1 resultaten
1427-07-28 |
G.A. Haarlem N 184 fol 85/Cartul Leprooshuis/Origineel: I no 1525a Lade R
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat zij zich begeven hebben naar Claes Jacop Ysbrantsz.z, ziek op een stoel zittende, en dat deze gelied: "want hij ghepruijft ende bevonden is als dat hij besmet ende besijecht is van Lazarien, soe dat hij daerom buyten der ghemeenscap der gesonder menschen uyter stede van Haerlem bij den anderen Lazariser ziecken wesen, wonen ende bliven moet". Hij scheldt daarom kwijt aan de Lazarusziekenmeesters tbv de Lazaruszieken wonende buiten de Cruyspoort binnen de vrijheid van Haerlem, ½ van een stucke lants dat in voirtijden plach toe te behoeren Dieuwer Screvels, gelegen in den ban van Heemstede in Roesenprieel mit Jan Claes Sniederszoon die wederhelft daerof toebehoirt. Onder voorwaarde dat de ziekenmeesters hem en Gheertruyd, zijn bastaertdochter "om heem te meer ghemacx te hebben ende toe doen" in het ziekenhuis op te zullen nemen en onderhouden. Na zijn dood zullen zij uit zijn goederen mogen nemen ½ camp lants daar Louwerijs Jansz die wederhelft of toebehoort, gelegen binnen de vrijheid van Haerlem buyten Spaerwouder poerte en daarvan de bruickweer hebben van 2 nobelen sjaars zoolang Geertruid voorn. in het ziekenhuis woonachtig blijft. Gaat zij er echter uit dan vervallen die 2 nobels aan haar. Blijft Geertruid tot haar dood in het ziekenhuis, dan zullen zij na haar dood 1 nobel van deze 2 nobel sjaars eeuwig behouden, en zal de andere nobel komen aan Claes Jacobsz erfnamen. Sterft Claes binnen sjaars na datum des briefs, dan behouden zij de bruikwaar van de 2 nobel zoolang Geertruid in het ziekenhuis blijft, doch bekomen daarvan, ook niet naar haar dood, nimmer den eigendom (in het Cartularium staat: 1527, doch het origineel zegt: 1427)
Doeve van Riedwijc (zegel: een keper rechtsboven 6 puntige ster), Jan Claesz van Dam, schepenen