3 resultaten
1525-10-17 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 225, 236
Jaartallenindex
Steven van Suylen van der Haer, heer tot Zevender, oorkondt dat hij zijn nicht jvr Johanna Jansdochter Nieuwenroode beleend heeft met 18 ½ morgen lands gelegen in Cleyn Cabbau, in mijn heerlijcheid, daer ik zelf boeven en beneden naest geland ben. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet haar man en voogd Jacob van Amstel van Mynen; 1525-10-27: jvr Joost, Johans oudste dochter van Nieuwenrode, oorkondt dat zij met consent van haar man Willem Turcq, geconsenteerd heb in de belening die haar oom Steven van Zuylen van der Haer gedaan heeft op jvr Johanna van Nieuwenrode
Frans van Nieuwenrode, Jan van Waell, Jacob van Luttikenhuysen, mijne manne van leen
Beresteyn, van | 1482-03-06
Amsterdam Inbrengregister Weeskamer no 825 fol 351
Achternamenindex
de volgende goederen behoren toe aan Claes Jansz [zie 1475-01], die wijnvoirlater met zijn 3 kinderen, bewezen voor de weesmeesters voor haar moeders erfenis, en "behaeghden Ot Goertszoon ende Ghijsbert Beresteijn: Claes oud 5 jair Odulfi, Stiin oud 2 jair Victor, Cornelis wart geboren omnium Santorum, Cornelis is boeven gecomen ende gelyede voldaen te wesen van zijn moeder erff bij consent van die burgemester ende Peter Jacobssoen, meester Jan in den Hort"
1546-07-24 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 577/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van Aert de Jeude, ambachtsheer van Hardinxvelt, dat omtrent 90 jaar geleden zijn overgrootvader Bruysten de Jeude de hoge jurisdictie van Hardinxvelt bij zijn leven bezeten hebbende, deze heeft opgedragen aan hertog Karel van Bourgondië, heer van Arkel, zonder dat daar enig profijt tegenover stond. Sedertdien berustte dus de criminele jurisdictie bij de drossaert van Arckel, residerende tot Gorcum. "Mer mits het binnen Hardinxvelt alle criminele ende oick civiele breuken nyet gewydeert noch berecht en worden dan mit leenmannen die welcke zijn procederende bij maniere van stille waerheyt, oick die saecken langhe slepen ten groten excessiven costen van den officier, en na lange trayne gheen vonnis en willen geven dan hebbende heur volle lanck", zodat veel delicten ongepunieert blijven. Het dorp is daardoor een toevlucht geworden voor boeven en rabauwen. Daar "de stille waarheit" meer een corruptele dan een costume is, verzoekt suppliant met zijn schepenen alle civiele boeten tot zijn profijt te mogen berechten, en de criminele zaken bij de drossaert en schepenen van Gorcum. Het Hof accordeert dit