1 resultaten
1462-04-18 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 61/Reg Charolais fol 32
Jaartallenindex
Charles de Bourgoigne conte de Charrolois etc schrijft aan Anthone Michiel dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van Ernoul de Goerll, natif de nostre ville de Gorinchem et a present bourgeois et demeurant a Dordrecht, inhoudende dat ten tijde van wijlen de heer van Santes, gouverneur van Holland, Jehan de Goerll, broeder van de voors. suppliant, in leen hield van de heerlijkheid Arkel une masure avec 8 hont lants in de parochie van Schaluynen, en 3½ morgen lands aan de oude Ghiessen, alles in het land van Arkel, en dat hij in presente van leenmannen dit leen had overgedragen aan zijn broeder, de suppliant, die door de heer van Santes er mee beleend werd. Hij ontving geen leenbrief, doch het werd vermeld in de leenboeken van Arkel, waarvoor hij aan le maistre dudit registre qui fut feu mr Pierre de Renisse de Beoistenzwede et a Adriaen le Cuper hun rechten en salaris betaalde. Toen de heer van Charolais zijn leenmannen opnieuw beleende, werd de bedoelde belening in de leenboeken van Arkel niet aangetroffen, maar het stond nog ten name van zijn broer Jean van Goerll. Hij stelt dat dit een fout was van mr Pieter van Beoostenzwede, die meerdere fouten gemaakt had. Dat hij dit leen zelfs tijdens het leven van nu wijlen zijn broer Jean van Goerll reeds gebruikt had. De heer van Charolais pardonneert hem deze omissie, op welke wijze deze ook ontstaan mag zijn, en vergunt hem belening (vgl 1462-05-01 en 02)
leenmannen: de heer van Ysselsteyn, Boudyn van Zwieten en Godschalk Oom