Berendrecht, van | 1450~

Kenningboek Leiden fol 123v/Ned Leeuw jg 1915 p 100

Achternamenindex

dingtael van Willem van Berendrecht tegen Geryt Lam, waarin Gheryt is "sijnre broeder" van Willem, en verder Badeloge Jan Willems wordt genoemd "hoir beyder moeder"

Lam | 1450~

Kenningboek Leiden fol 123v; Ned Leeuw jg 1915 p 100

Achternamenindex

dingtael van Willem van Berendrecht tegen Geryt Lam, waarin Gheryt is "sijnre broeder" van Willem, en verder Badeloge Jan Willems wordt genoemd "hoir beyder moeder"

1427-02-24 |

G.A. Haarlem Cartul Carmelietenklooster Haarlem fol 50

Haarlem Algemeen

Jan Dircsz, scout tot Riedwijc en ter Nuwerkerck, oorkondt dat Griete Geryt Pietersz weduwe en Griete Gheryt Pieterszoons zuster voirs. met Claes Costynsz hant, die Vleyschouwer, hoirre beyder momber. Ende gelieden dat sij bewijst en overgegeven hebben etc tot een vrijen eygen den convente van OLVrouwenbroeders binnen Haarlem, voor Geryt Pieterersz voirs. ende voir hairre beyder memorie, 1½ maden land, gelegen gemeen en onderdeel in Poelveen met Postgen in den ban van der Nuwerkerck

Claes Jansz | 1519

Kerkelijke Rek Haarlem fol 7v, 8v

Voornamenindex

Claes Jansz van Scalcwijc en zijn vrouw Alijt Henricsdochter hebben betaelt voor haar beyder testament 6 R gld; 1520: is begraven tot die Augustynen over hem geluid alle die clocken 30 st

1557 |

Ms Opstraeten III fol 1218

Jaartallenindex

schout en schepenen in Nederlangbroec oorkonden dat voor ons quamen joffr Beert van de Pol weduwe van Jan die Ridder, met haar oudste zoon Jan die Ridder Ajnsz, met Claes Hol haer beyder gecoren voogd ende hebben etc. vide G.. [?] fol 39

Berwaerde, van | 1344-08-20 - 1345-05-26

Rek Hen Huis II p 117

Achternamenindex

ontvangsten van Gheret Heynensz, rentmeester van Noordholland in den lande van Woerden: - ontvangen van Willem Goede van Berewairde, van der hure van den jare 1344 37 £ 4 sc, dairof ofghesleghen van 2 kinder behoefte ende hoir beyder houdinghe van enen jare 20 £ 15 sc, soe blijfts 16 £ 8 sc 7d

1471-08-20 | Nieuwerkerk

G.A. Haarlem Cartul Carmelieten p 54

Jaartallenindex

ic Jacob van Assendelf, schout van Rieck ende van Nuwerkerck met zijn toebehoren, doe kont, dat voor my gecomen zyn Jacob Mathysz voor hem zelven ende Maritgen Claes die Voechtsdochter met Jacop Mathys voirs, haar man als voogd, ende geloofden en wairden voer Aecht Claes die Voichts wedue, ende hebben bewyst over gegeven ende quytgescouden totten vrijen eyghen den twee conventen binnen Haerlem: van O.L.Vr broederen oirden ende van den Prediker oirden, als voor haar beyder ende haere beyder ouderen eeuwige memorie in beyden conventen voirs. 3 maden land gelegen inde ban van Nuwerkerk, west: Dirck Matheeusz, zuid: Kerst Reyntgensz, oost: die Groenedyck, noord: Willem Claes Dircksz. Hierbij en over hebben geweest als tugen: Jan Albout en Symon Geryt Loonz. Bezegeld door Jacob van Assendelft

Berwaerde, van | 1343-08-23 - 1344-08-20

Rek Hen Huis II p 10

Achternamenindex

ontvangsten van Gheret Heynensz, rentmeester van Noordholland van besterfte ende van vercoften goede: - van Willem goede van Berewaerde van der hure van den jair 1343, 37 £ 4sc, dair of ofghesleyken van 2 kindren behoefte ende hairre beyder houdinghe van enen jaer, overmids 16 ellen lakens tot langhen clederen ter joncvrouwen behoef, 20 £ 2sc 8d, soe blijfts 17 £ 16 sc

1488-04

folio 138v CXXVI 1486-1489

Transportregister Haarlem

Martyn Jansz lijt dat zyn broeder Jan Jansz hem voldaan heeft van de erfenis van Katrijn Janssdochter, hoer beyder moeder

1583-01-17

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 33

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Tetrode en Aelbertsberg oorkonden dat Jan en Arent Pieterszoenen Deijman, gebroeders, poorters der stede Haerlem, voor zich zelf en ook voor hun zusters, mede erfgenamen van wijlen Pieter Vredericxz Deijman, haer beyder vader, die den lesten dach van Maerte anno 1563 stilo communi, vercopinge gedaen had, alsnu te transporteren aan Jacob Willemsz tot Santvoort, een stucke lants in de ban van Overveen, oost: Katrijn Claes Halssen weduwe en Gerbrant Jelisz, zuid: dezelfde Gerbrant, west: Gerrit Jacopsz, noord: Gerrit die Jonghe (vgl 1593-01-20)

Dirck van Bronchorst ende Batenburg, schout, Jan Jansz en Pieter Willemsz, schepenen