Bedoelde u soms?
beneficie | beneficien | beneficio

3 resultaten

Oosterwijk, van | 1350-02-25

Dr R Post: Supplieken aan de pausen II p 186
Achternamenindex

een benefitie in de St Mariakerk te Utrecht, vacant door de dood van Johannes de Oosterwijk

1545-09-03 |

Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 117 (geinsereerd in 1545-09-14)
Jaartallenindex

de broers Martyn Thielmansz en Allert Tyelmans, tevens vervangende hun ander jonge broeders, consenteeren zonder dwang dat hun oudste broer Jan Thielmansz, nu ter tijt waerachtich ghifter ende collator van een cappelrie ofte benefitie geerigeert ende gefundeert bij Jan Dirxsz Loef, clerck onder het bisdom van Utrecht ende zijn moeder Margriete Gherrytsdochter, in de prochiekerke van St Jacob in den Hage aldaer op St Jacobsaltaer, zall te zijne wille ende beliefte die ghifte ende collatie van de voorsz. vicarie mogen alieneren, transporteren ende vuyterhandt overgeven zoe hem tselve goedtduncken zal. Zij beloven zich op geen enkele wijze hiertegen te zullen verzetten. Aldus opgemaakt ten huize van Franciscus Gerbrandi, notaris, wonende in de Cleyne Houtstraete, ten overstaan van Cornelis Pietersz en Wollebrant Jacobsz, poorters van Haerlem, als getuigen

1517-05-30 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 302/Beroepen Holland dossier 334
Jaartallenindex

Floris van Wyngaerden, raadsheer in het Hof van Holland en Juliana Thomas Bueckelaersdochter, weduwe Dirick Jan Soncken, contra Jan van Outheusden [Woutersz], man van Marie Thomas Bueckelaersdochter. Tussen partijen was in 1516-1517 een geschil ontstaan over het bezit van de korentienden van Alblas en Alblasserdam. Deze werden door van Wyngaerden van zijn schoonzoon Thomas Bueckelaer (stierf 1516) gekocht; deze had ze op zijn beurt in 1498 van Claes van Assendelft gekocht. Van Wyngaerden had de tienden aan Juliane verkocht onder voorwaarde dat zij alle schulden zou voldoen die haar vader bij Floris had gemaakt. Zij mocht de papieren niet overdragen vóór alles vereffend was. Van Outheusden wist echter de papieren in handen te krijgen, en verkocht deze vermoedelijk aan Gerrit van Assendelft. Van Wyngaerden vroeg en verkreeg van het Hof van Holland op 1517-05-30 bevel aan verweerder om deze stukken ter griffie te deponeren. Verweerder stelde dat hij de papieren reeds vóór het proces aan Gerrit van Assendelft had overgedragen. Deze ontkende, doch verklaarde daarna dat van Wyngaerden en mr Franchois Soncken van hem een verklaring hadden gekregen dat de papieren aan zijn moeder waren overgedragen. Eisers stelden voorts dat verweerder (die afstand van de erfenis van Beuckelaer zou hebben gedaan) geen machtiging van de erfgenamen bij benefitie van inventaris had gekregen, om de overdracht te doen. Verweerder heeft de tienden nooit bezeten en eisers menen dat de verkoop aan van Assendelft nietig is