38 resultaten
1572-03-18 |
G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 121
Haarlem Algemeen
Anthonis van Berckenroede, conchierge van het stadthuys, bekende twee custingbrieven in bewaring te hebben
Heemstede, van | 1323-11-08
Van Mieris II p 334
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, stelt dijkgraven en heemraden aan tot bewaring van de Lekdijk
bezegeld door: Ghizebrecht van Ysselsteyn, Zweder van Abcoude, Johan van Woudenberch, Steven van Zulen, Evert van Heemstede, ridders; Steven van Zulen, Henric van der Lecke, Hubrecht Sceynke, Zweder van Vianen, Henric van Loenreslote, Eerst van Sterkenborch, Zweder van Bloemensteyne, Wouter van Zulen, Heynric van den Rijn, knapen van den lande van Utrecht
Ysselsteyn, van | 1323-11-08
Van Mieris II p 334; De Raadt II p 144
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, stelt dijkgraven en heemraden aan tot bewaring van de Lekdijk
bezegeld door: van het ghemene lande: Ghizebrecht van Ysselsteyn, Zweder van Abcoude, Johan van Woudenberch, Steven van Zulen, Evert van Heemstede, ridders, burgemeesters, schepenen en raad van Utrecht; Steven van Zulen, Henric van der Lecke, Hubrecht Sceynke, Zweder van Vianen, Henric van Loenreslote, Eerst van Sterkenborch, Zweder van Bloemensteyne, Wouter van Zulen, Heynric van den Rijn, knapen van den lande van Utrecht
Bloemensteyn, van | 1323-11-08
Van Mieris II p 334
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, stelt dijkgraven en heemraden aan tot bewaring van de Lekdijk
bezegeld: Ghizebrecht van Ysselsteyn, Zweder van Abcoude, Johan van Woudenberch, Steven van Zulen, Evert van Heemstede, ridders; Steven van Zulen, Henric van der Lecke, Hubrecht Sceynke, Zweder van Vianen, Henric van Loenreslote, Eerst van Sterkenborch, Zweder van Bloemensteyne, Wouter van Zulen, Heynric van den Rijn, knapen van den lande van Utrecht
Abcoude, van | 1323-11-08
Van Mieris II p 334
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, stelt dijkgraven en heemraden aan tot bewaring van de Lekdijk
bezegeld door: van het ghemene lande: Ghizebrecht van Ysselsteyn, Zweder van Abcoude, Johan van Woudenberch, Steven van Zulen, Evert van Heemstede, ridders, burgemeesters, schepenen en raad van Utrecht; Steven van Zulen, Henric van der Lecke, Hubrecht Sceynke, Zweder van Vianen, Henric van Loenreslote, Eerst van Sterkenborch, Zweder van Bloemensteyne, Wouter van Zulen, Heynric van den Rijn, knapen van den lande van Utrecht
Culemborg, van | 1323-11-08
Van Mieris II p 334
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, stelt dijkgraven en heemraden aan tot bewaring van de Lekdijk
bezegeld: Ghizebrecht van Ysselsteyn, Zweder van Abcoude, Johan van Woudenberch, Steven van Zulen, Evert van Heemstede, ridders; Steven van Zulen, Henric van der Lecke, Hubrecht Sceynke, Zweder van Vianen, Henric van Loenreslote, Eerst van Sterkenborch, Zweder van Bloemensteyne, Wouter van Zulen, Heynric van den Rijn, knapen van den lande van Utrecht
1473-02-05 (1472) |
Cartul St Jan Haarlem no 537
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Mathijsz als man en voogd van Machtelt Symonsdochter, en Belije Philips Dircxzoens weduwe met haer gecoren voogd Dirck van Zaenden, hoogelijk den commandeur an St Jan te Haerlem en zijn heeren bedankten voor de goede bewaring van de brief inhoudende de helft van 20 nobel sjaars, die de goede stede van Schiedam hun beyden voers. tezamen schuldig was ter lossing etc, en schelden hen van de bewaring kwijt. Waarborg: Maerthij[n] Symon Walichzoensz
Geryt Steffensz en Jan van Spankeren, schepenen
Berkenrode, van | 1572-03-18/13
G.A. Heemstede Inv Arch Berkenrode Inv no 361; Not Arch Haarlem 1 fol 121
Achternamenindex
Anthonius van Berckenrode, concierge van het stadhuis te Haarlem, bekent 2 custingbrieven onder zijn bewaring te hebben
Haarlem
1554-02-17 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1271
Jaartallenindex
Jan van Endegeest, schout in het ambacht van Oestgeest, oorkondt dat voor hem en 2 buurlieden, Gerrit Jacobsz de Haes, wonende te Leiden, verklaard heeft dat Dirck Jacobsz en zijn vrouw Angenes Gijsbrechtsdochter, hem zekeren tijd geleden een aantal brieven in bewaring hebben gegeven wegens de troebelen die toen in Holland heerschten, waarvan er één, betreffende een morgen land in het ambacht van Oestgeest aan de Schouweg verloren is gegaan; en dat Gerijt verklaart dat deze brief slechts bij hem in bewaring was en dat hij nooit enig recht van eigendom gehad heeft