Bedoelde u soms?
boterslo | botersloet | bottersloot | bovensloot

12 resultaten

Botersloot, van | 1303

Van Mieris II p 38
Achternamenindex

bisschop Guido van Utrecht geeft enige landhoeven aan de kerk te Kamerik [vals!]

getuigen: de heren van Teilingen, Arckel, Botersloot, Voorne, Polanen, Ysselstein

Botter | 1121-1157

Batavia Illustrata bl 739 no 71, 740, 741 no 73, 742 no 74, 75, 76
Achternamenindex

lijst van Hollandse edelen: Hugo heer van Bottersloot; 1200 de heer van Botersloot, anders heer Hugo van Arkel, aldus genoemd van de heerlijkheid Botersloot hem ten deel gevallen, werd ook Hugo Boter genoemd en hield het wapen Arkel; 1223-1234 Herberen van Bottersloot, de 2e van deze naam en derde heer van Botersloot, Blokland en Spijk, bij de verdeling van de goederen van Arkel. Verder genoemd Herbaren, Huyge (1305) en (1296)

Arkel, van | 1255

Batavia Illustrata p 742 no 74
Achternamenindex

lijst van Hollandse edelen: Johan heer van Arkel, Folpert van Lederdam en Haestrecht, Herbern heer van Botersloot, Otto eerste heer van Heukelom en Asperen

Botter | 1284

Taxandria jg 5 p 99
Achternamenindex

genoemd: Hugo genaamd Boeter of Botterman. Hij was uit het huis van Arkel en heer van Botersloot. Sneuvelde bij Kortrijk in 1302; genoemd in Consciences De Leeuw van Vlaanderen

Hoog, de | 1400~

Codex Dipl Neerl dl 3 p 325
Achternamenindex

klachten van de heer van Arkel tegen de heer van Vianen: in het kerspel van Blocland aan de Botersloot: Hoghe van Wven vanwege zijn zuster genomen 2 ½ morgen land en 48 sc

Lede, van der | 1039-1048

Batavia Illustrata bl 739 no 69, 71, bl 741, 742 no 74, 75, 76, 746
Achternamenindex

lijst van Hollandse Edelen: Dodo heer van Leerdam; 1080: idem; ± 1125: Folpert heer van Leerdam en Herbern van Liethen; 1223-1234: Herbern heer van Bottersloot; 1255: Volprecht heer van Lederdam en Haestrecht en Herbaren heer van Botersloot; 1296: Pelgrim heer van Lederdam; 1305: Pelgrim heer van Lederdam en Haestrecht

Sculp | 1435-10-21 - 1436-10-21

Rek Rentmeester Land van Arkel rek no 2156
Achternamenindex

de visserij in de Wijelen op de Botersloot te Arkel op de Dam met de oude Giessen en de wiel op Horner had Dirc Sculp en Henrijc Jansz, een half jaar voor 3st; de tiende op Horner en aan de oude Ghyssen: de luttel weert, 5 morgen en de tiende uit 2 morgen had Dirc Sculp per morgen voor 6 ½ Wilh sc en 2 cr

Blanckevoort, van | 1400~

Codex Dipl Neerl dl 3 p 324 en 327
Achternamenindex

antwoord van Hendrik heer van Vianen op de klacht van Jan heer van Arkel: in het kerspel van Bloclant en aan de Botersloot. Ten eerste: Gielis van Blanckenvoert is ontbaert 20 Holl gld. Item Ot van der Poert, Jan van Blankenvoert is ontbuert van hueren lande van den jare van (13)95 en (13) 96: 80 gld. Hierop antwoordt de heer van Vyanen dat het land van hem is

Meerkerk, van | 1566-03-11

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 569/3 sub g/I en II
Achternamenindex

Adriaen Willem Dircsz van Meerkerk is in Gorinchem om een andere procureur aan te stellen; 1558-11-27: akkoord waarin Adriaen belooft een rente van 12 Kar gld in mindering te brengen op de hoofdsom: 1561-03-07: belooft hij ingevolge het door arbiters gemaakte akkoord nog 8 Kar gld te betalen (569/4 sub 5); 1561-1570: Annetge Petersdochter weduwe van Adriaen Willem Dircsz van Meerkerk mede namens haar kinderen wonende aan de Botersloot in het land van Arkel contra Jan Woutersz die Cat, wonende aan de Baselbrug in het land van Arkel

1561-1570 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 569
Jaartallenindex

Annetgen Pietersdochter, weduwe van Adriaen Willem Dircksz van Meerkerck, mede namens haar kinderen, wonende aan de Botersloot in het land van Arkel, contra Jan Woutersz die Cat, wonende aan de Baselbrug in het land van Arkel. Op 1556-01-03 verkochten Jan Woutersz die Cat en diens eerste vrouw Geertruid Harmansdochter, die als zijn curatrice optrand, aan Adriaen Willem Dircksz van Meerkerk 2 morgen land met een drieste [vogelkooi], gelegen in Kort-Nieuwland in het land van Arkel. De koopsom, 800 schilden, zou in 4 termijnen betaald worden. De eerste verviel 1556-05-01. Maar op 30 juni 1556 betaalde koper reeds 400 schilden, waavoor Jan een kwitantie gaf. Op 1557-05-24 verklaarden verkopers met de betaling tevreden te zijn. Later stelden zij echter dat de voor de 400 schilden in betaling gegeven goederen veel minder waard waren dan 400 schilden. Accoorden gesloten 1558-11-27 en 1559-10-13 en 1561-03-07. Tenslotte werd Adriaen echter toch voor het gerecht van Gorinchem gedaagd. Daar zijn vrouw inmiddels was overleden, trad hij nu mede namens zijn drie kinderen op. Op 1561-04-29 en 1561-06-23 gaf het gerecht aan Jan Woutersz de Cat 3 pandbrieven, nl resp voor 10 sch, ½ van 2 jaar rente van 12 schilden, verschenen op 1558-05-01 en 1559-05-01, beide tbv de kinderen, en voor één termijn van de rente van 12 schilden verschenen op 1560-05-01. Jan Woutersz ging over tot panding op het huis van Adriaen, die daartegen pandkering deed. Het gerecht verklaarde op 1561-11-05 dat deze pandkering terecht gedaan was. Veel geharrewar. Van een te zynen nadele gewezen vonnis ging Adriaan in appel bij de Grote Raad. Na zijn dood werd het proces door zijn weduwe voortgezet. Op 1562-05-21 werd Adriaen voor de Grote Raad gedaagd