17 resultaten
Boeije | 1341
Balen: Dordrecht p 273, 282, 283
Achternamenindex
schepen van Dordrecht: Hugo Boeye heer Tielman Oemsz; 1403, 1407-1409: Tielman Oem heer Hughe Boeyenz, Raad of schepen
Boeije | 1354
Balen: Dordrecht p 239
Achternamenindex
schepen van Dordrecht: Hugo Boey heer Gillisz; 1367: Huge Boeye heer Gillis Oemsz, burgemeester; 1372: Hugo Boeijenz, burgemeester
Boeije | 1394
R.G.P. 182 p 49/Rek Rentmeester Noordholland fol 10
Achternamenindex
renten in Rijnland: tiende op de Ryn bij Catwic, niet, tiende in Nuwenbroec …; van de tiende in Delfhoeve: Hughe Gerrit Boyenz 3 £
Boeije | 1394
R.G.P. 182 p 60
Achternamenindex
tienden tussen Schie en Delft: van de tiende in Delfland, niet; van een gouttiendeken: Aernt Boije 40sc
Boeije | 1394-1395
R.G.P. 182/Rek Rentmeester Voorne fol 9 p 190, p 253
Achternamenindex
landhuur in het land van Voorne: in het cleyn oesterland, Jan Boeye die kerreman, 1 met land min 20 roeden en heeft Pieter Willemz over om 8sc; 1395-1396: dezelfde post
Boeije | 1395-1396
R.G.P. 182 p 265/Rek Rentmeester Voorne fol 16
Achternamenindex
tienden in West Voorne: de Haymetetiende, van Clays Boeyen weghe zuutwert tot Jan Costers weghe toe: Symon Doe Dircxz 20 sc
Boeije | 1430
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Hugo Boeije, zoon van Andries But, zijn bastaarddochter Machteld Hugo blijft heffer van de rente, Dordrecht: 26 Beyers gld per jaar op Haarlem 188 £ 1sc 4d (184 fol 15); 1440: (195 fol 58) jvr Machteld Huge Boye Andries Butszsdochter, ½ jaar rente 11 £ 19sc 9d 1mite; 1431: (fol 44) jvr Machtelt Hughe Boijen, 13£ 17sc 4d; 1434: (188 fol 18v) jvr Machtelt Huge Boeije Andrijs Butssoens bastaertdochter, bi handen Huge Boeye, so hi syn leven lang heffer daerof is, 15£ 12sc; 1435-1436: (fol 53) als 1434, 11£ 11sc 1d; 1442-1443: (fol 49v) Machteld Huge Boyen Andries Butssoen bastaerddochter, haar rente 26£
Boeije | 1436-02-03
Ons Voorgeslacht 03-1985 p 62
Achternamenindex
leen van Arkel: Alblas, hofstede met 12 morgen land aldaar, belend oost: Yve gehuwd met Jan [Gillisz], west: jonge Jan Hallingsz en Hugo Boye, beleend Hildegond Bertoutsdochter, weduwe van Willem Hermansz, die erfde van haar moeder Agatha Clawardsdochter; zij draagt dit leen over aan Jacob die Vrieze Jansz