1542-03-30 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. 206-212v

Jaartallenindex

Cornelis van Berghen, heer tot Zevenbergen etc. verkoopt, om de kosten te dekken om te bedijken enige aanwassen, gorssingen en schorren in het land van Zevenbergen, aan: 1) mr Dominicus van Naarden, doctor in de medicynen, een erfelijke rente van 50 Kar gld, voor 800 gld; 2) jvr Josyne van Dunenburch [Duven ?] weduwe van mr Philips Boulijn, gelyke [!] 40 Kar gld, voor 640 Kar gld; 3) mr Heinrick Bouwensz een rente van 80 Kar gld, voor 1280 gld; 4) juffr. Anna Claesdochter, weduwe mr Joost Betz, in leven stadhouder van de markgraaf van Berghen 60 Kar gld; 5) Danckaert en Thomas Basyn van 60 Kar gld; 6) jhr Mathijs Croesen een rente van 42 Kar gld, (of Cruijsere), wonende te Mechelen een rente van 42 Kar gld voor 672 gld. Te betalen binnen de stad van Bergen op Zoom. Hij maakt tot zijn procureurs en boden: heer Willem van Woensdrecht, priester en canonick der kerke van Bergen, Wouter van Goirle, griffier derselver stad, Frans van Geersbergen, procureur voor den Hove van Holland, en mr Baltasar Lievensz [v.d. Hogenlande] advocaat, om deze renten te hypothequeren op de heerlijkheid van Zevenbergen etc; 1542-04-12: volmacht op Frans van Geersbergen (vgl 1542-02-21)