Nyenrode, van | 1478-07-20

Berigten Hist Gen IV p 111/Arch Nyenrode

Achternamenindex

Gerard van Rijn beleent, als voogd van zijn neef en zwager Johan van Nyenrode, N.N. [de Geer noemt de naam van de beleende niet] met een hofstede te Breukelen

1401-06-04 |

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 731v, 732/Liber V fol 422v, 423

Jaartallenindex

verliede myn heer Willem Jansz, na dode van zijn oom Thomas Hugenz met 2 stukken land gelegen in West Voorne, ende geheten sijn Polre en die Tegelrie, leen van Voorne. Eodem die beleende de hertog Lam Heijnenz, na dode van zijn vader Heyn die smit, met 2 stukken land in West Voirne, geheten Lievynshoec ende Sceluwairts mete. Eodem die beleent de hertog Claes Heynenz, na dode van zijn vader Heynric Dircsz, met 2 stukken lands, gelegen in West Voirne, geheten die Polre en Camsmete

mannen: de heer van Wassenaer, heer Jan van Heemstede, heer Gysken van Diepenburch

Jonge, de | 1381-03-23

Arch Nassau Domeiraad I fol 133/Ned Leeuw 1935 p 109

Achternamenindex

Ludeken de Wilde, ruwaard van Putten en Strijen, oorkondt dat hij en heer Marten, deken van Geervliet, Jan Hughenz van Almonde en Otte Coudehavere als mannen aanwezig waren toen hun heer, de heer van Gaasbeek, Melis Hendricksz [de Jonghe] met zijn leen beleende

Almonde, van | 1381-03-23

Arch Nassau Domeinraad I fol 133/Ned Leeuw 1935 p 109

Achternamenindex

Ludeken de Wilde, ruwaard van Putten en Strijen, oorkondt dat hij en heer Marten, deken van Geervliet, Jan Hughenz van Almonde en Otte Coudehavere als mannen aanwezig waren toen hun heer, de heer van Gaasbeek, Melis Hendricksz [de Jonghe] met zijn leen beleende

Coudehaver | 1381-03-23

Ned Leeuw 1935 p 109

Achternamenindex

Ludeken de Wilde, ruwaard van Putten en Strijen, oorkondt dat hij en heer Marten, deken van Geervliet, Jan Hughenz van Almonde en Otte Coudehavere als mannen aanwezig waren toen hun heer, de heer van Gaasbeek, Melis Hendricksz [de Jonghe] met zijn leen beleende

Barendrecht, van | 1372-06-13

Berigten Hist Gen IV p 84/Archief Nyenrode

Achternamenindex

Gysbrecht heer van Vyanen en van den Goye beleent Jutte, echtgenote van Herman van den Rijn en dochter van Gysbrecht van den Vliete, bij opdracht van Johan van Berendrecht Clawaertsz van de Poele, met 20 hofsteden te Breukelen en andere goederen; 1298-01-02: beleende Bernd van Dolre met dit goed zijn neef Gysbrecht van den Poele

getuigen: Sweder van Blomensteyn, ridder, Everard van den Ryn, Hubert van der Cule, leenmannen van Vianen

Cuyl, van | 1372-06-13

Berigten Hist Gen IV p 84/Archief Nyenrode

Achternamenindex

Gysbrecht heer van Vyanen en van den Goye beleent Jutte, vrouw van Herman van den Rijn en dochter van Gysbrecht van den Vliete, bij opdracht van Johan van Berendrecht Clawaertsz van de Poele, met 20 hofsteden te Breukelen en andere goederen; 1298-01-02: beleende Bernd van Dolre met dit goed zijn neef Gysbrecht van den Poele

getuigen: Sweder van Blomensteyn, ridder, Everard van den Ryn, Hubert van der Cule, leenmannen van Vianen

Poele, van den | 1372-06-13

Berigten Hist Gen IV p 84/Archief Nyenrode

Achternamenindex

Gysbrecht heer van Vyanen en van den Goye beleent Jutte, echtgenote van Herman van den Rijn en dochter van Gysbrecht van den Vliete, bij opdracht van Johan van Berendrecht Clawaertsz van de Poele, met 20 hofsteden te Breukelen en andere goederen; 1298-01-02: beleende Bernd van Dolre met dit goed zijn neef Gysbrecht van den Poele

Boschuysen, van | 1445-05-02 - 12-02

Van Mieris Vervolg p 39, 46

Achternamenindex

hertog Philips beveelt zijn aangestelde schout en schepenen van Leiden geen recht te doen op het dagen van Florents van Bosschusen, die van het schoutambacht verlaten was; 05-14: uitspraak over het verschil van Florents van Boschusen met Simon Vrederik Willemsz over het beleende schoutambacht [van Leiden]; 12-02: vrijheid aan Willem van Boschuysen gegeven om van zijn leenland bij zijn huis buiten Leiden twee morgen te doen uitdelven om steen te bakken

Botter | 1470-06-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 198

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Henric van den Broec, priester, rector van het nonnencloester van St Aechten tot Amersfoort bij de Speude, verzoekt als gemachtigde belening na dode van Aelbert Botter, met al de goederen die het convent in leen houdt van de abdij van St Paulus; vervolgens wordt Evert van Lielaer er tbv het convent mee beleend; Thonis Brant is hierna de beleende tbv het convent (de Stege fol 10)

mannen: Evert van Heeze, Symon Sarasaen Jansz