11 resultaten
Willem Gherytsz | 1468-07-26
Coll Aanw 240 fol 987
Voornamenindex
de stad Rotterdam berust in het vonnis ten voordele van Willem Gherytsz gewezen
1530-05-02 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 42 p 437 regest 192/Klooster St Anna Delft
Jaartallenindex
pater, priorin en gemeen convent van St Anna te Delft verklaren dat de rentebrief dd 1528-09-22 (transfix) onder hen berust en dat van de daarin vermelde rente ½ aan het St Annaklooster en de andere ½ aan het Arme Zusterhuis du Premonstreitinnen [!] in die Haghe is vermaakt
1555-08-31 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 441 regest 212/Klooster St Anna Delft
Jaartallenindex
pater, mater, gemeen convent van St Ursula te Delft, verklaren dat onder hen berust een rentebrief groot 600 Kar gld, rente den penning 16, waarvan aan het klooster St Anna te Delft 100 Kar gld toekomt, welke rente van 6 £ 5sc sjaars opleveren, verzekerd op baljuwschap, schoutambacht, mei- en herfstschot, visserijen en domeinen van Bleyswyck
Jan Gherytsz | 1476
Rek St Bavo Haarlem fol 27, Copie p 17
Voornamenindex
te Hillegom: Jan Gherytsz in Droncken huisgen ende leijt by heer Aerntslaen, dit is vercoft aan de memoriemeesters 2sc (doorgehaald) [Jan Gerritsz woont in het droncken huysje in Heemstede, maar bezit land in Hillegom waarop de rente berust]
Heemstede
1542-12-19 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 454/6
Jaartallenindex
extracte uyt scepenendingbouck in den Hage. Acte betreffende de eis van Henrick Vranckez, waard in den Briele aldaar, tot betaling van [11 £ van] 40 gr Vls voortkomende uit door Thomas van Liesveld gedane verteringen. Hij wil deze verhalen op de kooppenningen van twee huizen te Haarlem, welk geld berust bij Jacob van Duvenvoerde. Jutte van Solms, weduwe Willem van Ruyven, verzet zich tegen een beslag op de kooppenningen. Bij vonnis dd 1543-05-29 stellen schepenen van den Hage Henrick Vranckez in het gelijk. Acte dd 1543-07-14 waarbij beslist wordt dat Henrick Vranckenz 11£ gr Vls uit de kooppenningen mag nemen (vgl 1542-07-25, 1543-04-19 - 05-19)
Dalem, van | 1541-06-15
Arch Nassau Domeinraad regest 3024
Achternamenindex
Cornelis Jacop Thomasz, secretaris van Donghen, geeft op verzoek van Willem van Donghen op, wat hij over 1536 voor diens moeder Belije van der Dussen heeft ontvangen aan kapoenen, ganzen, hoenders en cijns, met de opmerking, dat hij niet kan opgeven wat er aan cijns opgebracht behoord te worden, daar het cijnsboek bij Belije van der dussen berust. N.B. met adviezen van de rentmeesters van Breda en Oosterhout vastgehecht aan de brief d.d. 1541-02/01
1568-01-26 (1567) |
G.A. Haarlem Inv I no 1628/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Claes Claesz, brouwer, en Frederick Diricxzoon als man en voogd van Dieuwer Claesdochter, vervangende gezamenlijk hun onmondige broeders en zusters, alle kinderen van wijlen Claes Florisz, voor de eene helft. En Jan Pietersz Deijman als man en voogd van Florentia Florisdochter, voor de andere helft. Tezamen erfgenamen van wijlen Ysbrant Claesz, in zijn leven schepen deser stede, in die qualiteit gecedeert, getransporteert en opgedragen hebben aan de regenten van het H. Geesthuis te Haarlem 6£ 5sc jaarlijkse renten, als zij sprekende hebben in een jaerlixe rente van 53£ Vl 2sc en 6 penn, losbaar den penning 16, speciaal verzekerd op Zyne Majesteits Vroonen buiten de stad Alckmaer, zooals de brief dd 1553-10-08 inhoudt, welke brief berust onder mr Maerten Jacobsz, schilder. In dorso: zie renteboek no 6 fol 37
Dirick Claesz (zegel: 4 klimmende leeuwen) en Aernt Jansz (onduidelijk, boven in het schild een vogel), schepenen, schepenen
1563-02-11 |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 145v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Gorinchem oorkonden dat Aerdt Roelofsz mit enen rentebrief mit allen recht alsoe verre gevaren hadden op Adriaen Dircsz alias Smeerom voor 7 Kar gld, verschenen 1561-04-19 hoofdgeld en voor allen ongelt als daer te cost opgegeven is van gerichte wegen, dat hij ter pandinge gewyst werdt, doen en vandt hij niet aen te panden, doen wysde dat vonnis voort. Soe wanneer hij hem ofte zyn goet bewijsen kan als recht is, dat men hem daeraen pandet zal als recht is. In oorconde gegeven 11 februari 1563, stilo communi. Onder staat dat Gerard Dudyn Jansz, secretaris der stede van Gorinchem en het land van Arkel, certificeert dat de bovenstaande rentebrief met de afterstal onder hem berust, en dat hij de originaliteit ervan vaststelt, gedaen 26 maart 1463 (moet zijn 1563 ?) [inhoud: Adriaen Dircsz [Smeerom] aangeklaagd wegens niet betaling van pachtgeld te Kedichem, 1563-02-16 en 1563-03-27 idem]
1632-09-25
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 163v
Transportregister Egmond
Jan Jansz Proper, lakencoper binnen Alcmaer, verkoopt aan Jacob Dircsz, wonende te Egmond Binnen, ½ van een speelhuijs en boomgaert met een stark bouwhuijs ende stalling met ½ van 11 morgen land, zo zaad- als weyland, daerbij en rontsom gelegen, in St Aelbertsbuert, oost: de Heerewg, west: Jacob Jansz anders Jaep Jan, duinmeier te Egmond, noord: Cornelis Cornelisz Sieuwen, zuid: de grafelijkheids wildernis en Thys Willemsz Couwenhoven. Met een vrije overgang voor zoveel de woninge met omtrent 6 morgen land aengaet over het lant van Dirc Dircsz tot aen de duynen toe. De oude quijtschelding berust onder Jan Arisz als eygenaar van de wederhelft van t gunt voors is. Koopsom 340 gld te betalen op 3 meidagen; 1644-08-29: afgelost door Jaob Dircsz, getekend A. van Dortmont (vgl 1628-05-19)
schepenen: Hendrick Fransz en Cornelis Jacobsz
Pollard | 1333-04-14
Reg Bisschoppen Utrecht p 411 regest 1080
Achternamenindex
Hugo Pollart de Dordraco, kanunnik ten Dom, begiftigt de kapel vroeger door hem gesticht naast die van wijlen bisschop Guydo, waar zijn bloedverwant Egidius de Werden dienst doet, zo, dat voortaan de dienst door 2 vicarissen zal worden gedaan, die eens per dag een H Mis moeten opdragen, en schenkt daartoe enige goederen in het rechtsgebeid van Cristantius de Linschoten, knape, bij Oudewater, 4 ½ morgen in Goij in Gherekensdam, tijnsplichtig aan de Dom, en een camp in Tyeschelenswaert in de parochie van Ammekerke [Almekerk ?], die Aper uter Molen aan de Dom heeft vermaakt en die hij van de procurators van de Domfabriek heeft gekocht; het collatierecht berust bij hem en na zijn dood bij de Domdeken