10 resultaten

Boomgaarde, uten | 1309-01-13

Cartul Marienweerd no 133, 134
Achternamenindex

Johannes de Hellue verkoopt voor 200 £ aan Baudekinus zoon van Arnoldi de Pomerio, 9 jugera grond in Hellue, in loco Bonressghecamp, op de overste egge, tussen Wilhelmus Wolf en Hollandinus de Tule. Baudekinus draagt dit land weer over aan de abdij Marienweerd

onder borgtocht van Petrus en Wilhelmus pueri Hacconis de Tule

Boomgaarde, uten | 1312-11-08

Cartul Marienweerd no 143
Achternamenindex

Baudekinus zoon van Arnoldus dictus uten Boomgaarde, voogd over de zoon van Lutgardis en Henricus de Driele, van Hellu verkopen grond in Hellu aan Aleyd, weduwe van Riquinus de Eynspyc, onder voorwaarde dat het land binnen tien jaar voor dezelfde prijs teruggekocht kan worden

Boomgaarde, uten | 1320-02-10

Cartul Marienweerd no 202
Achternamenindex

Johannes Riquini de Pomerio de Eynspyc verkocht voor 60 £ aan de abdij Marienweerd 3 jugera terre in Eynspyc in loco dicto Gansbergen, belend: comes Gelrie, Marienweerd, en tusssen Gelre en Albertus Albertsz

borgen: Wilhelmus de Ceps, Egidius Sandersz; schepenen in Santbomel: Philippus de Horwinen, Wolterus Scaep

Boomgaarde, uten | 1322-04-20

Cartul Marienweerd no 225, 320
Achternamenindex

schepenen van Zaltbommel oorkonden dat Johannes ex Pomerio heeft verkocht aan Alberto Audscalc aream sitam in Eynspijc, tussen (dominam?) Bele et Marienweerd, voor 30 £; 1328-11-12: voor schepenen van Zaltbommel verkopen Godefridus Faber, Henricus, Albertus en Sanderus Audscalc voor 20 £ aan Henricus dictus Sas land in Eynspijc gelegen tussen dominam Bele en Marienweerd; 1342-11-22: Henricus dictus Sas droeg over aan Marienweerd de bovenstaande brief

borgen: Johannes Brune, Arnoldus

Boomgaarde, uten | 1328-05-01

Cartul Marienweerd no 312
Achternamenindex

Johannes ex Pomerio verkoopt voor 150 £ aan Gerardus, famulus van de proost van Marienweerd, 5 jugera, 5 hont en 37 virgatas in Eynspyc, "super antiquam pascuam in inferiori fine", tussen Wilhelmus de Ceps en fossatum paludes

borgen: Petrus zoon van Jacobus de Hellu, Magnus Jacobus de Nuwel, Arnoldus zoon van Johannis de Eynspijc, Sanderus zoon van Audscalc

Boomgaarde, uten | 1331-02-09

Cartul Marienweerd no 388
Achternamenindex

schepenen van Zaltbommel oorkonden dat Johannes ex Pomerio overdraagt de helft van een sloot onder Eynspyc, tussen Marienweerd en Johannes, "obtulit Olivero" ten behoeve van de abdij Marienweerd

Boomgaarde, uten | 1337-11-22

Cartul Marienweerd no 455
Achternamenindex

voor schepenen in Deyl verkopen Aernt van der Hare, Gillis zijn broer en Peter Scampaert aan Henric den Sasse van Enspijc 4 hofsteden te Enspijk in die Hare

borgen: Jan uten Boemgaerde, Henric Willemssoen van Eynspijc, Gillis Sanderssoen, Aelbrecht uten Beemde

