42 resultaten
1516-06-05 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 144/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Henrick van Ghent verzoekt aan den domdeken Jacob van Apelthern, aan brenger des briefs Johan de Wyth ter hand te stellen de 50 g.g. die hij nog te vorderen heeft van de Staten krachtens bezegelde brieven
1516-04-26 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 142/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Frederik van Baden, bisschop van Utrecht, verzoekt onder toezending des briefs, aan de Staten van Utrecht om den ridder Hans Hoffwaert van Kirchem, de 100 gouden gld te voldoen aan hem wegens zijn krijgsdienst verschuldigd. Bijgevoegd is de open brief in het Duits waarin dit verzoek gedaan is
1544-07-03 |
Inv Arch Abdij Egmond no 245
Jaartallenindex
Symon Michielsz geeft over ende gunne met mynen vryen wille ende draech op dat lant geheten dat Aelmislant, gelegen tot Egmont, Aeriaen Aertsz dat selfde te vercopen of te late daert Aeriaen Aertsz belieft tot synen willen, ende is gelegen in Abtslant geheten dalffviertel. In kennisse soe set ic Simon Michiels myn gewoenlycke merck opt spacuum des briefs
met de mercken van Tomas Tamisz, Pieter Tamisz, Aelbert Michyelsz
1495-04-23 |
G.A. Haarlem Inv no 915 hs van Alkemade en v.d. Schelling I fol 79v/Roeperpapieren Haarlem
Jaartallenindex
ick Gerard utter Ham, maerscalck Zuijder Stichts, baljuw van Abcoude en castelein van Vredelant en van myns genadige Heren van Utrecht, certificeert dat Heinrick Willemsz, toenre s briefs, de echt geboren is van de Gravelingen geslacht in den Sticht van Utrecht van die zwaertzyde ende van geenen bastaerdye en is, mijn zwaer van der selver Gravelingsgeslacht voirs, daer ik an gehijlict bin
zegel van Gerrit uten Ham: 3 spitsruiten (2,1)
1393~ |
R.A.H. Coll Aanw 65 fol 135/Mem B.D. ingestoken papier tussen fol 85 en 86
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht laten u weten heren Jan van Cronenburch, onsen houtvester van Haerlemmerhout, Willem van Scoten ende Symon Aerntsz, onse knapen van onser wildernisse voirs. ende elken van u bisonder dat wij tot enen vrijen eigen gegeven hebben Gheryt Andriesz, onsen scout tot Haerlem, 5 morgen veens, gelegen bi onser wildernisse voirn. after Hillegommerhout in den Wilden Veen, die te delven ende sinen wille mede te doen, gelikerwijs die brief die wij hem daerof gegeven hebben inhoudt. Waarom wi u bevelen etc dat ghi binnen 14 dagen na den date des briefs Gherijt Andriesz die 5 morgen veens bewijst ende him die of meet ende rusteliken laet gebruiken na den inhoudt ons briefs voirs. (zonder datum)
1482-04-23 | Schoorl
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 301
Haarlem Algemeen
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Andries Symonsz verkocht heeft ten vrijen eigen aan Baernt Jansz of houder des briefs een stucke landts gelegen in den ban van Schoorl ende is geheeten den Mandeven, groot wesende 400 [roeden ?] off 4 coeven, ende is nu ter tijt belend met eygen ende mit erve, zuid en west: Jan Abbes, noord: Symon Dirick van Saenen, oost: Brechtorperwech. Andries Symonsz huurt dit land vervolgens weer van den houder des briefs voor 4 Rins gld sjaars. Tot onderpand voor zijn verplichtingen stelt hij "dat huys metten erve daer hij nu ter tijt in woent, liggende ende staende in de Cruysstrate". Hij zal het land mogen lossen met 40 Rynsche gulden
Jan van Schoten en Willem Florysz, leenmannen
1468-08-02 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 148v
Jaartallenindex
scepenen in die Nypoert oorkonden dat Ghysbert van Langheraeck als een scout ende rechter van der Nypoert ten goede gescouden heeft heren Henric Aelbrechtsz den prior in den Hem buiten Scoenhoven alsulcke scattinge als die prior ghescat heeft na utwisinge sijns briefs an die hofstede daer Ghijsbert van Langheraeck op plach te wonen, daer die bepalinghe van den ouden voirs. brief off houdt, noord: de Poertstraet, zuid: here Goessen Claesz mit erfnisse. Ende voert an enen hoff gelegen over den Afterwech, volgens de oude brief belend noord: Ghysbrecht Thonisz kinder mit erfnisse, zuid: Willem Claesz mit een hof, denwelke voirs hofstede ende hof de prior ut scatting begeerde na utwisinge syns briefs van 1½ jaar renten. De rente bedraagt 4 Dordr gld sjaers. ende van deser scattinge voors. heeft Gysbert van Langerak, scout ende rechter voirs, sijn hant of getogen ende heeft den prior van sheren weghen te goede gescouden ende overgegeven alle rechts ende toeseggen dat hi daeran hadde, alsoe die voirs pande verloren ghebleven sijn an des scouten hant voirs.
Willem Jansz, Danckert van Wercken en Jan Jansz, schepenen
1510-01-10 |
Arch Marquette no 495
Jaartallenindex
Dirck Jansz, schout in de ban van der Wyck op Zee, oorkondt dat Mariken Clais Jan Wiggersz wedu met haar voogd Jan Claesz verkocht heeft aan Luyt Dircksz die Eelmaker of houder des briefs bi sinen wille een crofte lants groot wesende 9 achtendeel rogsadinck gelegen in de ban voors, daar nu ter tijt lenden of sijn zuid: Claes Gerytsz, noord: Claes Jansz, west: die Scouheininck, oost: Martenscroft. Transfix bij 1511-07-04 en 1639-02-13
tuygen: Peter Hugesz [? vrijwel onleesbaar] en Jan Jacobsz, met zegel van Dirck Jansz
1410-12-04 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 157/72/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Bloemert Dirxsoen erkende verkocht te hebben aan Hughe Danielsz 1 Eng nobel sjaers op een huis ende erf gelegen up die oude grafte twisken Willem Smits wedu aen die een side, die Molenstraet aen die ander zide, afterwart streckende an Bloemert voors, 10 jaar na dato des briefs mag deze rente afgelost worden
Lottiin Gheritsz en Matheeus Jansz, schepenen (met hun zegel)
1497-06-12 |
G.A. Amsterdam Lade N
Jaartallenindex
oude Jan Duijvesz, scout tot Assendelft, (met zijn zegel) oorkondt dat Rolof Gijsz erkende schuldig te zijn aan Heynric Jan Duijves of den houder des briefs 1 R gld sjaers, die staen sullen tot enen vrijen pacht op sijn huys, barch, koijen, calveren, op al dat hem opsterven mach ende voert op allent dat hij nu ter tijt heeft of hiernamels vercrighen mach, daer die lenden of zijn noordoost: Baert Dircsz, zuidwest: Claes Koentgenz (vgl 1495-04-24, 1498-02-20)
tughen: Jan Roed Pietersz, Dirc Claes Nelysz ende Rolof Claesz