3 resultaten
1546-12-08 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 656v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
nopende de nieuwe sluis van Sanerdam. Mr Gheryt Willemsz, geboren van Delft, Gysbrecht Woutersz, van Schoonhoven en Belye Aertsdochter, weduwe van Pieter Jansz, ook van Scoenhoven, als werkluyden van de sluyse binnen Edam geordonneert tot commoditeyt van t gemeene land, requesteren aan het Hof om betaling van hun resterende penn. te krijgen en vergoeding van schade voor de late betaling. Het Hof beslist dat zij wat hun schade aangaat, geduld moeten oefenen tot de sluis voltooid is, "ende ten eynde men het hout van de voors. sluyse tot Halteren leggende, bequamelick nederwaerts mach brengen tegen den tijt dat men t selve sal behouven, ordonneert het Hof Bartelmees van Teylingen, ontfanger van de penn. omgeslagen tot makinge van de voors. werken, den supplianten uit te betalen de rest van de tweede termijn. In het opschrift staat "Sanerdam", in de akte: "Edam"
1546-02-25 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 474-477/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
mr Cornelis Vredericsz van der Goude, mr steenhouder ende metselaer, is op 1545-09-30 door de commissarissen van de keizer geordonneerd tot het leggen van een steenen sluys tot Sanerdam, aengenomen heeft het lichaem van deselve sluyse te maken van steenen voor de somme van 5600 ponden, op de conditien in het bestek vermeld. Hij was echter in gebreke gebleven borgen te stellen en verklaarde dat het hem niet mogelijk was. Hij zou ermee tevreden zijn dat iemand op zijn kosten namens de rentmeester van de duinen tot Petten, die in zijn presentie alle de materialen diemen tot het voors. werk behouven sal bij zynen adviese ende tot zynen pericule coope tot Sanerdam, bestelle ende dezelve mette crachten van dien en het arbeytsloon betale van de 5600£. De rentmeester verklaarde hiermede tevreden te zijn, indien hij niet aansprakelijk gesteld werd voor de borgtochten of voor extra kosten bij overlijden van mr Cornelis of verhoogde kosten. "Gemerckt oick de voors. mr Cornelis geseijt werd een van de beste meesters van dese conste in Holland te wesen die gelycke werken wel gemaict heeft" gaat het Hof hiermede accoord
1531-02-15 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 37v-41v
Jaartallenindex
Jan Cornelis Florisz, burgemeester, en Jacob Jansz, schepen der stede van den Briel, oorkonden dat Joost van Cleijburch, krachtens octrooi van de keizer verkregen dd 1529-09-25, ratificeert alsulcke makinge als hij en zijn vrouw jvr Cornelie Adriaen Janszdochter elkaar in voorleden tijden gemaakt hebben [1505-01-26]. Verclaerde voorts de voors. Joost van Cleyburch, testator, dat de meeste landen die hij nu met zijn vrouw bezit "sijn geinundeert ende mitten watere bevloyt sijn, waertoe men groote penningen zal behouven om deselve heure landen weer te brengen in heuren eersten staet". Hij vergunt nu zijn vrouw eventueel landen te verkopen om de benodigde penningen daertoe te verkrijgen. Verbeteringen aan het goed zullen dan niet ten goede komen aan zijn erfgenamen maar aan de hare. Al haar clederen, juwelen etc zullen haar blijven. Aan Neelkin Pietersdochter, nu ter tijt wonende bij de testator, maakt hij alsnog 30 schell per jaar haar leven lang, zolang zij niet tegen de wil van zijn vrouw huwt of geestelijke wordt. Indien Neelkin dan kinderen krijgt, zullen deze de rente van 30 schell behouden. Hij benoemt tot zijn executeurs testamentair: zijn neef heer Cornelis Claesz, priester, Andries van Bronchorst, Raad van Holland, Jan Cornelisz van Kerkwerve, rentmeester van het land van Voorne, Willem Boudinsz van Drenkwaert. Voor hun moeite maakt hij hun elk 6 Kar gld of 20 sch gr Vls (vgl 1529-09-25 en 1532-01-02)