10 resultaten
Leefdael, van | 1321
De Raadt II p 325, 326/Chartes Ducs de Brabant no 205
Achternamenindex
Rogerus de Levedale, miles, met zijn zegel; 1326, 1331: Rogerus de Levedale, castellanus Bruxellensis
Zevenbergen, van | 1434-08-29
De Raadt III p 354/Arch Bruxelles
Achternamenindex
Arnoldus de Zevenbergen, zoon van Hugeman van Zevenberghen, coram Johanne de Edingen dictus van Kestergate, oppidanus Bruxellensis
Gruerie, de | 1180~
Miraeus: Opera Dipl I p 411
Achternamenindex
Theodericus de Landas (filius Amalrici VII domini de Landast et Warlainy), conditor familiarum de Gruerie et de Swerts apud Bruxellensis
Lecke, van der | 1312
Livre Feudataires de Duc de Brabant p 220, 233
Achternamenindex
Petrus heer van Lecke houdt: - villam de Perke, zoals Johannes van Leefdale; - 60 libras Turonenses, zoals Johannes de Waveren: Rogerus de Levedale, fidelis ducis, castellanus Bruxellensis, de bonis sitis in Perke, que quondam fuerunt domini de Lecke
Hornes, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena, met deze zullen zij delen allodium Brustorne et in Sesen et in Kurtere
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Megen, van | 1407-12-21
De Raadt II p 453
Achternamenindex
Emondus de Meghen, presbiter, capellanus prime capellanie Sancti Mathie in ecclesia beate Gudde Bruxellensis, transporte devan deux échevins de Bruxelles, à Egidius dictus Daneels, aurifaber, filius Henrici dicti Daneels, sellaici, quem habuit à quondam Maria de Monte, sua dudum uxore, un domistadium avec maisons sis in vico dicto den Steenwech, en face de la chapelle de Marie-Madeleine
Herlaer, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Altena, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena, met hem delen zij allodium Brustorne, Sesen et in Kurtere [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Cuyk, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius, castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. Apud Lira. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en R. de Kuc, Johannes, Rudolphus en Henricus de Husdenne, Arnoldus de Stene (?), Th de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr….
Breda, van | 1212-02-24 (1213)
Noordbrabantse Charters p 21; v.d. Bergh I no 231; Miraeus: Opera Dipl I p 408, 572; Butkens: Trophees de Brabant dl I boek IV p 61
Achternamenindex
Godefridus van Breda ontvangt van de hertog van Lotharingen in leen: 1) de helft van de tollen per Strynam et Scaldam; 2) inwoning van wederzijdse onderdanen; 3) onderdanen van de heer van Breda in Oisterwijk, Arendonk etc mogen daar blijven; 4) Godefridus zal de hertog dienen, met 240 ridders en ridderzonen; 1213-02-25: Godefridus ontvangt de helft van de tol tussen Striene en Scaldis, Schakerslo en Ossendrecht, dat anderen verbeurd hadden
getuigen: Walterus Bertholt, Gerardus de Grimbergen, Arnoldus de Ranst, Godefridus, castellanus Bruxellensis, Arnoldus de Wesemale, Arnoldus dapifer, Rolin de Thenis, Wilhelmus de Ekerne, Wilhelmus de Lira, Waltherus de Ruman, Arnoldus amman Antverpiensis, Wilhelmus de Halle