25 resultaten

1515-06-06 |

Kroniek Hist Gen jg 1847 p 196/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raad der stad Amsterdam berigten aan de Staten van Utrecht dat ingevolge hun verzoek de baljuwen van Amstelland op St Odulphus e.k. op den dijck van den Diemerdam zich bevinden zal om met de hunnen de welvaert der landen te helpen bevorderen

Heukelom, van | 1527-05-10

Inv Oud Arch Arnhem brief 805, 806
Achternamenindex

de stad Arnhem stelt aan rector en deken van de theologische faculteit te Collen voor om in plaats van de overleden mr Johan van Hoeckelum in de prebende te benoemen Cornelis Bleeck en mr Claes Jan Leydeckersz; het antwoord luitdt: om met deze benoeming naar bevinden te handelen

Wilde, de | 1427-07-01

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 61/XVI Memoriale fol 123/Comm B.B. Blois 1425-1427 fol 123; R.A.H. Coll Aanw no 80 fol 344, 379/Mem B tussen fol 112, 113 ingestoken
Achternamenindex

legden Aelbrecht Lievinc en Aernt die Wilde de belofte af aan de thesaurier om "te beteren by myns Heren Rad so wes men bevinden konde dat sij tegen synre Genaden gebruect hebben"; 1427: klachten over Aernt de Wilde als aanlegger van de doodslag op Jan Jacob, schout van Alkmaar [lees: Gerrit Claesz; zijn oom Jacob Jansz is de aanklager]

1438-07-01 |

Memoriale Rosa dl IV, V en VI no 27 en 28
Haarlem Algemeen

consent aan Adrijaen Dircxz uit Haarlem om zich te verhalen op poorters van Bremen. Omstreeks Pasen (13 April) had Bremen twee schepen met gerst van hem aangehouden en daarvoor 100 gulden te weinig vergoed. Adryaen had bovendien aan de baljuw van Schiedam 60 gulden moeten betalen voor Gerrit Steffensz die aanvankelijk voor een poorter van Lubeck werd gehouden, maar die een poorter van Bremen bleek te zijn. Consent aan Adryaen Dircxz zich op alle goederen en personen afkomstig uit Bremen, die zich in deze landen bevinden, te verhalen

Zevenbergen, van | 1406-02-14

Rechtspraak Graaf van Holland II p 209
Achternamenindex

hertog Willem bepaalt de zoengelden voor de gedoden en gekwetsten binnen Haarlem: Jan van Zevenbergen is dood geschoten, "ende wij clarlic niet bevinden en konnen wiet hem gedaan hebben", zoen kost 1200 £, de helft te betalen door jonge heer Jan van Heemstede en de andere helft door: Heynric Huge Rodenz, Jan van Huessen, Gysbrecht van Ryetvelt en Dirc Symonsz van Aemsterdamme

Diest, van | 1295, 1296

De Fremery no 304/309
Achternamenindex

uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden en rechten: 11) in Ghisebrecht Bokels ambacht en Outgiers heer Outgiers filius te Rotterdam, van de uterdijk den grave toe; 12) "Voert, Bokelsdyc en Bloemersdye vinden wi dat die here van Diest vercoft van mijns here des coninx weghe, dair bevinden wi den eyghendom van dien lande den luden diet coften ende t gerecht den grave"

1491-03-11 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 428
Jaartallenindex

schepenen van Gorinchem oorkonden dat aan broeder Bouwyn Stapel, prior van het Augustynerklooster te Dordrecht, 7 R gld op 8 morgen land werd geschonken zonder dat deze schade of hinder aan de schenker Willem Henricsz [te lezen: Willem Helmichsz] mocht bezorgen; 1492-02-06: schepenen van Gorinchem oorkonden dat Willem Helmichsz verklaarde geen vorderingen op het klooster der Augustynen te Dordrecht te hebben. Deze stukken bevinden zich in genoemd procesdossier lopende over 1543-1547 van Frans Dircsz Tromper contra het Augustynenklooster te Dordrecht (vgl 1488-05-19)

Tetrode, van | 1476

Renten St Bavo te Haarlem fol 72
Achternamenindex

boedel van wijlen Huyge van Tetrode: van 6 ½ want bevinden we dat zij gelegen zijn an twee stucken in den lene van Cranenbroec [Heiloo] voor in het saetland, daerof dat ene stuk, groot 1 ¼ want, gecoft is van Pieter Diedincsz en dat ander, groot 5¼ want, gecoft van Aernt Jansz. Deze beide stukken bruict Lambert Gerritsz met dat leen van Clein Cranebroec: hij is van 1479 nog schuldig 10st

1571-04-03 | Akendam

G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 62v
Haarlem Algemeen

compareerde de Edele en discrete joncvrouwe Marie van Vliet, met Harmen Arentsz cuyper, poorter van Haarlem als gecoren voogd, en geeft volmacht aan haer broeder mr Anthonis van Woerden van Vliet, om namens haar haar leen te verheffen dat haar bij testament van haar moeder Anna van Zuylen van Nievelt dd 1570-05-05 gemaact en achter gelaten is, genaemd Laech Aekedam, streckende van de Cruyswech tot in Spaarne, weesende een perceel ofte deel van de geheele hofstede gehieten Aekedam, en voort alleszints te doen soe hij Anthonis voors. bevinden sal haar constituante oirbaerlicst ende profytelyckst te zyn ende t gundt zij constuante zelfs allome present myn soude doen

1555-03-09 (3) |

Ms Op Straten v.d. Molen III fol 625
Jaartallenindex

ampliatie van het testament van here Gerrit here van Assendelft. Hij bepaalt alsnog dat aan de erfgenamen van wijlen Jacob Queeckel, in leven baljuw van Zuid Holland, met wie hij zekere affairen ende handelinge gehad heeft, beroerende eenige coop van landen ende anders over ende weder tussen henlieden gevallen, 500 Kar gld uitgekeerd moeten worden. Hij bepaalt dat de executeurs verder voldoen sullen uit syn goeden eenen Jacob Claes Romboutsz van Assendelft, ter zake van gelegen schade, naar bevinden van de executeurs. Aan zijn rentmeester Willem van der Criep Pietersz legateert hij 100 Kar gld in eens, in gratificatie van goede dienst hem testateur bewezen (vgl 1555-02-16)

in presentie van mr Sebastiaen Schouten, priester, Willem Jansz, auditeur v.d. Camer v.d. rekeninge in Holland