871 resultaten
1424-04-18 [lees: 1423] |
Cartul St Jan Haarlem no 536
Haarlem Algemeen
hertog Jan van Beyeren beveelt dat gheen ballinge der stede van Harlem onthouden sullen worden in St Janshuys noch tot die Jacopynen noch tot die Vrouwen broers binnen Harlem
1475 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 100
Jaartallenindex
Albert heer van Schagen (appellant) contra Johan en Willem van Schagen (geintimeerden). Albert was met zijn broers Johan en Willem in een proces gewikkeld in zake de verdeling van de heerlijkheid Schagen. Beide broers eisten namelijk een buitensporig groot deel van het leen als hun aandeel op. De zaak was voor het Hof van Holland zover gevorderd dat partijen hun schrifturen moesten indienen en dat een enquête zou plaatsvinden. Albert kreeg toen een oproep van Karel de Soute, zijn leenheer, om deze bij zijn veldtocht tegen de stad Neuss te begeleiden. Hij deed dit met een groter aantal manschappen dan hij verplicht was op grond van de groote van zijn heerlijkheid te leveren. Van de hertog ontving hij "lettres d'estat", daar hij onmogelijk bij de behandeling van de zaak aanwezig kon zijn. Deze brieven werden door zijn procureur aan het Hof overhandigd. Niettemin heeft het Hof naar aanleiding van "gesloten" brieven die zijn broers op slinkse wijze van de hertog hadden weten te verkrijgen (en waaraan het in het geheel geen gevolg had behoeven te geven) hem gelast het proces voort te zetten. Tegen deze beslissing ging Albert in beroep bij de Grote Raad van Mechelen, aan wij hij vraagt om het Hof te gelasten het proces op te schorten tot een maand na zijn terugkeer van de veldtocht. Zijn argument zijn: 1) zijn lettres d'estat die open brieven zijn, hebben meer rechtskracht dan de door zijn broers op slinkse wijze verkregen gesloten brieven, 2) de bewering van zijn broers dat de hertog met de verdeling gebaat is (3 leenmannen iplv één) gaat niet op. Indien zij buitensporig grote delen verkrijgen kan Albert niet meer zo dienen als hij nu doet, 3) de haast die zijn broers maken, dients slechts om te verhinderen dat Albert van zijn kant een enquête kan doen houden en de door hem aangevoerde feiten bewijzen
1333-02-13 |
Cartul St Jan Haarlem dl I p 27v no 75
Haarlem Algemeen
Jan van Egmond en zijn broer Gerrit dragen over (in ruil) aan commandeur van St Jan te Haarlem, 3 morgen en 4 hond lant in het ambacht van Wateringen. De commandeur draagt over aan de beide broers een stuk land in de woning ter Doortoghe.
tevens bezegeld door Gherid v.d. Woude en Gerrit Voshol, schepenen van Haarlem
1564-07-01 |
G.A. Haarlem Lade Z no 2189
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Dirick Gerritsz cuyper erkent schuldig te zijn aan Cornelis Jansz linnenlakencoper voor hem zelf en voor zijn broers en zusters 625 Kar gld. Onderpand: het huis en erf dat hij daarvoor van hem gekocht heeft, in de Achterstrate. Met aant. in dorso
Jan Maertsz (met zijn zegel) en Philips Vermaet (een dwarsbalk), schepenen
Jan Luytgensz | 1604-05-06
O.R.A. Alkmaar 139 fol 126
Voornamenindex
de broers Pieter en Jan Luytgensz, wonende te Krommeniedijk, belend te Alkmaar
1576-01-15 |
Kroniek Hist Gen jg 1851 p 18/Arch Mathenesse
Jaartallenindex
overeenkomst over landen gelegen in Overijssel, tussen de broers Reinhart en Statius van Aeswijn, bij tussenspraak van Agnes van Aeswijn, vrouw van Floris van den Bongart
1485-12
folio 59v LX 1484-1486
Transportregister Haarlem
de broers Willem Lambrechtsz en Lambrecht Lambrechtsz oorkonden dat Pieter Govertsz hun voldaan heeft van de erfenis van Aef Jansdochter, hun beider moeder, doe zij leefde voors. Pieter Govertsz geechte wyf
Dirc Symon Pylsz | 1343
Rek Rentmeester Kennemerland dl II p 234
Voornamenindex
Tetrode, van huur: Jan Symon Pylsz, zijn broers Dieric en Jan, 11 ½ d