1 resultaten
1504-12-23 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 55
Jaartallenindex
Philips beleent Joost van Cruiningen Aerntsz na dode van zijn vader Aernt van Cruningen: 1) die huijsinge ende woonstaat bij die opperhof ende nederhof mitten erven daartoe behorende dat is te weten: a) 17 ½ gemeten lands mit een half quartier mitten voors huysinge, boomgaard, graften, visscherijen ende anders allen toebehoren die daar opstaan, gelegen in Welhout in onsen lande van Zuyt Bevelant, binnen dezen merken, te weten oosthof: den watergang, zuythof: die capelrij, westhof: Huyg Pietersz ende den Heerwech, noordhof: der heren Vroon van Cruyningen en van Haemstede, b) noch 4½ gemeten lands en 55 roeden, oosthof: de watergang, zuidhof: heren Henrick Fierkens cappelrye, westhof: die cappelrye die leyt voort cruyze, noordhof: die cappelrye van Cruyningen, c) noch 1 ½ gemeten land min 19 roeden, oosthof, noorthof: die cappelrye voort cruyce, zuidhof: Heren Henrick Fierkens cappelrye, westhof: Jan Adriaensz. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: eenre haeswinde. Daar Joost onmondig is, doet Jan Beps den eed voor hem. In margine: Op 1520-12-07 doet Joost zelf de eed
present: Dirck van Boneem, Huych Gysbrechtsz, Jacob Adriaensz, Pieter de Grebber, cleene Jan Bruyn; 1520-12-07: Crispyn van Boschuysen Jansz, Cornelis Berthouds, Jacob Clamp, Loys Brumeel (Brueel)