1 resultaten
1612-03-23~
R.A.H. O.R.A. 2099 II fol 1
Transportregister Egmond
schout en schepenen oorkonden dat Arent Jansz Bremer voor hem zelf en voor zijn broer Heindrick Breemer, Jan Claesz voor zich zelf en als voogd van zijn nicht Maritgen Jansdochter, Cornelis Pietersz voor zich zelf en voor zijn zuster Clae[ra] Pietersdochter, en Jacob Florisz als voogd van Maria Cornelisdochter, zijns huisvrouwen moeder, allen poorteren tot Amsterdam, allen mede erfgenamen van Sr Egbert Keijsser, hare resp oom, Jacob Ewoutsz, wonende tot Enchuysen, voor hem zelf en voor Adriaen Diercksdochter, waertinne te Alkmaar in t Moeriaenshooft, ende Maritgen Diercksdochter, houysvrouw van Adriaen Pietersz van der Gouwe, tesamen geassisteerd wesende met Jacob Ewoutsz voors, haar neeff en voogd in deze. Alle tesamen erfgenamen van Maritgen Jacobsdochter, weduwe geweest van Egbert Keijsser, haer moeije sal. Zij bekennen bij desen van Jan Cornelisz Keysser, des voorn. Egbert Keijssers broeder ende des voorn. Maritgen Jacobsdochter swaeger, al voldaen en betaald te wesen van alles wat hun competeert in het halve huijs, boomgaert en landen geleegen tot Egmond te Rinnegom, soo veel ons was opgecomen deur overlijden van de voorn. Egbert Keysser ter eendere, ende Maritgen Jacobsdochter ter andere zijde
Cornelis de Roodt, schout, Dierck Pietersz en Cornelis Diercksz, schepenen