2 resultaten
Smit | 1384-1385
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Reymbrant [Willemsz] Smit: afterstal van huur te Vronen 3 £ 8sc (826 fol 1v); 1389-1390: (828 fol 14v) huurt Baarhemweer voor 3 £ 5sc, met heer Barthout land voor 8 £ 12sc; 1393-1394: (829 fol 6v) land te Vronen 3 £ 5sc; 1382: (823 fol 19) die de swaen bewaerd op de Coedyc in Vroenrecleylant, van zijn roc 40 sc; 1383-1384: (825 fol 25) idem 40sc; 1400: (830 fol 6v) land te Vronen 3£ 5sc, (fol 6v) met heer Barthoud [van de Coedyc] land voor 8£ 12sc; 1403-1404: (834 fol 6v) land te Vronen 3£ 12sc, met heer Barthoud samen 8£ 12sc
1363-10-21 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem L 221, 2 afschriften
Haarlem Algemeen
notaris Johannes uter Spijc, clericus Traject, instrumenteert dat discretus vir et honestus Johannes de Zassenem oppidanus in Haerlem, als zijn testament en uiterste wil overlegt "quondam cedulam in manu sua tenens quam ab Arnoldo de Lee, clerico suo"etc. Jan van Zassenem sticht en doteert een altaar ter ere Gods en O.Vr in de parochiekerk te Haarlem, om dagelijks mis te doen, en hij geeft deze capelrie zijn neef heren Florens Jan Berechmansz, na zijn dood te komen op de erfgenamen van 2 van zijn zusters, aan enen goeden besceyden priester. Ende wair dat mine erfname alsoe verstorven dat niemen na hem bleve die van mynre maechscijs comen ware off dat sij niet enigerhande zaken dese voirs cappelrie niet geven en wouden eendrachtelick, zoe wil ic dat die kerkmrs van Haerlem dese capelrie altoes geven daerna enen goeden besceyden priester daer sij wel aen besteed es en bewaerd bij hore zielen in allen manieren voirs. Ende dese 16£ sjaars sal men heffen eweliken op dat land dat ick leggende hebbende in Naeldwykerbroec, dat Katherine Jan Pieter moijezoens wijf nu ter tyt in huerware heeft, ende hout 20 morgen land en 2½ hond; 1364-01-03: de goedkeuring van Johannes, bisschop van Utrecht. De priester wordt hier genoemd Johannes filius Bercmansz
presentibus ibidem: Wilhelmo de Scoten, Johanne de Zanden, Johanne Hoen, Johanne Heddinc, laicis. Ego Johannes uter Spijc verklaart hierbij aanwezig te zijn geweest