3 resultaten
1569-01-01 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 68, 69
Jaartallenindex
schout en schepenen in de ban van Bergen oorkonden dat Sebastiaen Craenhals, bailiu van Bergen, verklaarde dat omme te becomen enige gereede penn. tot betaling van diverse nootlycke wercken van de dyckage van der Bergermeer, geordonneert is geweest in t openbaar te verkopen zekere nieuw bedykte landen, zodat er diensvolgens zekere zitdag gehouden is te Alkmaar op het stadhuis aldaar den 7 Oct. 1568, en is aldaar gecompareerd Claes Harcxz, burmeester der voors. stede, en heeft gecoft namens het oude convent te Alkmaar, 1 morgen 68 roeden 12½ voeten lants an die wyelanden op te westzijde, tussen den wech ende t ouderland van het voors. convent belend zijnde. Daar Craenhals hiertoe door de rekenkamer speciaal geauthoriseerd is by acte dd 23 mei 1568, onder t signet van de camer en getekend R [?] van Valckesteyn, verkoopt Craenhals de genoemde morgen aan het Oude Hof voorn. Eodem die koopt Claes Harcxsz q.q. voor het Oude Hof nog een stuk land in de nieuw bedijkte Bergermeer, 248 roeden 9 voeten, belend oost en noord: het Oude Hof te Alkmaar, west: Cuijlkebreeck
Sebastiaen van Geersbergen, schout, Vrerick Jansz en Pieter Garbrantsz, schepenen
1641-05-23
R.A.H. O.R.A. 2102 fol 68v/Transportregister Egmond
Transportregister Egmond
schout en schepenen van de Egmonden oorkonden dat de eerbare juffr. Judick van Boeckholt, weduwe van Ariaen van Herlaer, geassisteerd met Anthonie van Dortmont, secretaris van de Egmonden als haar gecoren voogd, transporteert aan de E. Gerardt van Valderacken, haren swager, ½ van een stuck land, gemeen, en toebehorende de andere ½ aan de voorn. Vladeracken, genaemt "de lange weijtgens", groot qualyck 3 morgen in t geheel, gelegen in de ban van Egmond, west: de Cleijpetten, oost: mr Willem van Veen, offcier tot Grootebroek, zuid: Crijn Andriesz, noord: de oude Vaert, afgekomen van het graafschap van Egmont. Vervolgens ruilt Gerard van Vladeracken dit land met de Ed. Heer Burgemeester Cornelis van Sonnevelt, dijkgraaf van de Honsbossche en duynen tot Petten, voor diens huis staande te Alkmaar, in de Papestraet naest de Jonge Doelen, en belend zuid: Dieuwer van Mercken, noord: de jonge Doelen, west: de Papestraat, oost: de voors. Dieuwer van Marcken. Gerard transporteert het land vervogens aan Cornelis van Sonnevelt "mette oude brieven deur desen besegelt ende aengehecht, gelyck de voorn. comparants sa. schoonvader Ludolff van Harlaer t selvige heeft becomen"
1508-08-02 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 261-267, 206/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Heynrick die bastaart van Nyenrode klaagt aan de Staten van Utrecht over het uitvoeren van zijn paarden door de Gelderschen "die een reysie voor ende die ander reysse na becomen hebben" en hem voor vijand houden, omdat de Bourgondischen zijn huis ingenomen hebben. Gedaen op het huis te Abcoude. Op 23 Aug d.a.v. klaagt Karel hertog van Gelre bij de Staten van Utrecht dat men hem over het uitvoeren van 8 of 10 paarden door de Gelderschen ten nadele van Henrick de bastaard van Nyenrode "zoo hard verdedingen will", daar aan hem huis, hof en goed door de Bourgondischen zijn ontnomen, en de Gelderschen dagelijks uit het huis van Nyenrode worden aangetast en beschadigd. Op 24 Aug. d.a.v. verzoekt Henrick aan de bisschop van Utrecht hem behulpzaam te zijn met het terugkrijgen van de hem ontnomen paarden. De bisschop verzoekt aan de Staten van Utrecht om hem daarbij behulpzaam te zijn. Op 22 Oct verzoekt Henrick aan de Staten te bewerken dat hij in het bezit van zijn huis worde hersteld. Hij bericht dat hij met veel moeite Floris van Ysselsteyn bewogen heeft, om deszelfs kapitein Heinrich Prijcs naar den Haag te zenden, ten einde betaling te erlangen voor hem en deszelfs knechten. Hij klaagt dat zijn huisvrouw op weg naar de stad Utrecht, door de Gelderschen van al haar goed is berooft, en verzoekt hulp en raad in deze, gedaen huis te Abcoude. De bisschop meldt dat hij aan bovenstaand verzoek gevolg heeft gegeven. Op 1 Nov. bericht Henrick van Nyenrode aan de Staten van Utrecht dat hij zijn huis heeft terug bekomen, en verzoekt te mogen weten hoe hij zich verder als een goed Stichtsch man moet gedragen