1514-02-21 (1513) |

A.R.A. 488 no 130/Sent. Hof van Holland

Jaartallenindex

Jannigen Willemsdochter, weduwe van Joest [Louff ?] Gerytsz, impetrant in cas van reformatie, contra Gielis van Heussen, verweerder, zwerende zekere vonnesse bij die gerechte van Haerlem gewesen tot achterdeel van der voorsz. impetrante ende tot voordele van den voirs. verweerer, daer bij die voirs verweerer toegewesen zijn geweest alle die gueden achtergelaten bij Jacob Claisz van Heussen. Het Hof vernietigt dit vonnis en beslist dat genoemde goederen in drie deelen gesplitst zullen worden, waarvan verweerder zal hebben ⅔ deel volgens de huwelijksvoorwaarden daar aff int proces mentie gemaect wordt, ende die impetrante voir die begift .... van de voors. Jacob Claisz houren zoen, voor het andere ⅓ deel. Compensatie van costen