2 resultaten
1482-09-11 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 957
Jaartallenindex
Johannes Theodrici ex Delff, notaris, instrumenteert dat Theodrica de Maelste, dochter van wijlen Fredericus de Renys op 4 Sept, tijdens haar proefjaar, het klooster ontvlucht was en (zich) naar haar broeder Johannes de Renys en haar andere verwanten te Elffdyck in Zeeland had begeven. Haar broeder had haar echter onder geleide van Helmigius de Doirnick, een bloedverwant en een kamerjuffrouw Johanna genaamd, naar de abdij teruggezonden, waar toelating aanvankelijk geweigerd werd. Eindelijk wordt zij toegelaten onder voorwaarde dat zij belooft geen ontvluchtingspoging te zullen ondernemen en dat Helmich plechtig belofft dat hij haar niet zal helpen te ontvluchten, en verklaart dat hij haar ook bij haar ontvluchting niet geholpen heeft. Acta in villagio de Reynsburch in domo inhabitationis Jacobi de Bergis
presentibus: mr Johanne [de Wassenaer] pastore parochialis ecclesie de Rynsburch, Philippo de Mattenes, Thoma Hoechstraten, Jacob de Bergis
1582-02-15 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 12, 13
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Claesz, waert in t Vaele Paert tot Alcmaer, heeft vercoft Cornelis Pietersz en Pieter Jacobsz de Laet als voochden van het weeskint van wijlen Wouter Garbrantsz, tot Coedyck, ⅙ part van een stuk land groot in t geheel 9 geers en genaemd "Dirck Tyssen weijt", liggende in de ban van Outcarspel, noord: Wyerts weijt, zuid: die Con. Maj. vroonlanden genaamd "die Sytwind". Stelt tot onderpand voor de vrijwaring al zijn goederen. Borg: Frans Michgielsz, van Coedyck, die tot onderpand stelt een stuk lants genaemd "Platven", groot 2½ geersen, binnen onsen banne, zuid en oost: die dycgraaf van Geestmerambacht, Cornelis Jansz van der Nyburch, noord: die kerckeweijt. Vervolgens transporteert hij aan Cornelis Pietersz en Pieter Jacobsz Laet (boven staat: Jan Dircsz, en in margine staat: ut Brueck op Langedyk), voogchden van het achtergelaten weeskint van wijlen Wouter Garbrants, buerluiden tot Coedyk, ⅙ part in een stuk land, groot het gehele land omtrent 9 geersen, in de ban van Outcarspel, genaemt "Dirck Tyssen weyt", noord: Weijerts weyt, zuid: Vroonland Sydtwinde. De voorn. Cornelis Pouwelsz belofft q.q. vrijwaring
Jan Gerritsz, schout, Egbert Jacobsz en Pieter Cornelisz, schepenen