1521-02-21 |

R.A.H. Coll Aanw 528 fol 52v/Leenregister Abdij Egmond fol 22
Jaartallenindex

Meynart Man, abt van Egmond, oorkondt dat de Edele Anthonis van Nyvelt, ambachtshere van Heylo end Hetele [?] hem om seeckere gonste ende liefte uit zijn eigen goed heeft opgedragen een huyse ende boomgaarde genoemt dat Hontsbosch, gelegen in den ban van Heylo, belend oost: die Heerwech, west: een lydtwech, zuid: Henrick Jansz met Anthonis van Nyvelt voors, noord: Albert Pietersz. De abt beleent hem er vervolgens mede tot een onversterfelijk erfleen, wel verstaande dat leenman of bezitter van het huys te Couster binnen Heylo ook leenman zal zijn van het voorn. leen. Te verheergewaden met een rode sperwer of een Philippus gld daarvoor

in presentie: Jacob van Egmondt, balliu tot Egmond, Claes Symonsz van Nieuweland, onze leenmannen

Ceps, de | 1313-06-11

Cartul Marienweerd no 145, 146, 143
Achternamenindex

Willem Jansz de Ceps ontvangt van Aleidis, weduwe van Riquinus de Eynspyc de doorgestoken brief van 1312-11-08, betreffende 3 ½ jugera terre in Hellu in Scerpswertcamp, belend boven: Wilhelmus Wolf, beneden: Arnoldus de Hoeclem; Aleid, haar zoon Johannes en Wilhelmus filius Johannes de Ceps doen afstand; 1312-11-08: Baudekinus zoon van Arnoldus dictus uten Boomgaarde, voogd over de zoon Lutgardis van Henricus dictus de Driele, van Hellu verkopen grond in Hellu aan Aleyd, weduwe van Riquinus de Eynspyc, onder voorwaarde dat het land binnen tien jaar voor dezelfde prijs teruggekocht kan worden

1504-07-28 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 186-190v
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat onse lieve en getrouwe neve Henrick grave van Nassouwe, van Vyanden, heer tot Breda en Diest etc hem hulde eed en manschap gedaan heeft van alle heerlijkheden hem aanbestorven van zijn oom Engelbrecht grave van Nassau (brief dd 18 Juni l.l. gepasseerd te Brussel); Hendrik wordt beleend met de navolgende lenen: 1) die huysinge ende hofstede van Pollanen, beyde boven ende beneden, mitten heemwerf daar zy opstaan, mitter ouden hove binnen der uterster graften, met 28 morgen land, gelegen in het ambacht van Mosnter, mitter wintmolen tot Monster ende mitten winden tot Voswyc; 2) die ambachtsheerlijkheden van Monster, Naaldwyk, Ryswyck en heer Willemsveen mit der gerechten en ander toebehoren; 3) in Monsterambacht den groten tiende ende smaltiende; 4) in Monsterambacht den Polretiende die Diericx van Warmonde was; 5) item aldaar een klein corentiendeken en smaltiendeke die Voorburch's waren; 6) item aldaar die corentiende die Dirck Driemoets was; 7) item aldaer die tiende van Losduynredyck; 8) item aldaar 10 morgen lants die Pieters Loenen waren, ende noch 10 morgen lants die men hiet Waellant; 9) die corentiende ende smaltiende op Heeren Willems Veen ende die erfhuer van den veenen aldaar; 10) tot Ryswyk een thijns van 15 sc Holl sjaars ende uyt den schote aldaar 8 schell Holl sjaars; 11) tot Maasland een corentiende ende een smaltiende en ene clein tiendeken bij der stede van Delft; 12) in de Lijere dat huys met 62 morgen lands daaromme gelegen dat Hugelyn uijt der Lijere toe te behoren placht, en een tiende aldaer die heer van Francke van Hoyliede toe te behoren placht; 13) die ambachtsheerlijkheid van der Capelle ende die huysinge en hofstede aldaar gelegen, mitten boomgaarde en woningen, ende met 24 viertel latns daeran gelegen, ende die tienden groot en cleijn, binnen denselven gerechte, die heer Troveys van Moordrecht toe te behoren plagen