beeresteijn | bekesteijn | bekestein | berensteijn | berestein | beresteyn | berestijn
18 resultaten
Beresteyn, van | 1709-06-25
Arch. Gecomm. Raden v.h. Noorderquartier, inv. 51
Achternamenindex
lijfrenten kantoor Alkmaar: Jacobus van Aldenhoven 1000 gld ten lijve van Catharina Beresteijn, oud 26 jaar, daar ouders van waren Jacob Beresteyn en Catharina van Aldenhoven, fl 90. Dezelve 1000 gld ten lijve van Jan Beresteijn, oud 12 jaar, ouders als voren, fl 90. Idem fl 500 gld ten lijve van Catharina Beresteyn, voorn, fl 43 en 500 gld ten lijve van Jan Beresteyn voorn, oud 13 jaar, fl 45
Beresteyn, van | 1478-09
Amsterdam Inbrengregister Weeskamer no 1 fol 303
Achternamenindex
deze goederen behoren toe aan Katrijn Clementsdochter: - 5 Peters per jaar op Jan Claes Luytszsz te lossen …. Deze brief gegeven aan Trintgen Beresteijn, alsoe sij gruytaniye gebrocht heeft van die Gasthuismeesteren, Kercmeesteren ende Huysentmeesteren ende Cloesteren.
borgen: Ghijsbert Jacob van Berensteynsz en Claes Claes Luytez
1562-08-01 |
G.A. Haarlem Inv Recht Arch no 83 fol 14
Haarlem Algemeen
Pouwels Ruychaver Willemsz, poorter alhier, erkent schuldig te zijn aan Cornelis van Beresteijn, zyner moeijen man, mede poorter alhier, een jaarlijkse losrente van 24 Kar gld, losbaar met 400 gld. Borgen voor hem: zijn oom Symon Ruychaver Jacobsz en zijn broeder Jan Ruijchaver Willemsz
1565-12-31 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 130v
Haarlem Algemeen
Cornelis van Beresteijn vekoopt aan Cornelis Claesz, landtman, een stuckgen lants gelegen buiten die Groote Houtpoort binnen de vrijheid deser stede, groot ½ morgen, west: de erfgenamen van wijlen Gerrit Steffensz, oost: t weeskint van Jacob Jansz, zuid: Wouter van Bekesteyn, noord: der stede cingele. Koopsom 390 Kar gld
1616-05-02 |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 1127, 1122
Jaartallenindex
houtvester en meesterknapen van Holland en West Friesland qualificeren jonker Cornelis van Beeckesteyn, ons houtvester en meesterknaap van Holland, tot de jacht gerechtigd [inhoud letterlijk gelijk aan de akte dd 1618-04-09]; 1618-04-09: dat sijluyden mede van over de 200 jaren gestadelycken geemployeert sijn geweest in de gequalificeerde Staten en ampten als van het forestier ofte houtvesterschap van t bosch van Haerlem, hogedyck heemraedtschap van Rynlant, schout en borgermeesterambten van Haerlem etc, gedaen binne Haerlem bij jonker Warnaer van Batenburch tot liberne [?] houtvester, mr Peter van der Hooch here tot Sprang Allwijns, Nicolaes Jansz Verwer, meesterknaep van Brederode, ondertekend J. van Beresteijn
bij here Reinier van Oldenbarnevelt, ridder, here v.d. Tempel, Groenvelt, Brantwijc, Gybelant, houtvester, joncheeren Andries van Thienen en Cornelis Buijs
1628-01-27 (1)
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 4v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Cornelis van Beresteyn, Johan van Beresteijn, secretaris van Kennemerland en Brederode, mr Pauwels van Beresteijn, advocaat, Eva van Beresteijn, geassisteerd met mr Pauwels, en mr Clement Boon x Catarina van Beresteijn, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Aernout van Beresteijn en Emerentia van Zuijeren, transporteren aan Maijke Verschuijren, weduwe van Pieter Verschuijren, ½ van een blekerij leggende ten eijnde van de Cleverlaen, tegenwoordich bij de coopster bewoont, aan wie de opstal en de huijsinge toebehoort, met een weijdeken daarachter en nog een stuk land groot 3 morgen 597 roeden, volgens meting van Hendrick Symonsz van Duindam, gesworen lantmeter, getekend met A,B,C,D, west: de wildernis, noord: Anna Wouters en de Cleverlaan, oost: de erven Beresteijn, zuid: de kinderen van Duynen, erfpacht 35 st per jaar voor het H Geesthuis te Haerlem, 7 oortgen Brederodes erfhuur, koopsom 3555 gld (In het land getekend D: heeft Dirck Verbeecke zijn ⅙ part met een uytpad, de 2 andere zesde parten zijn aangedeeld aan Claesgen Symons en Engel Leunen)
