittekyn dagvaardde