Aken, van | 1394

Quellen Stift Xanten p 328

Achternamenindex

Henrick van Aken wonende ingen Wailade, heeft een deel van 12 agri in Ossenberch "in synre bouwinge"

1529-07-29 |

Ms Opstraeten dl III fol 1426/Gaasbeek

Jaartallenindex

Alijt Dircsdochter van Wyck Henricx van Leeuwenberch wijff: eerst een bouwinge genaemt Droeffelaer etc (vgl fol 1398)

present: Goert Boll, Peter van Westrenen

1550-07-24 |

Ms Opstraeten III fol 1461/Gaasbeek

Jaartallenindex

jvr Josina Jansdochter van Wyck nae dode haers vaders: 1) t goet Rijnningen, ende daertoe een acker in t selve goet; 2) 3 ½ morgen in Wyckerbroeck genaemt Harthals, heergewade: een rode sperwer ende t ander goet met een paer witte hantschoen. Huld: dr Lambert Canter; 3) een hofstede met een acker lants te Doern; 4) een bouwinge te Driebergen; 5) 2 acker lants houdende 8 morgen op Loetervelt; 6) 4 morgen bij Wyck in t goet te Rynningen, ten Zutphensen rechte; 7) ½ van een bouwinge genaemt Droeffelaer in t Wout, met 2 bouwingen genaemt Mathys goet van Wormshoven; 8) een bouwinge tot Leersum, Engelland en de Legelant; 9) ende noch die ander helft van de goeden voors, te verheergewaden met 1 paer witte hantschoen

present: Jan van der Haer, Adam Ram (bij no 2)

Heemskerk, van | 1481-06-06>

Repert Lenen van Culemobrg

Achternamenindex

leen van Culemborg: de bouwinge te Ravezwaede genoemd de Pepercoeck, Sweder van Culenborch Hubertsz na dode van zijn vader, met lijftocht voor zijn vrouw Otte Geritsdochter van Eemskercke

1575-08-18 |

Ms Opstraeten III fol 1503/Gaasbeek

Jaartallenindex

jvr Anna van Abcoude van Meerthen na dode van haar moeder jvr Josyna Jansdochter van Wyck: -t goet tot Ryningen, - 2 ½ morgen in Wyckerbroe genaamd Harthals een acker lants. T goet te Ryningen te houden tot een onversterfelijk erfleen, soo lange Jan van Wyck bastaard van Abcoude haer over oudevader wettige geboorte bleven; - een hofstede met een acker lants te Doorn, en een bouwinge te Driebergen, - 2 ackeren houdende 8 morgen op Loetervelt, - 3 morgen int goet te Ryningen, - ½ van een bouwinge genaemt Droeffelaer, - 2 bouwingen genaamd Mathysgoet van Wormshoven, - van 2 bouwingen geheten Mathys goet, noortwert Snijdelaer, - van 2 bouwingen te Leersum, ende noch de andere ½ van de voors. goeden

1533-08-28 |

Ms Opstraeten dl III fol 1440/Gaasbeek

Jaartallenindex

Jan van Wyck Dircsz, nae dode sijnre suster jvr Alyt van Wyck, wijff was van Henric van Leewenberch: ½ van een bouwinge genaemt Droeffelaer. Noch van 2 bouwingen genaemt Matheusgoet. Heergewade: 1 paer nije witte hantschoen. Noch de andere helft van het voirs. goet, heergewade: als boven

present: Lubbert van Alenderp, Lubbert de Wael van Vronesteyn

1526-12-13 |

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 52

Jaartallenindex

Johan van Zegen oorkondt dat de erfrente van 3 hertog Phillippus gld sjaars, gevestigd op een bouwinge groot 60 morgen land onder Randwijck, die Joest van Randwyck en zijn vrouw Anna van den Staede hem verkocht hebben, te allen tyde losbaar zal zijn met 50 gouden Phil gld, of de waarde daarvan

1529-07-17 |

Ms Opstraeten dl III fol 1429/Gaasbeek

Jaartallenindex

Jan van Wyck Dircsz: dat alinge goet tot Ryningen ende daertoe een acker in t selve goet. Item 3 ½ morgen in t Wyckerbroec, genaemt Harthals, teverheergewaden met 1 rode sperwer. Noch een hofstede met een acker lants te Doorn, een bouwinge te Driebergen, te verheergewaden met een paer nije witte hantschoen. Noch 2 acker houdende 8 morgen op t Luetervelt met huijs en getimmerte. Noch 4 morgen bij Wyck in t goet tot Ryningen

Arkel, van | 1316-02-18

Reg Hann p 62/Arch Kapittel Oudmunster no 1816/Or O.M.H. no 2/ook Or P.A.U

Achternamenindex

Johan heer van Arkele verklaart voor zich en zijn oudste zoon Jan aan het kapittel van Oudmunster te Utrecht in vrije eigendom overgedragen te hebben 110 morgen in Reynerscoep in het land van Arkel en 50 morgen die tot de bouwinge op de Donck bij Arkel behoren

Smid, de | 1375

De Raadt III p 418/Arhem Commanderie de St Jean

Achternamenindex

Willem die Smijt (akte van 1367: van Hoesden) et sa femme Elisabeth, donnent quittance à la commanderie de St Jean à Arnhem, van als alliken jaren alse wij hadden aen der heren bouwinge tot Huesden op ten pelle alse van dingetael, van brande, van deylinge, van beesten, van keerne van tymmeringen ende voert van allen kroen ende schade dien wij op die heren vorderen mochten