bruijstens | bruijstensz | bruinstein | bruisten | bruiysten | brusten | bruysten | buijten
16 resultaten
Bruijsten | 1399-1400
Quellen Stift Xanten p 563
Voornamenindex
tienden tussen Maas en Waal: in Dromel, Bruysten 10 ½ gld
Kyfhoek, van | 1461-01-04
A.R.A. Leenkamer 117b/Reg Charolais fol 68
Achternamenindex
Bruijsten de Juede, schildknaap, heeft aan zijn vader opgedragen de vrije heerlijkheid van Hardincsveld, leen van Arkel, en Bruijsten hiermee beleeend is met uitzondering van de hoge heerlijkheid en alle leenmannen behalve Floris van Kyfhouck
Wyffliet, van | 1532-01-15 (1531)
R.A.H. Coll Aanw 118 fol 105
Achternamenindex
Joost van Wyffliet draagt op tbv Bruijsten Aertsz een hoeve land met een woning erop staande, groot 9 morgen 1 hont te Muijlkerk, belend oost: Adriaen Cornelisz met een hoeve land, west: de Cathuijsers van St Geertruidenberg, vervolgens wordt Bruijsten beleend
Herwijnen, van | 1323-10-29
Urkunden Monterberg Cleve p 13 regest 45
Achternamenindex
Bruijsten van Herwijnen: Winricus falconista neemt van de heren van St Jan te Nijmegen "eine bei dem Hofe Cruyswic gelegene Hufe" die door Brustinus de Harwyn aan de genoemde St Jan gekomen is
Gellicum, van | 1467-04-29
A.R.A. Leenkamer 117B Reg Charolais fol 84v
Achternamenindex
leen van Asperen: Folpert van Gellinchem wordt beleend met 10 morgen land in de heerlijkheid van Ackoy in heer Ottenhoeve, belend: het convent van Asperen, Geryt bastaardserven van Ackoy en Martijn Bruijsten de bastaardszoon; blijkens de leenbrief van Aernt Pieck heer van Asperen dd 1444-10-02
Ackoy, van | 1473-04-06
R.A.H. Coll Aanw 105 Asperen fol 11v/Reg Karolus A II Asperen fol 3v
Achternamenindex
hertog Karel beleent Otte van Gelinchem met 10 morgen land in de heerlijkheid Ackoy, in heer Otten hoeve, belend boven: het convent van Asperen, beneden: erven Gheryt bastaard van Ackoeij ende Maertyn Bruijsten des bastaertssoen. Hem aangekomen bij dode van zijn oom Folpert van Gellinchem, Tot een recht erfleen, ten Zutphensche rechte, te verheergewaden met 1£ goets gelts
Hoog, de | 1502-09-12
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel fol 93v
Achternamenindex
hertog Karel kocht van wijlen Bruijsten de Juede de hoge heerlijkheid van Hardixsveld, afkomstig van de heerlijkheid Arkel, uit kracht daarvan beleent hertog Philips Willem Jacob Blastriusz [Blassekynsz ?] met 5 morgen op Hardincxvelt, belend oost: Jan Vastaartsz, west: Catrijn Pieter Michielsz weduwe met haar kinderen, hem aangekomen bij dode van zijn vader Jacob Willemsz, die ze in leen hield van de heerlijkheid Hardincsveld; Willem draagt dit leen meteen over aan Allard Dirksz de Hoige, die vervolgens beleend wordt, te verheergewaden met een rode sperwer
mannen: Willem van Nederveen, Tielman van Dullecum, Dirk van Boneem, Pieter de Grebber, Cleene Jan Bruyn
Gellicum, van | 1473-04-06
R.A.H. Coll Aanw 105 Asperen fol 11v
Achternamenindex
leen van Asperen: hertog Karel beleent Otto van Gellinchem met 10 morgen land in de heerlijkheid Ackoy in heer Otten hoeve, belend boven: het convent van Asperen, beneden: Gherijt van Ackoeij, bastaard, en Maertijn Bruijsten de bastaardzoon, hem aangekomen bij dode van zijn oom Folpert van Gellinchem; op 1474-02-05 wordt Henrick van Tuijl Gijsbrechtsz beleend met dit leen, hem voortijds overgegeven door zijn oom Folpert van Gellinchem, en beleend door Arnt Pieck van Beesde toentertijd heer van Asperen; Folpert behield zijn lijftocht eraan, en is onlangs gestorven
1505-01-01 (1504) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 77v
Jaartallenindex
Philips beleent onse lieve en geminde nichte, vrouwe Ysabeel van Culenborch, vrouwe van Ville, na dode van haar vader jonker Jasper heer tot Culenborch, met: 1) dat land van St Martinsdyck met allen heerlijkheid ende schoenisse binnensdyks en buitendyks, tot een onversterfelijk erfleen, 2) sulk ambacht als gelegen is in der prochie van Scarpenisse en wijlen heer Vranck van Borssele in zijn leven aanbestierf bij dode van zijn vader heer Floris van Borsselen, uitgenomen alsulk ambocht in Scerpenisse als heer Floris van Borsselen aan zijn vrouw Oede van Bergen in zijn leven overgaf, die welke bij dode van heer Vranck van Borsselen aan de grafelijkheid van Holland gekomen zijn, te houden tot een onversterfelijk erfleen, 3) dat huys van St Martinsdyk ende van den dorpkin daeraen liggende, alle dat eigen erve met boomgaerden, huysen, erfnisse en graften, begrepen binnen der uyterster cingele, streckende tot in den borden, tot een erfleen, 4) sulken ambacht daer t huys van St Martinsdyk mitten dorpe in gelegen is, tot omtrent 16 gemeten toe, tot een erfleen, 5) sulcke tienden als heer Vranck van Borsselen aenquamen in syn leven bij dode van zijn moeder vrouwe Oede van Bergen, vrouwe van St Martynsdyk, ende heer Bruijsten van Herwynen toe te behoren plagen, gelegen in Malland en in al t ambacht van Poortvliet, groot 18 gemeten, groot in den houcken hierna volgende. Als eerst an t lant van Archot, Berenhouck, Samenhouck, die noorder tegelrye, die zuyder tegelrye, t Spaert ende helen land in den Zouten polre bij Scarpenisse, tot een recht erfleen. De heer van Ville doet de leeneed voor zijn vrouw vrouwe Isabeau
present: heer Philips bastaard van Bourgondië, amiral, die heer van der Veere, mr Jacob Engelram, Andries van Ergen, Jan Pels
Ackoy, van | 1455-09-20
Repertorium op de Lenen van Culemborg
Achternamenindex
een stuk land van 25½ morgen en 26 roeden, gelegen in de maelscap van Ryswick int Overbroeck, geheten Bremaet, 1453-01-02: Henrick Pels; 1455-09-20: Walraven van Ackoy, groot 25 morgen. 1481-05-28: Hedwich van Ackoy na dode van haar vader Walraven en haar broer Bruijsten, tbv haar zuster Meijne van Ackoy, hulder is: hun bastaard oom Hubert van Culenborch, onse bastaard oom; met lijftocht van haar moeder Petronella Pels, weduwe van Walraven van Ackoy; 1494-07-17 en 1505: jvr Heilstich van Ackoy, na dode van haar zuster Meyne, haar man Steven van Nyenvelt is hulder