1 resultaten
1622-08-30 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1150-1154, 1154-1157
Jaartallenindex
deductie van de heeren Strick, van der Haer en Bijlen overgeven ut naem ende van wegen Daniel ende Cornelis de Ridder van Groenesteijn en zijn broer Anthonis de Ridder, waarin zij bewijs leveren dat zij gequalificeert zijn tot de jacht en dat hun voorvaderen edellieden waren en dat haar hofstede Groenesteijn altijd riddermatig is geweest. Zij noemen enkele voorouders die zelf ook met edele personen gehuwd zijn geweest; 1585-02-23: is Willem die Ridder van Groenesteyn door de prince van Oraengien tot maerschalc van het Overquartier aangesteld als jonchere. Door de troebele jaeren ende viandelijcke affbrandinge van de hofstat Groenesteijn ende berovinge sijnder goederen heeft hun grootvader Anthonis de Ridder van Groenesteijn syn wooninge moeten verlaten en heeft zich binnen Utrecht toegelegd op de exercitie van brouwen. Ende geleth de supplianten anders niet en obsteert dan het partijdich opritsen van de here maerschalck jonker Eernst van Reede, ende dat deselfde sulcx alleenlyck doet ut bittere viantschap, vermits hij seijt dat de supplianten iedtwes van desselfs moeder geseijt souden hebben, hetwelck nochtans expresselyck ontkent wordt. Dezelfden requestreren ook over beledingen hun door Eernst van Reede en lichamelijk letsel hun door diens dienaars aangedaan. Die Gedeputeerden van de Staten gehoort het voors. rapport doen aff bij desen d'interdictie van jaegen, in de voors. appte geroert etc etc (kort samengevat)