Jan Jacobsz Dickman, schout, Claes Reijersz en Willem Pietersz Couhorn, schepenen in Tetrode
Beresteyn, van | 1557-02-11
Arch Ned Herv Gemeente Amsterdam, bijlage Grafboek Oude Kerk no 126, dossier no 101, ong 1662
Achternamenindex
"mijn vader zaliger Ghysbert Janss van Beresteijn was de oudste zoon int huys in den Warmoesstraet genaamd Het Hert, heeft bij ghunste van zijn broeder Jan Janss wonende in het huys Het Hert, het beste graff met eenen groten blawen zarck, dairt het Hert everlick van dien tijden opghehouden es, hem voor zijnen huyze eijghen laten behouden ende heeft een ander dubbelt graf midts in de Oude Kercke aent Comensoutaer voor hemzelf ende zijnen huyze eijghentlich bezeten ende es op den XI dach February anno XV c heren ende vijftich [82 jaar oud?] eerlich daerinne begraven, wiens ziele God believe ghenadich te zijn, daern heb ie al over zeeckere jaren als eenich erfgenaem onze huysmercke dairop laten inscribpeeren als mijn eyghen, begerende vrundtlich aen u E heeren den kerckmeesteren mij oock zulcx met vreden te willen laten gebruycken. U. E. dienstwilligen vriendt wg. Cornelis van Beresteijn" Achterop stond: Memorie voor E. heren kerckmeesteren van de oude kercke. Met merkteken
Beresteyn, van | 1482-03-06
Amsterdam Inbrengregister Weeskamer no 825 fol 351
Achternamenindex
de volgende goederen behoren toe aan Claes Jansz [zie 1475-01], die wijnvoirlater met zijn 3 kinderen, bewezen voor de weesmeesters voor haar moeders erfenis, en "behaeghden Ot Goertszoon ende Ghijsbert Beresteijn: Claes oud 5 jair Odulfi, Stiin oud 2 jair Victor, Cornelis wart geboren omnium Santorum, Cornelis is boeven gecomen ende gelyede voldaen te wesen van zijn moeder erff bij consent van die burgemester ende Peter Jacobssoen, meester Jan in den Hort"
Beresteyn, van | 1454-12-31
Amsterdam Archief Weeskamer lade 332 (dossier X) copie op papier
Achternamenindex
Jacob Jan Hughenz en Heyman Ruusschenz, schepenen van Amsterdam, oorkonden dat Jan Scout die kistemaker erkend schuldig te zijn aan Jacob van Beresteijn II g.g.Wilh.Holl.scilde jaarlijkse rente op het huis en erf gelegen op de Kerczide aan de Burgwalle, daar naast belend noord: Gerrit Pietersz en zuid: Jan Borwoutzserve placht te wezen, strekkende van "den Burgwalle aan de arme huyssittende luden toe, in allen schijn alst daer gelegen is ende betymmert staet"; op bijliggend papier: "dit is een copie uit een schepenbrief toebehorend aan Claes Gijsen ende lach tot een onderpant ende heft gehaelt Duuf Claes Gysenswijf bij consent van de burgermeister den 1453-07-16"
borgen: Pieter Symonsz en Gijsbert Beresteyn
1598-09-06
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 164v no 143
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Crijn Jan Waligen, onse buerman, erkende verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan Aernout van Beresteijn, poorter binnen Haerlem, een jaarlijkse losrente van 18 Kar gld 15st. Losbaar met 300 Kar gld. Onderpand: een stuk weytland, groot 2 maden, in de ban van Overveen, west en noord: Gerrit Jorisz, oost: Frans Fransz, zuid: Claesgen Heijnrichsdochter, weduwe van Frans Dircsz (vgl 1598-06-19)
Balthasar Cornelisz, schout, Baert Claesz en Jan Mathijsz, schepenen in Overveen