3 resultaten

1555-09-29 |

Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl II regest 676
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat mr Vranck Boot, advocaet voor het Hof van Holland, Cornelis van Aecken, Zymon van der Does, schepenen, Jacob Jorysz in den Engel, H. Geestmeesters in den Hage verklaren ontvangen te hebben de op 1549-07-12 tbv hen gepasseerde losrentebrief van 4£ gr Vls, verzekerd op een erfpacht van 222£ 2 schell sjaars van de Quakelbrug bij Alkmaar. Zij beloven hiervoor aan de armen broden uit te delen (vgl 1549-07-12)

1556-03-02 |

Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl I no 877 dl II regest 680
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Maritgen Jansdochter, weduwe van Evert Doessoen, operman [lees: opperman ?], met haar zoon Doe Evertsz als gecoren voogd, transporteren aan de H. Geest in den Hage als pure aalmoes de jaarlijkse losrente van 3 Kar gld, losbaar met 50 Kar gld, zoals in de doorgestoken brief vermeld, mits deze H. Geest ten eeuwigen dage op OLVr dach in maart zullen uitdelen 30 broden van 1 groot en 30 groot in contanten, waarvan Maritgen Jansdochter en haar nazaten de administratie zullen voeren (vgl 1551-05-10)

Willem Pietersz van Cryep en Jacop Vermy Willemsz, schepenen

1510-08-07 |

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 57v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Harck Pietersz en zijn vrouw Oberuch Jansdochter vermaakt hebben in een recht testament aan de H. Geest te Haarlem een stuck lants weydtlants gheleghen in den Nesse in den ban van Limmen, ende gelt op dese tijd 10 R gld sjaers. Naeste lenden oost en west: die Nesdijck, zuid: die abdije van Engmont, heer Willem Dirricksz ende Ghijsbrecht Hendricksz tesamen, noord: Pieter Jansz, onder voorwaarde dat de H. Geest na aanvaarding van het land na doode van de testators "daer vooren tot ewighen daghe vuytreycken ende delen zullen den armen binnen Haarlem 4 grote provens ter weke, dats te weten 4 rogghen broden, elck broot van 5 £ ende tot elck broot 1£ butter, of in de stede van elcken proven een stuver, belopende 4 stuvers ter weken, ghedurende tot ewighen daghen". Brengt het land meer op, dan zal ook de uitkeering grooter worden

Jan van Rijck en Floris Bolle, leenmannen