1 resultaten
1496-07-26 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 55 (155 ?)
Jaartallenindex
Philips beleent [jonghe Boudyn Hert van Abbenbroek] na dode van zijn vader Boudyn Hert van Abbenbroec, als lenen van Putten, met: 1) ⅛ deel van Abbenbroec met allen goeden, rechten en heerlijkheden daertoe behorende, als wijlen heer Geryt van Abbenbrouck, ridder, ende jvr Catheryne Gherijt Jansz van Abbenbroucksdochter, desselfs heren Geryts moeder, oom en oudemoeder van de voors. jonghe Boudeyn van Abbenbrouck te houden plagen; 2) ⅛ deel van Abbenbroeck, dat heer Geryt van Abbenbroec in zijn leven verkreeg van Joost van der Hoeve, tot een onversterfelijk erfleen; 3) die ambachtsheerlijkheid van wijlen Boudyn Hert, zyn oudevaders landekin gehieten ts Gravenambacht en van allen aenwassen, slycken en rietbroucken, die daer buyten aen t landekyn tot eniger tijt aencomen ende aenwassen zullen moghen, streckende noordwest: die Hijde, noordoost: dat Staeldiep of Claes die Mans gat, zuid: dat Wintgat, zuidwest: die gront van der heerlijkheid van Roden, ende al tot in den diepe van den laechsten water toe, met allen ambacht, ambachtsgevolg, visserijen, vogelrijen, zwaendriften etc, ende van den drogen dyck ende Carevelse dyk, mitsgaders mede alle die thienden die vallen zullen op hetgeen nog bedyckt zal worden. Al tesamen gelegen in onsen lande van Portugael binnen onse heerlijkheid van Putten, bij wijlen heer Gerrit van Abbenbroek in zijn leven uit zijn eigen goeden opgedragen. Leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen
present: heer Philips van Spangen, ridder, mr Jacob van Almonde, mr Johan van Schoonhoven, Ingelram de Jonge, Dirc van Boneem